31.12.96

Fietsen van Mexico naar New York (1996)

Ons grote avontuur (2)



In 1995 en 1996 maakten we onze langste fietsreis. Verdeeld over 3 etappes en in totaal 14.000 km waren we in totaal zo'n 6 maanden onderweg.
Dit verslag gaat over het tweede deel.

2e etappe (van 21 februari tot 4 maart): La Paz - Cabo San Lucas - La Paz - Santa Rita.

3e etappe (van 14 mei tot 2 augustus): Los Angeles - Sacramento - Carson City - Yellowstone Park - Rapid City (SD) - Sault St. Marie (Ontario) - Niagara Falls - New York.

Baja California


20 februari 1996 / 28 km / Mazatlán, Mexico
Na 6 weken heel Mexico doorkruist te hebben met het openbaar vervoer, zijn we blij weer op de fiets te kunnen stappen. Vanaf nu denken we ook weer voornamelijk te kunnen kamperen. We zijn gisteren met de bus in Mazatlán aangekomen en rijden vandaag naar de veerboot die ons naar La Paz op het schiereiland Baja California zal brengen.

21 februari 1996 / 25 km / La Paz, BC, Mexico
We hebben prima geslapen in onze hut en 's ochtends om 9 uur staan we op de kade. Het is een kort ritje naar de stad, waar we boodschappen doen en vandaar nog een eindje naar een "trailerpark". Het is hier geheel op Amerikaanse toeristen ingesteld, zelfs de tarieven zijn in dollars. Daarna gaan we naar het strand in de baai van La Paz, maar het is er niet zo mooi.

22 februari 1996 / 86 km / Todos Santos, BC, Mexico
We vertrekken al om 8 uur om vandaag het schiereiland over te steken. De weg is eerst vrij druk, maar dat wordt steeds minder. De eerste helft gaat langzaam omhoog en het tweede gedeelte even langzaam naar beneden. Onderweg eten we burrito's bij een stalletje. Aangekomen in Todos Santos verwennen we ons zelf met een glas heerlijk koud bier. We overnachten weer op een trailerpark.

23 februari 1996 / 10 km / Todos Santos, BC, Mexico
We gaan eerst naar het strand om te kijken of we daar vrij kunnen kamperen. Het blijkt echter lastig om er met de fiets te komen, zodat we nog een dag op het trailerpark blijven.

24 februari 1996 / 77 km / Cabo San Lucas, BC, Mexico
Eerst gaat het erg relaxed als we verder naar het zuiden fietsen. Na 40 km moet er echter een paar keer stevig worden gekommen. Als dan ook de wind opsteekt, wordt het nog een lastig stukje voor we de camping bereiken. De zon schijnt ongenadig en we hebben last van verbrandingen.

25 - 27 februari 1996 / 31 km / San José del Cabo, BC, Mexico
Comfort aan de oceaan
Het is maar een kleine afstand naar de andere Cabo. De 4-baans weg is echter behoorlijk heuvelachtig. We vinden een mooie camping, Brisas de Mar, en ons plekje is vlak aan zee. Van de buren krijgen we stoelen en een tafeltje te leen, een grote luxe voor de fietskampeerder. Het bevalt ons hier zo goed dat we twee extra rustdagen nemen.

28 februari 1996 / 82 km / Los Barrilles, BC, Mexico
Vrij kamperen 
De weg gaat eerst langzaam omhoog en er is tegenwind, dus we komen maar langzaam vooruit. We worden ingehaald door een Canadees, die juist een groep fietsers heeft begeleid van San Diego naar Los Cabos. Zonder bagage deed de groep er 16 dagen over, maar ze hadden niet alles gefietst. We staan opnieuw op een camping.

29 februari 1996 / 32 km / BC, Mexico
Lastige wasbord zandweg
We kiezen ervoor om langs de kust te blijven rijden, hetgeen betekent dat we 50 km zandweg voor de boeg hebben. We vertrekken laat en omdat het mulle zand en het wasbord moeilijk te fietsen zijn, komen we erg moeizaam vooruit. De gemiddelde snelheid is 7,5 km per uur. Aan een mooi strandje zetten we onze tent op. Deze kuststrook is vrijwel geheel verlaten.

