31.12.07

Terug in Nederland

Het ging nog bijna verkeerd. We hadden tientallen taxies rond zien rijden van het type Citroën Berlingo combi. Met zo een waren we in Buenos Aires van de luchthaven afgehaald, dus dat moest nu ook lukken. We lieten de jongen van het hostel zo'n taxi bellen, maar tot twee maal toe kwam er een gewone taxi waar de fietsdozen met geen mogelijkheid in kunnen. Toen kwam het onwaarschijnlijke verhaal dat die Berlingo's voor vervoer van invaliden waren. Na nog zo'n 10 nummers te hebben gebeld konden we uiteindelijk mee met een bijna uit een elkaar vallende Peugeot 504 pickup. De fietsen gingen weer gratis mee met Iberia, maar de aanhanger en één van de fietsdozen kwamen enigszins gehavend aan op Schiphol. Gelukkig was de schade beperkt.
Het is wel even wennen aan het temperatuurverschil van 30 graden lager. Dat doet je al snel weer verlangen naar een volgende fietsvakantie.

29.12.07

Overpeinzingen

De laatste hele dag in Mendoza is het erg warm na het inpakken van de fietsen en de overige bagage, een mooi moment om nog eens de afgelopen weken aan je voorbij te laten gaan.
We hebben erg genoten van deze reis, al was het soms zwaar.
Bijzonder te spreken zijn we over de Argentijnen. Ze zijn bijzonder vriendelijk, attent en behulpzaam. Altijd is er belangstelling voor wat we aan het doen zijn. Nooit zijn ze opdringerig. Opvallend vinden we ook dat veel mensen hier beroepshalve meer dan het gewone doen. Zoals bijvoorbeeld de buschauffeur die na ons dagje in de thermen van Cacheuta vroeg hoe we het gehad hadden.

Het landschap van dit gedeelte van Argentinië is prachtig, met supermooie bergpassen, kloven en valleien, rotsen, maar zoals eerder gezegd zijn er wel gedeelten waar het landschap weinig verandert gedurende een dag fietsen. Ook dat heeft op zichzelf weer zijn charme. De dorpen en steden en zelfs alleenstaande barretjes of winkeltjes zijn welkome onderbrekingen van het fietsen. Het ene dorp is natuurlijk aantrekkelijker dan het andere. Cachí en Cafayate vonden we het leukst. Van de steden scoren bij ons vooral Mendoza en Salta.

We hadden niet gedacht dat de wegen zó rustig zouden zijn. Vaak hadden we maar enkele medeweggebruikers per uur. Op de bijna 100 km lange weg tussen Valle Fértil en Marayes kunnen we ons zelfs geen 5 auto´s herinneren. Op enkele wegen waar ´veel´ vrachtverkeer is, gingen we uit voorzorg wel de berm in als naast ons 2 vrachtauto´s elkaar zouden passeren. Maar ze wijken verder altijd keurig voor ons uit. De vraag of Argentinië geschikt is als fietsland willen we dan ook zeker met een ja beantwoorden. Bedenk echter wel dat de wegen, in tegenstelling tot wat automobilisten je vertellen, vrijwel nooit vlak zijn. We klommen gemiddeld meer dan 400 meter per fietsdag. Daarnaast zijn de ripiogedeelten ook niet voor iedereen leuk. De kaarten geven bovendien niet altijd correct weer waar ripio is, zodat je wel eens voor vervelende verrassingen komt te staan. De grootste plaaggeest is toch wel de wind. Het andersom rijden van de route had niet zoveel uitgemaakt, want in de provincies Tucuman en Salta hadden we meestal noordenwind en de provincies San Juan en Mendoza meestal zuidelijk. Daarbij draait de wind gedurende de dag ook vaak. Tenslotte is het fietsen ook moeilijk door het ontbreken van voorzieningen over grote afstanden. We hebben daarom wel tot 12 liter water mee genomen en eten voor twee dagen. Het is vaak ook niet zo duidelijk óf ergens iets te krijgen is. Soms vertelt men je dat er niets is, maar dan blijkt er toch ineens een heel eenzaam winkeltje te bestaan met een een gevulde koelkast. Omgekeerd is gelukkig niet voorgekomen.
Voor het overnachten kozen we meestal budgetaccommodaties en soms was er geen andere keus.

Je mag niet zoveel verwachten uiteraard voor 10-15 euro, maar er waren toch wel erg grote verschillen in kwaliteit. Hotel Nevada in Cachí en Ruta 40 in Cafayate en San Francisco in San Juan waren goed en aangenaam. Maar elders was vaak de badkamer slecht onderhouden of sliepen de bedden slecht, of er was geen uitzicht vanuit de kamer. De campings die we hadden waren helemaal goedkoop en de kwaliteit van het sanitair was meestal navenant.

