8.6.19

Blue Ridge Parkway (North Carolina)

Vrijdag zijn we door het nationale park Great Smoky Mountains gekomen. Daarvoor moet je eerst door Pigeon Forge, een plaats die vol staat met kermisattracties. Het lijkt een soort Las Vegas.

Watermolen
Dan kwamen we nog stapvoets door het volgende dorp Gatlinburg. Dit is een echte toeristenkermis waar ons niet duidelijk werd waar de mensen voor komen. Het is een lange straat met alleen eettentjes, bars en toeristenwinkels. Langs beide kanten van de weg loopt een onafzienbare rij toeristen.
Blijkbaar moeten mensen die naar een nationaal park gaan ook nog een ander soort vermaak hebben.

We zijn de 50 km door het park naar de andere kant gereden. We kwamen over een pas met mist die  het uitzicht behoorlijk belemmerde. De voorspelde regen bleef gelukkig uit. Eenmaal op de camping kwam er nog wel een onweersbui.

Uitzicht vanaf de Blue Ridge Parkway; boven de wolken
Zaterdag was het aanvankelijk ook nog mooi weer maar toen we de Blue Ridge Parkway opreden verslechterde het. Mist en regen, maar nog steeds niet koud.
Optrekkende mist

De Blue Ridge Parkway is een toeristische weg die we 800 km blijven volgen. Onderweg zal er op campings niet zo vaak internet zijn, zodat we van de gelegenheid gebruik maken zodra we onderweg een signaal hebben en dat is niet zo vaak. De weg loopt voornamelijk door natuurgebied en nooit door een dorp of stad.

Lekkere forel
We maakten een stop bij een oude watermolen, die gebruikt is als graanmolen.
De eerste overnachting aan de parkway is na 100 km. Het laatste deel was echt slecht weer.

Bij de camping is een vrij luxe restaurant waar we een forel bestellen. Het uitzicht vanuit het restaurant is adembenemend, als de mist even is optrekt.

De tweede dag, zondag, begint ook weer met veel regen. Geen uitzichten helaas.
In de stad Asheville doen we boodschappen en kunnen we internetten. Hier is het ook even droog en meteen het is het warm.

Huwelijk
Onderweg doen we tussen de buien door een korte wandeling bij de Craggy Gardens, waar veel rododendrons groeien.
Tot onze grote verbazing komen we bij een afdak een huwelijksplechtigheid tegen. Later zien we de groep nogmaals, in de mist, op weg naar een plek waar foto’s worden gemaakt.

 Crabtree Falls
Maandag is ook nog een regendag al zijn er ook droge momenten. Vanaf de camping doen we een mooie wandeling naar een waterval, de Crabtree Falls. Het pad is goed te belopen maar op sommige plekken loopt er wel veel water over het pad.
Na weer een stuk over de parkway in de mist komen we bij een andere waterval, waar je via een korte wandeling kunt komen. Hier zijn veel mensen naar toe gewandeld. We spreken nog even een stel Nederlanders die reizen in een huurcamper.
Op de volgende camping wordt het langzamerhand beter weer.

Cone Manor House
Dinsdag is dan eindelijk een zonnige dag, al is het wat frisser dan hiervoor. We doen eerst een wandeling vanaf de camping, rond een meer.
Een paar kilometer verder langs de parkway stoppen we bij een mansion, een groot wit, houten vakantiehuis dat gebouwd is door een rijke textielfamilie, ruim een eeuw geleden. Zelf vond de eigenaar het destijds een 'eenvoudig huis'. Nu is het opengesteld en er zijn winkeltjes met volkskunst.
Deze kwam op ons pad;
hij heet voluit "eastern red-spotted newt"

We verlaten de parkway voor even, want we moeten boodschappen doen en internetten. Het is in Boone, North Carolina. We hebben helft van de 800 kilometer van de Blue Ridge Parkway afgelegd.

1 opmerking:

richbran zei

newt, weer wat geleerd. is een watersalamander. Volgens YT komen er in Japan zéér giftige soorten voor...