1 en 2 maart 1996 / 80 km / La Paz, BC, Mexico
De zandweg is nu beter te berijden, maar daar staat tegenover dat we nu zeer steile hellingen krijgen. Na een pas volgt dan eindelijk weer asfalt. Maar gemakkelijker wordt het niet want we krijgen al snel een lange (12,5 km) en steile klim. Na deze zware inspanningen besluiten we om weer een rustdag in te lassen op het zelfde trailerpark in La Paz waar we enkele dagen eerder waren.




















3 maart 1996 / 112 km / Mex1, km 116, BC, Mexico
Kampeerplek tussen de cactussen
We hebben zo'n 1400 km. voor de boeg naar de grens van de Verenigde Staten over een lange, rustige weg die steeds hetzelfde nummer heeft, Mex1. Om 12 uur hebben we al 55 km gefietst. Het gaat ontspannen, het weer is goed en we hebben geen tegenwind. Geregeld treffen we een cafeetje aan onderweg. Verder is er alleen de natuur en de eenzaamheid. We slaan een zijpaadje in om een geschikte kampeerplek te vinden tussen de cactussen.


4 maart 1996 en daarna / 42 km / Santa Rita en Loreto, BC, Mexico
Gezwollen hand
We staan vroeg op. Na 21 kilometer, om een uur of 9 slaat het noodlot toe. Hoewel er verder geen verkeer is, rijdt een achteropkomende vrachtauto zo dicht langs ons dat een kennelijk loshangend bord de hand van Janny raakt. Door de klap raakt het bord helemaal los, waardoor het op de weg valt. Wij zijn opnieuw een illusie armer. We beseffen dat hier onze fietstocht in Mexico definitief eindigt, al zeggen we dat nog niet tegen elkaar. De hand, die beschermd was door een fietshandschoen, zwelt vervaarlijk, zoals op de foto is te zien. Het bord dat van de vrachtauto is gevallen toont een afbeelding van, ironisch genoeg, het gevaar van vrachtauto's.

Loreto, nu met gips

Met diverse aspirines en toch veel pijn fietst ze nog 21 kilometer verder naar Santa Rita, waar een bushalte is en waar we twee Amerikaanse fietsers treffen die ons een sterke pijnstiller geven. In het plaatselijke café halen we ijs om op de hand te leggen. We nemen de bus naar Constitución en kunnen gelukkig de fietsen en bagage meenemen. Na 4 uur wachten stappen we over op de bus naar Loreto. Daar overnachten we op een camping.
De volgende dag bezoeken we het plaatselijke medisch centrum en een röntgenfoto toont aan wat we al vreesden: een botbreuk in de hand. Dat betekent gips en minstens 6 weken niet fietsen.
Santa Rosalía, fietsers onder elkaar

We gaan dus per bus uiteindelijk naar Los Angeles, maar we doen dat in een aantal etappes. De eerste tussenstop is Santa Rosalia, omdat ons is verteld dat daar een ziekenhuis is met een orthopedisch chirurg. Die zou de breuk beter moeten zetten dan nu is gebeurd door de arts van de medische post in Loreto. 
We overnachten drie keer in een krakend, Frans aandoend, houten hotel met veel sfeer en ontmoeten 3 andere fietsers, Christian en Ursula uit Zwitserland en de Nederlandse Micky Smak die in haar eentje onderweg is in Mexico. Zij is waarschijnlijk de Nederlandse vrouw met de meeste fietskilometers. Ze heeft in 20 jaar al 200.000 km bij elkaar getrapt. Jaren later zullen we haar geheel toevallig nog een keer op een fietsreis tegenkomen in België. Met zijn vijven maken we er een gezellige boel van in een restaurant.