Een ander land is mede zo leuk om door te reizen vanwege de eigenaardigheden die je tegenkomt. We hebben er al diverse genoemd, maar hier volgen er nog een paar.
De zeer gedisciplineerde rijen vielen ons op, bv. bij bushaltes en geldautomaten. Daar staat tegenover het aan de laars lappen van zo´n beetje alle verkeersregels. We zagen bv. heel wat auto´s zonder kentekenplaten rondrijden. De voetgangersoversteekplaatsen hier lijken te betekenen, dat je daar met gevaar voor eigen leven zou kunnen oversteken. Je moet echter niet verwachten dat er een auto voor je stopt, dit in tegenstelling tot Spanje, waar iedereen altijd stopt. Verkeerslichten voor voetgangers zie je ook maar zelden.
Op het platteland heb je bij bijna elk huis honden, maar in de stad zie je nauwelijks honden. Katten hebben we niet veel gezien.

De vele plekken langs de weg ter ere van Difunta Correa en Gauchito Gil (de Argentijnse Robin Hood, foto) hebben ons ook erg geïntrigeerd. We hebben gemerkt dat het toch een enigszins regionaal verschijnsel is, want Argentijnen van de kust, die we ontmoet hebben, hadden er zelfs nooit van gehoord.
De gewoonte om water bij de koffie te serveren zijn we erg gaan waarderen. Dat je moet kiezen tussen friet of sla bij je vlees vinden we nog steeds vreemd.
Hoewel er stofzuigers in de winkels te vinden zijn, hebben we nog nooit iemand een stofzuiger zien of horen hanteren. Er wordt altijd en overal geveegd.

Zouden we terug willen komen in Argentinië? Ja, als de vliegreis minder lang was, zeker. We zouden dan het merengebied willen zien en ook een oversteek naar Chili maken. Maar het volgend jaar nog niet. Later wellicht.

Alle lezers, bedankt voor je meeleven. De reageerders bedankt voor de e-mails. Iedereen een gezond 2008 gewenst.

Mendoza (2)

Buena Noche, kerstavond, werd in ons hostel gevierd met een gezamenlijk etentje, waar we natuurlijk aan meegedaan hebben. Het werd een gezellige boel naderhand, met bruiswijn en zo om 12 uur. Het lijkt wel nieuwjaar. Er is zelfs vuurwerk om middernacht. Het feest ging nog lang door, maar wij hielden het voor gezien.
Kerstdag zat alles dicht, dus de stad lag er wat uitgestorven bij. Er waren wel restaurants open, zodat we wel wat konden eten. We liepen regelrecht naar een van de restaurants op de winkelpromenade, veel te toeristisch en afgeraden door de Lonely Planet, maar dat lazen we achteraf...

Waardeloze bediening, waardeloos eten en veel te weinig. Van schrik gingen we de volgende twee dagen zelf koken. Het hostel heeft een keuken waar je terecht kunt. Het hostel is overigens leuker dan we eerst dachten, vooral door de mensen die hier werken en als gast komen.
De volgende dag hadden we gelegenheid om weer eens wat boodschappen te doen, want onze voorraden waren volledig uitgeput. Er is hier een Carrefour in de buurt, dus we namen er de tijd voor. ´s Avonds werden we door een tof stel Argentijnse mannen uitgenodigd om mee te eten van de asada of parrillada, zeg maar barbecue. Dat deden ze ook in het hostel, want een grill is bij elk huis te vinden. Ze waren hier min of meer per ongeluk terechtgekomen omdat hun auto gerepareerd moest worden. Ook zitten hier twee Duitsers die de Aconcagua beklommen hebben. Ze vertelden dat het zo´n 12 dagen duurt om de top te bereiken, als het al lukt, want net daarna was het vanwege verse sneeuw niet mogelijk geweest. Er is hier ook een groep van 11 Hongaren gekomen die hetzelfde van plan zijn. Het beklimmen van de hoogste berg van Amerika is bijna massatoerisme geworden.
Donderdag maakten we een fietstochtje in zuidelijke richting waarbij we een bodega bezochten. Mendoza is wijn, vandaar. Vandaag namen we de bus naar Cacheuta, waar thermale baden zijn. We wisten niet precies wat we konden verwachten, maar het is ons goed bevallen. De plek is schitterend, aan de snelstromende Rio Mendoza. Er zijn 8 baden van verschillende grootte en temperatuur. Er is voldoende te eten en te drinken, kortom je kunt er prima een dagje doorbrengen. We waren met z´n tweeën voor bus en entree 12 euro kwijt.
Morgen is de laatste hele dag hier. Misschien nog even naar het grote stadspark, nog wat boodschappen voor onderweg, de fietsen in de dozen verpakken (die we bij een fietsenwinkel hebben gehaald) en de bagage klaar maken. We kregen net een e-mail van Iberia dat we een uur later uit Mendoza vertrekken. Het maakt voor ons reisschema niet uit want het is het gevolg van de zomertijd die 30 december ingaat. Het is een van de eerste beleidsdaden van presidenta Cristina, want Argentinië kende nog geen zomertijd.