Omdat een orthopedisch chirurg niet blijkt te bestaan in Santa Rosalia, gaan we per bus meer dan 800 km verder naar Ensenada. Daar wordt geconstateerd dat de botdelen wat scheef tegen elkaar zitten, maar dat het verder wel goed komt. Er wordt nieuw gips gemaakt. 

We blijven nog 14 dagen in Ensenada, met o.a. het wereldberoemde café Hussongs Cantina. 
Hierna gaan we verder per bus naar Los Angeles. In een voorstad bezoeken we vrienden en blijven daar ook ruim 14 dagen en helpen hen met hun verhuizing, die net staat te gebeuren. 

Daarna maken we een reis per camper van 4 weken door de westelijke staten en tenslotte wagen we ons op 14 mei weer aan het fietsen, terug naar New York. 

Van Los Angeles naar New York


14 mei 1996 / 62 km / Leo Carillo State Beach, Cal.
De fietsen worden voorbereid voor de laatste etappe
Na onze camperreis, die hier niet beschreven wordt, hebben we de fietsen en bagage weer opgehaald bij onze vrienden in Los Angeles. 
We overnachtten de laatste keer in de camper op een RV-park vlak onder de aanvliegroute van het vliegveld, aan het strand. Er mogen geen tenten staan. 
Nadat we de camper hebben afgeleverd gaan we per taxi terug van het vliegveld naar de camping om dan te beginnen met onze (tweede) coast-to-coast fietstocht. We nemen niet de kortste weg naar New York. We gaan eerst via de kust naar het noorden om in Sacramento vrienden te bezoeken. De route langs de kust is gedeeltelijk bewegwijzerd als fietsroute en we zullen hier onderweg dan ook diverse fietsers zien. Er zijn ook diverse zogenaamde bike-and-hike kampeerterreinen. De eerste de beste camping komen we al fietsreizigers tegen, uit Zweden.

15 mei 1996 / 83 km / Carpinteria, Cal.
Eerst weer een stuk verkeersweg en in Ventura opnieuw een fietspad langs het strand, dat later overgaat in een fietsstrook langs de weg. We overnachten op een hike-and-bike-terreintje.

16 mei 1996 / 79 km / Gaviota State Beach, Cal.
Na twee dagen mooi weer, maken we vandaag regenbuien mee. We ontmoeten een Zwitserse met heel weinig fietservaring. Ze is zelfs al een fietstas verloren, zonder dat ze het merkte.

17 mei 1996 / 105 km / Pismo State Beach, Cal.
Highway 1
Na een lange klim bezoeken we Purisma Mission, een van de vele gerestaureerde Spaanse missieposten in Californië. Het is niet die uit Vertigo van Hitchcock, maar de sfeer is hetzelfde. Er is een informatief bezoekerscentrum. Daarna krijgen we nog veel heuvels en tegenwind, kortom het is zwaar vandaag.

18 mei 1996 / 87 km / San Simeon State Beach, Cal.
We komen veel fietsers tegen die een dagtocht maken. Op de camping ontmoeten we enkele fietsers, waaronder een Zwitser die al drie jaar onderweg is en inmiddels een beetje reismoe is geworden.

19 mei 1996 / 66 km / Kirk Creeck National Forest, Cal.
Weer een mooi traject langs de kust, maar door de tegenwind en het klimmen behoorlijk zwaar. Onderweg stoppen we om een kolonie elefant seals, een soort robben, te bekijken en vooral te horen, want ze maken een enorm lawaai met z'n allen.

20 mei 1996 / 46 km / Big Sur, Cal.
Een gemakkelijk dagje ter afwisseling. De camping is mooi, maar ligt tussen hoge bomen, zodat er nauwelijks zon komt.

21 mei 1996 / 73 km / Marina, Cal.
Opnieuw een mooie route en we hebben leuke picknickplekken, de tweede in Monterey. Het laatste stuk naar Marina gaat weer over een fietspad, waar we verscheidene keren worden opgeschrikt door groundsquirrels die vlak voor ons het pad oversteken. Er is een klein beetje motregen vandaag en het is bewolkt.