25.12.07

Statistieken

Een verslag van een fietsreis is niet compleet zonder een statistisch overzicht, dus hier volgen wat gegevens. Onze vakantie is nog niet helemaal voorbij, maar het fietsen zit er op.
Aantal dagen vakantie: 55
Aantal dagen gefietst: 29
Overnachtingen in hostal, hotel of cabaña: 41. Kamperen op camping: 8. Vrij kamperen: 5. Nachttrein: 1
Duurste hotelovernachting: 150 pesos, ca. 35 euro
Goedkoopste hotelovernachting: 30 pesos, 7 euro
Aantal afgelegde kilometers met de fiets: 2233 km, waarvan 332 km over onverharde wegen
Aantal hoogtemeters (klimmen): 14300 meter
Snelste rit: 26 km/u van Valle Fértil naar Marayes
Langzaamste rit: 9,7 km/u van Molinos naar Cachí (alles ripio met 1000 hoogtemeters)
Langste dag: (in tijd) 7:30 uur op de fiets; (langste afstand) 123 km
Laagste temperatuur (overdag): 5 gr. op de Cuesta de Opispo in de mist
Hoogste temperatuur: enkele keren ca. 35 gr.
Aantal dagen met regen: 3
Aantal lekke banden: 6 (4 te wijten aan een ondeugdelijk velglint; 2 maal het aanhangerwiel)
Overige technische problemen: geen

Mendoza

Het is nu kerstavond en we hebben Mendoza gehaald! We hebben eerst gedacht om het in twee dagen te doen, maar omdat we veel zouden dalen en omdat er onderweg geen echt geschikte overnachtingsmogelijkheid was zijn we doorgefietst. Na ruim zevenenhalf uur op de fiets en 108 km (gem. 14,1 km/u) zijn we nu in onze eindbestemming. Van Mendoza vliegen we zondag a.s. terug.
We hebben vandaag alles nog eens opnieuw gehad, stevige klim, ripio, tegenwind, lange rechte weg, maar ook een zeer bochtige afdaling en fietsen in de grote stad. We wisten dat we een pas over moesten, maar we hadden geen idee hoe hoog. We moesten uiteindelijk over 29 km zo´n 1100 meter klimmen tot een hoogte van 2950 m. Alleen de eerste 17 km waren asfalt, de rest niet al te beste ripio, zodat we maar langzaam vooruit kwamen.
Het werd ook steeds kouder met een venijnige tegenwind. De beloning kwam in de afdaling, een echt schitterende route naar Villavicencio, met vele haarspeldbochten, wel alles over een erg hobbelige onverharde weg. Daarna moesten we nog ruim 50 km over asfalt naar Mendoza. Verkeer was er nauwelijks op deze toeristische route, want bijna iedereen neemt de snelle geasfalteerde zuidelijke route naar Mendoza.
Mendoza is een fraaie stad, zo op het eerste gezicht met bijna elke straat omzoomd met mooie bomen. We hadden de pech dat 2 hostals die we uitgezocht hadden al waren volgeboekt.

We zitten nu in hostal Huellas Andinas, een hostal gericht op bergbeklimmers. Het is wat minder dan we zouden willen, maar er is wel een patio, internet, keuken e.d. Zelfs een mobiele airco hebben ze in onze kamer neergezet.
We zullen nog schrijven over hoe Mendoza is en wat we er gedaan hebben.

23.12.07

Uspallata (3)

Het aantal rustdagen is inmiddels opgelopen tot drie.
Gisteren hebben we een fietstochtje gedaan over een zandweg omhoog naar de Cerro de 7 Colores. De berg met 7 kleuren. Dat was de moeite van de redelijk zware klim zeker waard. We aten bij restaurant San Caetano geroosterde chivo of chivito. Dat is jonge geit, erg lekker.
Vandaag hebben we meegedaan aan een rafting. Dat is dus met een rubberboot een snelstromende rivier afvaren, in dit geval de Rio Mendoza. We hebben dit nooit eerder gedaan en we vonden het erg leuk om te doen. Er zijn enkele stroomversnellingen, maar gevaarlijk is het niet.
Je wordt er wel behoorlijk voor aangekleed, dwz. een zeilpak, zwemvest en helm. Desondanks werden we nog aardig nat en het smeltwater is ook tamelijk fris aan je voeten. De rafting-afvaarten worden door meerdere bedrijfjes georganiseerd. Wij kozen voor Pizarro en ze deden het heel goed, ondanks een klein prijsje van 55 pesos (13 euro) per persoon. Je bent dan volgens zeggen 12 km onderweg en dat duurt ruim een uur.

21.12.07

Uspallata (2)

De rustdag hebben we benut om een reis van 70 km naar de Aconcagua te maken, dwz. het park met die naam waar de hoogste berg van Zuid-Amerika ligt. Daarvoor namen we de bus. Na een rondwandeling naar het uitzichtpunt waar je berg mooi kunt zien liepen we terug naar Puente del Inca. Dat is een beroemde plek aan de weg naar Chili. Het is o.a. een natuurlijke brug (puente), maar ook thermale bronnen waar zwavelhoudend water uit komt.
Helaas zijn de brug en daarmee ook de bronnen sinds kort gesloten voor publiek, wegens instortingsgevaar. Je kunt er alleen maar van een afstandje naar kijken. Ter plaatse aten we in een restaurant, maar het eten was duidelijk met weinig zorg bereid en was bovendien ook nog eens te duur voor Argentijnse begrippen. Dat zie je wel vaker op plaatsen waar veel toeristen komen.

Uspallata

We hebben zonder veel problemen het volgende dorp gehaald, Uspallata.
De temperatuur van minder dan 30 graden werkte mee en we waren om 6 uur al vertrokken. Toch was het niet gemakkelijk, want de afstand was uiteindelijk 114 km en daarvan was 80 km ripio met ook nog eens een hoogteverschil van 750 m. We hebben een lange klim achter de rug, bijna onafgebroken omhoog over 75 km, eigenlijk constant vals plat. Het gemiddelde vandaag, donderdag, was 16,6 km/u en we hebben een recordtijd van 6:53 uur op de fiets gezeten. We fietsten eigenlijk de hele dag over de pampa (halfwoestijn) met de besneeuwde bergtoppen aan onze rechterkant, een heel leeg en imposant landschap.
Uspallata is een levendig dorp, vooral omdat het aan de internationale route van Santiago de Chile - Mendoza ligt. Dat betekent veel vrachtverkeer, maar we nemen een andere, rustiger en moeilijker route naar Mendoza. Het is nog maar twee dagen fietsen, dus het eind komt nu snel dichterbij. We blijven in dit dorp overigens één of twee dagen.
We hebben net een broodje gegeten in de Tibet Bar. De naam refereert aan de film Seven years in Tibet, die in deze omgeving is opgenomen. Het berglandschap verschilt niet zoveel van Tibet en het was waarschijnlijk eenvoudiger om de film hier op te nemen.
We zagen hier de twee Amerikaanse jongens weer die we in Chilecito hadden ontmoet. Ze hebben een andere route naar Mendoza gefietst, over de Ruta 40 helemaal. Wij denken minder interessant en minder moeilijk...

19.12.07

Barreal (2)

We hebben het vandaag lekker rustig aangedaan en weer eens zelf gekookt in plaats van naar een restaurant te gaan. Van een Duits gezin dat hier met een busje een rondreis maakt van 3 maanden hoorden we dat de weg naar Uspallata zo´n 100 km lang is, maar wel met 60 km ripio. Iemand anders zei dat het nog meer was, hoe dan ook, het wordt wel een dagje ploeteren waarschijnlijk en lukt het niet in een dag, dan slapen we weer in de woestijn.
De tweede foto toont een creatieve vuilniszakkenhouder. Daarvoor moeten de mensen in sommige dorpen zelf zorgen. Ze moeten hoog zijn om honden te ontmoedigen, of is het vanwege de sneeuw 's winters? Een meisje vond dat ze meteen ook maar op de foto moest.

18.12.07

Barreal

Daar zijn we weer. De woestijn telt maar weinig dorpen en dus weinig internetmogelijkheden (nul de afgelopen 220 km). Hier volgt dus het verslag van de afgelopen 4 dagen.
Zondag was ons vertrek uit San Juan. We wisten toen nog niet dat we vrijwel onafgebroken moesten klimmen over zo´n 105 km. Die dag hebben we 1600 m geklommen en ons gemiddelde was 15,7 km/u. Na 55 km ontmoetten we 2 Zwitserse meisje die net in San Juan begonnen waren met fietsen. Ze waren 2 uur eerder gestart dan wij. Ze fietsten op splinternieuwe merkloze fietsen van €175. We hadden onze twijfels of ze daarmee Salta zouden bereiken. Ze hadden ook opvallend weinig water bij zich. Na Termas de Talacasto namen we weer afscheid. Dat was een vreemd oord, overigens. Er komt lauw water uit de berg en daarmee worden 4 Romeinse baden gevoed in een zeer primitieve accommodatie. We kochten van de eigenaar een fles cola en namen ook nog wat extra water mee, waarmee de voorraad nu op zo´n 14 liter kwam. Zoveel dachten we nodig te hebben, mede voor een ´douche´ onderweg.
Daarna ging het weer verder omhoog tot we op een hoogte van ruim 2000 meter een kampeerplekje vonden (foto). We gebruiken eigenlijk steeds alleen de binnentent omdat het hier toch nooit regent.
Maandag moesten we eerst nog weer een stukje klimmen, maar daarna begon dan eindelijk een afdaling van 25 km die ons 900 meter lager bracht en ons liet genieten van het prachtige gebergte. Het betekende weer eens snelheden van tegen de 60 km/u. Op het laagste punt kwamen we bij een snelstromende rivier, iets wat we lang niet hadden gezien. Toen we daar gingen ontbijten werden we belaagd door prikkende vliegjes. We denken een soort knutten. Ze leverden in elk geval enorme jeukbulten op. Janny´s hoofdhuid is een soort maanlandschap. Jan heeft de bulten juist op armen en benen.
Tot het eerste dorp in 2 dagen, Calingasta, bleven we de rivier volgen, helaas wel met wat tegenwind, maar weer met prachtige vergezichten. Aan het eind van de dag stond 72 km op de teller met een gemiddelde van 17,8 km/u. We hebben ca. 500 m geklommen. Toen we Calingasta naderden was bijna al ons drinkwater op en vroegen we ons af of we uiteindelijk nog voorbijgangers zouden moeten vragen om meer. Juist op dat moment stopt er een auto en reikt een vrouw ons een flesje gekoeld water aan!
In Calingasta gingen we naar de camping, maar deze bleek helaas van bedenkelijke kwaliteit, niet vreemd met een prijs van €1,50. Alleen een koude douche en later helemaal geen stromend water meer. Drinkwater moesten we uit een tank scheppen. We hadden wel een leuke plek in het gras onder bomen en met een picknicktafel. De beheerder bleek echt om een praatje verlegen. We konden maar moeilijk van hem af komen en dat terwijl we hem lastig konden verstaan. Na elk relaas eindigde hij met ¨así es la vida¨(zo is het leven). We hebben overigens zelden iemand gezien met zo´n slecht gebit.
In Calingasta waren de meeste voorzieningen verder wel aanwezig, zoals een restaurant en een supermarkt.
Vandaag hadden we een relatief kort traject naar Barreal.