22 mei 1996 / 119 km / Santa Nella, Cal.
De regen is voorbij en we hebben de meeste tijd rugwind, maar we moeten wel twee bergen over en de afstand is fors. We passeren Salinas, bekend geworden door East of Eden van John Steinbeck. Inmiddels zitten we een eind het binnenland in.

23 mei 1996 / 81 km / Vernalis, Cal.
Een verschrikkelijke dag is het. Het is één saaie rechte weg en we hebben een gigantische tegenwind. We doen er 7 uur over.

24 mei 1996 / 58 km / Lodi, Cal.
Helaas weer dezelfde harde tegenwind. We komen nauwelijks vooruit. We verwennen onszelf maar eens met een uitgebreid Chinees buffet.

25 en 26 mei 1996 / 64 km / Sacramento, Cal.
's Nachts waait het niet, maar overdag stormt het opnieuw. Gelukkig is de route iets afwisselender. We worden ontvangen door onze vrienden en zullen een dag blijven om uit te rusten. We krijgen een rijtoer door de hoofdstad, onder andere langs het Capitool. We blijven een hele tijd in het aantrekkelijke oude centrum. Sacramento blijkt een overzichtelijke en prettige stad te zijn.

27 mei 1996 / 97 km / Volcano, Cal.
Picknick onderweg
We fietsen weer en het gaat prima, zonder wind. Langzamerhand, hoe verder we naar het oosten gaan, wordt het steeds heuvelachtiger. We komen door aardige oude dorpjes, zoals Drytown, Amador City en Sutter Creeck. De laatste kilometer naar de camping van het Indian Grinding Rock Historical Park is dodelijk steil.

28 mei 1996 / 62 km / Silver Lake, Cal.
Kamperen op het asfalt
In Pioneer vinden we gelukkig een goede winkel. We zitten inmiddels in een dunbevolkte streek. We klimmen de hele dag door tot we in de sneeuw van de Sierra Nevada komen. De weg is goed berijdbaar. 

Met de fiets kom je overal
Een camping zullen we niet kunnen bereiken. We zetten de tent neer op het asfalt van een parkeerplaats, die voor auto's onbereikbaar is vanwege een berg sneeuw. We duwen de fietsen er overheen. Het is de hele dag goed fietsweer maar op de kampeerplek is het wel fris. 's Nachts vriest het 2 graden.

29 mei 1996 / 105 km / Carson City, Nevada
Highway 88
We moeten nog 27 kilometer verder klimmen om op de pashoogte te komen in weg 88. In de afdaling komen we bij in een gezellige herberg. We horen daar dat een Amerikaans stel fietsers 20 minuten geleden is gepasseerd. Later halen we ze in en komen ze nog 3 keer tegen. Ze willen in 6 weken naar Baltimore fietsen. Als we afdalen wordt het snel warmer. We nemen de rustige route 206 naar Carson City, de hoofdstad van Nevada.

30 mei 1996 / 92 km / Fallon, Nev.
We laten de Sierra Nevada achter ons
We komen in een streek met grootse vergezichten. Als we omkijken, hebben we heel lang een magnifiek uitzicht op de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada. We picknicken aan het Lahontan stuwmeer. We gaan in hoog tempo oostwaarts met een beetje rugwind.

31 mei 1996 / 99 km / Lovelock, Nev.
We rijden in het niets. Het is een lange rechte weg door een woestijn met veel witte zoutvlakten. Na 60 km verandert er in zoverre iets, dat we nu langs de snelweg I-80 rijden. In Lovelock, het eerste dorp, is een camping.

1 juni 1996 / 124 km / Winnemucca, Nev.
Het is een eentonige weg door een weids landschap. Er is slechts een onderbreking door een picknickplaats en twee benzinestations. Het is nog steeds mooi weer. Op enige afstand van de weg zien de spoorlijn, waarover goederentreinen van een kilometer lang rijden en nog verder weg de rivier.