De 49 km ging vanwege de golvende weg toch niet zo snel, 17,1 km/u. We maakten een kleine uitstap naar een, op het eerste gezicht niet zichtbare rotsformatie (Cerro deAlcazar). We zijn inmiddels in een fantastisch groen landschap terecht gekomen. Het dorp ligt aan nog steeds dezelfde rivier als waar we gisteren langs reden en op de achtergrond hebben we voortdurend zicht op een hele rij besneeuwde Andestoppen van tussen de 5000 en 6000 meter hoog.

Heel indrukwekkend. Het dorp is wat toeristisch en er zijn diverse bungalowterreintjes (cabañas). We zitten ook in zo´n complex, dat heel ruim is aangelegd en vrij simpel van opzet is. Morgen blijven we hier ook.

15.12.07

San Juan (2)


Omdat we hier weer eens snel (en heel goedkoop, €0,30 per uur) internet hebben, konden we diverse foto´s bij voorgaande berichten plaatsen. Het hotel bevalt ons prima, o.a. omdat ze hier een ontbijtbuffet hebben...


Vandaag staat niets bijzonders op het programma. Het zal een echte rustdag worden.

14.12.07

San Juan

Vandaag, vrijdag, hebben we al voor de middag San Juan bereikt, een grote stad. Van de voorspellingen is niet zoveel uitgekomen.
Het is geen budgettraject geworden omdat we woensdagochtend toch geld konden krijgen uit de enige geldautomaat die Valle Fértil rijk is. Om 7 uur wist één van het bankpersoneel ons te vertellen dat om 8 uur er echt weer geld uit de machine zou komen. We namen dat met een korrel zout, maar na een uur gewacht te hebben bleek de informatie juist te zijn. Van de windverwachting klopte ook niets, want we hadden zomaar eens de wind mee. Zo konden we de 112 km tot Marayes, een gat met één winkeltje, in 4:20 uur afleggen, een gemiddelde van 26 km/u, dat is deze reis een record.
Het bleef de hele avond en nacht hard waaien. We hadden de tent opgezet op de varanda van een verlaten en vervallen huis, zodat we wat beschutting hadden. Met de produkten uit het winkeltje konden we ons potje koken en voldoende vocht binnenkrijgen.
De waterzak konden we er vullen voor een douche, zodat het ons eigenlijk aan niets ontbrak. Het bleef de hele nacht warm en er was weer een overweldigende sterrenhemel. De namen die op de muur zijn gekalkt dateren van de laatste verkiezingen. Cristina (je ziet doorgaans alleen haar voornaam) is nu president van Argentinië.
Donderdag, gisteren dus, ging de weg niet verder naar het zuiden maar naar het westen en nu was het bijna windstil, dus alweer geluk. We kwamen ook weer een stel fietsers tegen, nu een jongen uit Ecuador en een meisje uit de VS. Na het uitwisselen van onze ervaringen en plannen ging het in behoorlijk tempo verder naar Difunta Correa, dat we na 76 km en 3:23 uur fietsen bereikten (gem. 22,3 km/u). In Difunta Correa vielen onze monden zo ongeveer open van verbazing. We wisten al wat het was (eigenlijk wie het was), namelijk een vrouw die anderhalve eeuw geleden op die plek dood gevonden is, maar met haar nog levende baby zogend aan haar borst. Deze vrouw wordt in heel Argentinië als een soort Maria vereerd, want ze zal je geluk brengen. We hebben al op diverse plaatsen langs de weg het opschrift ´Difunta Correa´ gezien met meestal een dankbetuiging, flessen water e.d. erbij. Dat nu is op deze plaats in tienduizendvoud te zien.