2 juni 1996 / 88 km / Battle Mountain, Nev.
De hele dag tegenwind. In het dorp is geen camping maar wel een stadpark met voorzieningen. 
's Nachts krijgen we de schrik van ons leven als de automatische gazonbesproeiing ineens gaat werken. We zien ons gedwongen de tent te verplaatsen, buiten het bereik van de sproeiers. Ook de geregeld langsdenderende goederentreinen houden ons wakker.

3 juni 1996 / 125 km / Elko, Nev.
We rijden nog steeds langs dezelfde snelweg I-80, die overigens betrekkelijk rustig is. We hebben niet veel last van het verkeer. We krijgen een niet al te hoge pas, maar de wind is gunstig vandaag.

4 juni 1996 / 83 km / Wells, Nev.
Alweer rugwind. Op advies van wegwerkers maken we een omweg over een secundaire route. Die leidt door een interessant moerasgebied met veel bijzondere vogels. De camping in Wells bevalt ons.

5 juni 1996 / 106 km / Jackpot, Nev.
Bij het verlaten van Nevada nog een casinodorp
We hebben de snelweg achter ons gelaten. De weg naar Jackpot is ongelofelijk rustig. De namen op de kaart blijken in elk geval niet bij dorpen te horen, want die komen we de hele dag niet tegen. Even voor Jackpot stoppen we bij een mooie picknickplaats aan een rivier met uitzicht op een rotsformatie waar een adelaarsnest te zien is. We praten een tijdje met een zwerverstype die zijn bed heeft in zijn pick-up truck.

6 juni 1996 / 55 km / Hollister, Idaho
We krijgen heet water voor thee van onze zwervende buurman. In Jackpot, net voor de grens van Idaho, en (dus) een gokcentrum, zoals de naam ook al doet vermoeden, doen wij boodschappen. In Hollister komen we op een aardige camping met een zwembad. We hebben tijd genoeg om daar van te kunnen genieten.

7 juni 1996 / 91 km / Decla, Id.
We treffen een camping, die in tegenstelling tot wat in de AAA-gids staat, geen tentkampeerders toelaat. Die hebben hier kennelijk een slechte reputatie. We zien ons genoodzaakt tegenover de camping een plekje in het vrije veld te zoeken. Er is onweersdreiging en op de radio horen we nogal alarmerende berichten, maar het gaat gelukkig aan ons voorbij.

8 juni 1996 / 82 km / American Falls, Id.
Afwisselende route, gedeeltelijk langs rivier en stuwmeer. Ook de camping ligt aan het water. Het is warm. Er komt even een harde wind, zodat we de tent met alle haringen die we hebben, moeten vastzetten.

9 juni 1996 / 117 km / Idaho Falls, Id.
Vlak, rugwind, dus comfortabel fietsen vandaag.

10 juni 1996 / 101 km / Alpine, Wyoming
We nuttigen op de camping een pancakes ontbijt. De route wordt steeds mooier en heuvelachtiger. Ongeveer 15 km voor Alpine zetten we de tent op op een primitief kampeerterrein aan het water. Er is alleen een pomp en er zijn muggen. De ondergrond is nogal stenig, zodat we niet zo goed kunnen slapen, maar dat is weer een goede aanleiding om de sterrenhemel te bewonderen.

11 juni 1996 / 98 km / Grand Teton NP, Wy.
Grand Teton
In Jackson is een Pizzahut die een buffetlunch aanbiedt die we niet kunnen weerstaan. Na een bezoek aan het toeristenbureau rijden we het fantastische park Grand Teton in. Op het kampeerterrein Gros Ventre ontmoeten we twee Nederlandse fietsers, Bert en Marijke. Met een touw dat we gekocht hebben hangen we één van de fietstassen met alle etenswaren en toiletartikelen in een boom. Dat is hier een streng voorschrift. Een (dicht) conservenblikje waren we vergeten en dat zetten we op de picknicktafel. 's Ochtend ligt er een bestraffend briefje bij van de ranger. Beren komen zelfs af op dichte blikjes. We kunnen het nauwelijks geloven.