Er staan diverse kapellen, die vol geplakt zijn met bordjes ´bedankt Difunta Correa´ e.d.. Vaak gaat het dan om materiële wensen die in vervulling zijn gegaan, zoals een huis, een auto, maar ook een gezin, kinderen, sportieve prestaties, gezondheid, noem maar op. Speciaal de vrachtautochauffeurs hebben Difunta Correa geadopteerd en er zijn er dan ook heel wat die de kleine omweg van 1 km maken. Op ons maakte het geheel een enigszins verpletterende indruk: zoveel mensen die hier in geloven en er kennelijk heel wat voor over hebben (een lange reis bijvoorbeeld). Er is natuurlijk ook een commercieel circus omheen gebouwd, met winkeltjes, restaurants en, voor ons belangrijk, een hotel. Omdat het weer erg heet was (ca. 40 graden), konden we de luxe van airconditioning zeer waarderen.
Vanochtend waaide het weer eens flink, maar toen we eenmaal op weg waren bleek dat het voornamelijk schuin van achteren was. Dus al voor de derde dag op rij geluk. Het was flink afgekoeld en zelfs eerst bewolkt, dus lekker fietsweer. Na 35 km kwam er zeer plotseling een eind aan de halfwoestijn, waar we al 2 weken doorheen fietsen. Ineens weer wijngaarden en veel bomen. De bevloeiing doet hier zijn werk in de streek rond San Juan. Omdat het ook nog eens heel vlak is, lijkt het op een Nederlands landschap (behalve dan enkele palmen langs de weg). Even voor San Juan werden we aangesproken door iemand die ons wilde fotograferen voor zijn website. Geen probleem, vonden wij.
Na 65 km, in 2:46 uur afgelegd, dat is 22,9 km/u, staan we voor hotel San Francisco. Zojuist hebben we heerlijk gegeten in restaurant Soychu, het eerste vegetarische restaurant dat in Argentinië op onze weg komt. Een buffet met bijzondere gerechten en heerlijke vruchtensappen, kortom we eten ons hier rond voor 6 euro per persoon. En het is weer eens wat anders dan het gebruikelijke menu. Het restaurant is zeer populair, want het zat helemaal vol en bovendien komen er tientallen mensen die plastic bakjes van het buffet volscheppen en meenemen. Er wordt betaald naar gewicht.
Het eten in Argentijnse restaurants in de kleinere plaatsen is toch vrij beperkt in de keuzemogelijkheden. We hebben inmiddels alles wel een keer gehad, empanadas (vleesragout in deeg), milanesa, napolitana, bife, costelletas, verschillende pastas, dan houdt het in de meeste restaurants wel op. Opvallend is dat je bij vleesgerechten altijd moet kiezen tussen frites óf salade als ´guarnición´. Logisch dus dat bij ons altijd de een frites neemt en de ander salade en we beide delen. De toetjes waar je meestal uit kunt kiezen zijn flan, vruchtensalade, al dan niet uit blik, ijs, dulce con queso (zoet met kaas) en taart. Veel restaurantjes in de dorpen hebben geen koffiemachine, de koffie die dan gezet wordt vinden we niet echt lekker.
Bij de koffie wordt trouwens bijna altijd een glas water (met gas) bezorgd. Wij vinden dit inmiddels een zeer goede gewoonte.Het ontbijt is nog steeds erg schraal, met vaak enkel zoete, maar lekkere croissants (medialunas). We moeten gewoon twee keer ontbijten, willen we het tot de lunch volhouden. Dat doen we dan ook vaak, met koffie die we onderweg zelf maken en brood met beleg.
Heel handig voor onderweg zijn de zakjes met filterkoffie die je hier kunt kopen(zoals een theezakje). Zoet broodbeleg hier is eigenlijk alleen maar te vinden in de vorm van jam, honing en dulce de leche. Jam en honing nemen we niet mee omdat we het met boter lekkerder vinden en boter smelt... Dulce de leche is het caramelachtige spul dat in Mars en Twix zit, maar dan iets meer vloeibaar. Het is heel zoet en best wel lekker.
Voor de hartige trek zijn we aangewezen op erg vette salami en we koken vaak een eitje. De kaas is wat flauw (maar er zijn veel soorten en misschien vonden we niet de goede)
We zijn van plan in deze stad weer een rustdag te houden voor we beginnen aan ons volgende traject naar Calingasta, zo´n 175 km verder.

12.12.07

Valle Fértil (2)

De rustdag is ons goed bevallen.
Gisteren waren we zo dom om wat spullen op de picknicktafel te laten staan, o.a. een zak met bestek en wat eten. Toen we terugkwamen was de zak verdwenen, kennelijk meegenomen door een hond die op de geur van de salami afkwam. We vonden vanmorgen de zak gelukkig terug, maar de salami was verdwenen.
Vandaag was het trouwens ook erg rustig wat de wind betreft, dus net verkeerd gepland... De komende dagen moeten we ruim 250 km overbruggen naar San Juan en tussendoor zijn er alleen wat kleine dorpjes. Het wordt een budget-traject want de enige geldautomaat hier heeft geen geld meer en we zouden eigenlijk wel wat meer kunnen gebruiken dan we nu hebben.