12 juni 1996 / 57 km / Grand Teton NP, Wy.
Jenny Lake, Grand Teton
We rijden eerst een stuk over een zandweg. Bij Jenny Lake maken we een lange wandeling om het meer, gedeeltelijk door de sneeuw. Bij Colter Bay staan we op een hike-and-bike terrein, waar ook nog heel wat sneeuw ligt.

13 juni 1996 / 101 km / Yellowstone NP, Wy.
Geiser Hill, Yellowstone NP
We rijden door een mooie natuur met veel sneeuw naar Yellowstone Park. We moeten naar de eerstvolgende camping die open is, Bridge Bay. Sommige campings zijn geheel of gedeeltelijk gesloten omdat beren langskomen om te vissen! We rijden samen op met Bert en Marijke. Op de camping ontmoeten we twee Nederlanders die een camper hebben gekocht en die daar een half jaar mee rondtoeren. Met zijn zessen wisselen we uitgebreid onze ervaringen uit.

14 juni 1996 / 89 km / Yellowstone NP, Wy.
We gaan eerst 30 km terug en volgen dan de weg naar Old Faithful. We hebben geluk. Vijf minuten nadat we er zijn aangekomen begint de geiser te spuiten. Daarna bekijken we andere geisers op Geiser Hill. Na zo'n twee uur gaan we verder. 
Vanwege regendreiging stoppen we niet meer bij andere interessante plekken. We overnachten op de camping van Madison.


15 juni 1996 / 77 km / Yellowstone NP, Wy.
Yellowstone NP
We nemen afscheid van Bert en Marijke die verder doorfietsen naar het noorden, naar Canada. Onderweg komen we langs diverse warmwaterbronnen en geisers. Af en toe zie je vanaf de weg het wild grazen en dat levert in dit vrij drukke park meteen filevorming op. Aan het einde van de dag komen we weer terug bij de Bridge Bay camping. We zien vandaag diverse fietsreizigers onderweg.

16 juni 1996 / 102 km / Wapiti, Wy.
We rijden Yellowstone Nationaal Park uit in oostelijke richting via een prachtige route. Eerst gaat het langs Yellowstone Lake en dan via een gravelweg de pas over. Er volgt een lange afdaling naar Wapiti langs een snelstromende rivier. De laatste 40 km. hebben we tegenwind.

17 juni 1996 / 120 km / Greybull, Wy.
Naar Cody gaat het nog naar beneden en met een rugwind fietsen we bijzonder snel. De rivier is inmiddels getemd door de spectaculaire Buffalo Bill Dam. Cody is Buffalo Bill Town, maar we willen doorfietsen en laten de bezienswaardigheden voor wat ze zijn. Het laatste stuk van het dagtraject is saai en er is meer wind. Ons daggemiddelde is 23,2 km/u en dat is voor ons erg snel.

18 juni 1996 / 88 km / Tensleep, Wy.
Na 25 km. komen we op een bijzonder rustige weg. Tensleep geeft een afstand aan, zoals de Indianen die kenden, tien overnachtingen verwijderd van een andere plaats dus. De naam van de camping is ook curieus: Ten Broek. Er lopen paarden los over de camping.


19 juni 1996 / 107 km / Buffalo, Wy.
Eindelijk de top bereikt
Het wordt vandaag een tour de force. We gaan naar de hoogste pas in onze fietsreis, de Powder River Pass, die 2900 meter hoog is. Na een heel fraaie route komen we daar om half 3 aan, na 47 km onafgebroken klimmen. We hebben dan 1700 meter geklommen. Boven is het behoorlijk fris. We vergissen ons als we denken dat we hierna alleen maar naar beneden gaan. Het gaat nog aardig op en neer. Om 6 uur komen we uiteindelijk aan op de KOA-camping in Buffalo.