10.12.07

Valle Fértil

Het heeft even geduurd voor we weer een internetmogelijkheid hadden sinds Chilecito.
Sommigen begonnen zich al ongerust te maken, maar dat was dus niet nodig. Vrijdag vertrokken we in alle vroegte (tegenwoordig is kwart voor 7 de norm, in verband met de te verwachten wind en warmte) voor de naar verwachting zware rit over de Cuesta de Miranda, een mooie pasweg. Dat hij mooi was bleek helemaal te kloppen en de zwaarte vonden we meevallen. De 1100 meter hoogteverschil ging over 33 km, dus niet steil. Het laatste stuk was onverhard en hier en daar smal, met spectaculaire uitzichten. Volgens de reisgids zouden er 800 bochten moeten zijn, maar we hebben ze niet nageteld. Na de top op 2040 meter volgde een fraaie afdaling, bijna helemaal onverhard maar goed te fietsen.

We kwamen langs vele bizarre rotsformaties.

Zomaar ergens onderweg was een controlepost waar we al ons fruit moesten inleveren...of opeten. Dat was in verband met het tegengaan van verspreiding van plantenziektes. De laatste 20 km tot het dorp Pagancillo was een anticlimax, want we ploegden door nogal rulle ripio, tegen de wind in. In Pagancillo, een klein dorp dat weer aan een asfaltweg ligt, vonden we een heel behoorlijk bed & breakfast. Ook het restaurantje in de buurt was dik in orde. Totaal vandaag hebben we 94 km afgelegd met een gemiddelde van 14,8 km/u.

Zaterdag waren onze ingewanden een beetje van streek en bleven we wat langer dan normaal hangen. Pas om 10 uur stapten we op de fiets om het 30 km korte traject naar het Nationale Park Talampaya af te leggen. Dat moet je gezien hebben. Na eerst een broodje te hebben gegeten boekten we een rondrit met gids door het park. Een andere optie was geweest om een trekking te doen, maar vanwege de tijd en de warmte hebben we dat niet gedaan. Fenomenaal wat je te zien krijgt. Niet voor niets is dit park enkele jaren geleden op de werelderfgoedlijst van de VN gekomen. De foto´s geven een beetje een indruk van wat we gezien hebben.

We konden in de buurt van het bezoekerscentrum kamperen. Later kwamen er nog Duitsers en een Argentijns-Zuidafrikaans stel kamperen. Met de laatsten hebben we uitgebreid gebabbeld over onder andere allerlei aspecten van Argentinië. Ze waren overigens op huwelijksreis en wonen in Duitsland. Toen het helemaal donker was geworden, met totaal geen lichtbronnen in de buurt, genoten we nog van een sublieme sterrenhemel.


Gisteren, zondag, legden we 80 km af met een gemiddelde van 19,2 km/u naar een volgend natuurpark, Valle de la Luna. Officieel heeft het de moeilijk uit te spreken naam Ischigualasto. Dit wordt zo genoemd omdat het een soort maanlandschap heeft. Ook hier deden we weer een excursie per auto. Hier ben je overigens verplicht een begeleide tocht te doen. De gids gaat met je mee in de auto. Omdat we uiteraard geen auto hebben, reden we met anderen mee. Ook deze excursie is een echte aanrader.
Het gebied is wel geheel anders, maar de woestijnachtige omgeving met heel bijzondere rotsformaties vonden we erg mooi. Ook zagen we voor de eerste keer een condor vliegen, de grootste roofvogel met een vleugelspanwijdte van 3 meter. Een prachtig gezicht. Ook in dit park konden we weer kamperen en we waren de enigen. De voorzieningen zijn wat minder dan in Talampaya, maar beide hebben toiletten en douches en je betaalt nog geen 2 euro.



Vandaag dan de rit naar Valle Fértil, wat een aangenaam dorp is, waar we een rustdag zullen inlassen. Ondanks de vroege start belandden we aan het eind toch weer in forse tegenwind. Desondanks legden we de 74 km af met een gemiddelde van 21 km/u.
De camping waar we nu staan heeft veel schaduw door de enorme eucalyptusbomen.

6.12.07

Chilecito

Na Belén was er geen internetmogelijkheid tot hier in Chilecito, een wat grotere plaats. Eigenlijk valt er over de route van de afgelopen dagen niet zo veel te zeggen dan dat hij grotendeels saai was, lang en soms met een stormachtige wind. Dinsdag kwamen we na 13 km nog door een leuk dorpje, Londres (=Spaans voor Londen) maar het plezier werd vergald door een lekke band. Denk je met de beste banden, Schwalbe Marathon XR, te rijden en dan al na 1000 km lek. Later bleek dat het niet aan de buitenband lag, want binnen 30 km kreeg Jan nog twee lekke banden, allemaal achter en aan de velgkant. Aan het velglint was eigenlijk niets bijzonders te zien, dus het bleef een raadsel. Het verlagen van de spanning van 4 tot 3 bar bracht de komende 190 km redding. Vandaag toch een nieuw velglint gekocht en een nieuwe binnenband en nu maar zien of het definitief helpt.
Dat was dus het materiaalprobleem. Na Londres kregen we een stuk van 60 km met welgeteld één (flauwe) bocht. En niet te vergeten: twee paarden en drie stieren langs de weg. Inmiddels ging het steeds harder waaien en steeds meer uit verkeerde richting. Na veel moeite bereikten we tenslotte een soort oase in de woestijn met 7 dorpen vlak na elkaar, met ook een eenvoudig hotelletje met eetgelegenheid. We konden ons bij aankomst in Salicas niet herinneren ooit zo na een koele fles cola te hebben verlangd. Die was er gelukkig. De afstand was 98 km, het gemiddelde 17,9, het was heet en zonnig en we overwonnen 250 hoogtemeters.

We vertrokken dinsdag in alle vroegte vanuit Salicas en nuttigden een uur later in de woestijn ons ontbijt onder een eenzame boom.
Zoals wel vaker gaat het na een stop ineens hard waaien uit de verkeerde richting. Zo ook deze keer. Met veel moeite bereikten we na 51 km het dorp Pituil met een laag gemiddelde van 16,1 km/u. We moesten daarna naar het zuiden draaien en dan zouden we pas echt de wind tegen krijgen. We baalden, want met nog 70 km voor de boeg leek dat een onmogelijkheid. Op de plaza (het centrale plantsoen dat elke stad en elk dorp in Argentinië heeft) wachtten we op de bus die 5 uur later zou komen.

Een hostal zagen we hier ook niet, dus kozen we voor deze oplossing. Nadat we gekookt hadden en de boel weer ingepakt bleek dat de wind helemaal weg was. Dus gingen we na een pauze van 3 uur welgemoed weer op pad om Chilecito te bereiken. Zo werd onze dagafstand tenslotte 123 km, klommen we in totaal zo´n 700 meter en werd het daggemiddelde 18 km/u. We hadden wel bijna 7 uur op de fiets gezeten, maar hadden het toch gehaald zonder openbaar vervoer!
Inmiddels hebben we 1306 km afgelegd tijdens deze fietsvakantie.

Vandaag genieten we van onze welverdiende rustdag. Per slot van rekening hadden we de laatste 5 dagen bijna 500 niet al te gemakkelijke kilometers afgelegd. We hebben hier het museum van de Cable Carril bezocht, de langste kabelbaan ter wereld met 36 km en 3500 hoogteverschil. Hoewel de kabelbaan al 70 jaar grotendeels buiten gebruik is, schijnt hij nog vrijwel compleet en in redelijke staat te zijn.
Hij werd tot 1935 gebruikt om goud- en zilvererts van 4600 meter hoogte te vervoeren naar de stad en ook de mijnwerkers gingen zo heen en weer, een reis van 4 uur. Er zijn 9 stations waar stoommachines zorgden voor de aandrijving. Tot in de 90er jaren werden toeristen vervoerd tot het tweede station, maar dat werd om veiligheidsredenen gestopt. De rondleiding in het museum was leuk en we konden het Spaans deze keer goed volgen. We kunnen vanuit de stad de berg goed zien met nog steeds een sneeuwkap op de top.
Ook hier is weer een mooie plaza, met als bijzonderheid een standbeeld van (na Evita) de beroemdste Argentijn, Ché Guevarra.

3.12.07

Belén

De 178 km tussen Santa María en Belén hebben we in twee dagen afgelegd, maar vraag niet hoe. Het eerste deel gisteren van 74 km ging aanvankelijk goed, hoewel we na 10 km tot de ontdekking kwam dat de BOB-vlag niet op de kar zat. Achtergebleven in het hotel dus. Jan ging zonder bagage terug om hem op te halen, want de vlag zit er uiteindelijk voor de veiligheid op.
Onze eerste pauze was in een piepklein dorpje waar we eerst het winkeltje om cola te verkrijgen over het hoofd zagen. De kinderen op de foto zaten keurig te wachten tot hun moeder klaar was met de boodschap, een fles mineraalwater.
Na zo´n 45 km kwamen we op een kale vlakte en ging de wind draaien, de verkeerde kant op dus. Het werd een gezwoeg tegen de harde wind en ons plan om het dorp Hualfin te bereiken konden we vergeten.
Na wel 30 km een volkomen rechte en vlakke weg tegen de wind in de gereden te hebben met niet meer dan 12 of 14 km per uur stopten we bij een schuilhuisje, vlakbij een eenzame woning.

We werden meteen gezelschap gehouden door drie kinderen van dat huis, die ons van alles vroegen maar die we helaas slecht konden verstaan. Toch zijn we van elkaar wat wijzer geworden.
We besloten de binnentent in het huisje op te zetten en kookten er ons potje. We kochten vooraf nog wat etenswaren van de mensen van dat huis. De kinderen bleven ons gezelschap houden tot het donker werd. We hebben deze dag ca. 400 m geklommen en een gemiddelde van 17,2 gefietst.

Om 6 uur in de morgen stonden we al op om deze keer de wind voor te blijven, als die weer mocht opsteken. Dat gebeurde na 11 uur al, maar gelukkig viel het deze keer mee en konden we een tempo van ca. 18 km/u aanhouden. Om half 3 en na 104 km bereikten we de volgende plaats met een hotel, Belén. We moesten vandaag behalve tegen de wind in ook nog eens 35 km ripio doorploegen (zandweg). Het positieve was dat we voornamelijk daalden en op het laatst door een mooie kloof fietsten. Ons gemiddelde was 18,3 km/u. Het is hier lekker weer, zo´n 30 graden.