20 juni 1996 / 111 km / Gillette, Wy.
Picknick aan de I-90

Pancakes
De camping biedt een all-you-can-eat pancakes ontbijt aan voor 2,5 dollar. Dat moet je niet tegen ons zeggen. Wij eten er resp. 7 en 9 stuks. We rijden over de snelweg, de I-90 en dat is vrij saai. Als we stoppen op een picknickplaats, wordt ons spontaan een sandwich aangeboden door mensen in een camper. We hebben inmiddels (na 50 km) best wel weer trek. We voelen ons met onze fietsen tamelijk nietig vergeleken met de 12 meter lange campers, met daarachter vaak ook nog een gewone auto op sleeptouw.
We overnachten op een camping met weer een vreemde naam, de Crazy Woman Campground.

21 juni 1996 / 83 km / Upton, Wy.
Tot Moorcroft volgen we nog de I-90. Daarna buigen we af naar het zuid-oosten en komen langzamerhand in de Black Hills. Er wordt in deze omgeving steenkool en aardolie gewonnen. We zien lange kolentreinen en ja-knikkers.

22 juni 1996 / 44 km / Newcastle, Wy.
Als we wakker worden, weten we al dat het fout zit, een striemende wind uit de verkeerde richting. We komen niet ver. Gelukkig heeft Newcastle een aardige camping met een overdekt zwembad.

23 juni 1996 / 91 km / Hill City, South-Dakota
Onderweg bezoeken we de Jewel Cave, een druipsteengrot, waar je inkomt door met een lift 65 meter naar beneden de zoeven. Door een mooi landschap komen we uiteindelijk aan in Hill City op de KOA-camping, die vlak bij Mount Rushmore ligt. Vanaf daar gaan we 's avonds met zo'n typisch Amerikaanse schoolbus naar het monument. Dat wordt langzaamaan verlicht, de vlag wordt gehesen en de nationale hymne klinkt. De bezoekers worden getrakteerd op enige patriottische peptalk.

24 en 25 juni 1996 / 71 km / Rapid City, SD.
George Washington
We verbreken ons vorige pancakes record. Deze keer eten we er 10. Eerst komen we bij daglicht nog langs Mount Rushmore. Je kunt vanaf een bepaald punt George Washington vanaf de zijkant zien. We stoppen onderweg ook nog bij de filmlocatie van "Dances with wolves", dat wil zeggen de nederzetting die intact is gelaten. Bij het postkantoor van Rapid City konden we weer een aantal poste restante brieven ophalen. De dag erna blijven we op de camping en doen wat inkopen, waaronder een nieuwe fietsbroek. Het is heet.

26 juni 1996 / 85 km / Wall, SD.
Wall is bekend van Wall Drug, begonnen als een klein winkeltje waar de dorstige reiziger alles wat hij nodig had kon krijgen, maar inmiddels uitgegroeid tot een groot complex van aan elkaar gebouwde winkeltjes, restaurants, bars en musea. Koffie kost nog steeds 5 cent, dezelfde prijs als bij de start en ijswater is gratis. Het is inmiddels 35 gr.C.

27 juni 1996 / 66 km / Cactus Flat, SD.
Badlands NP
Na 8 mijl begint de mooie route door het Badlands NP. We stoppen bij elk uitzichtpunt. Aan het eind van de middag, op de camping worden we getrakteerd op een onweersbui.

28 juni 1996 / 103 km / Murdo, SD.
Het grootste deel van de dag rijden we over de parallelweg van de I-90. Het is genadeloos heet. We bezoeken het Pioneer Automuseum, een bijzondere verzameling van oude auto's, landbouwmachines, motorfietsen en zelfs overgeplaatste oude gebouwen. Sommige dingen staan erbij, zoals ze decennia geleden neergezet zijn. Heerlijk pretentieloos, dit museum. We eten buffet in de KFC. Nog steeds is het zeer warm.

29 juni 1996 / 113 km / Oacoma, SD.

30 juni 1996 / 122 km / Mitchell, SD.
Het landschap wordt vlakker en de prairie maakt plaats voor akkers met graan en mais. Mitchell heeft zelfs een maismuseum. De stadscamping van Mitchell is bijzonder fraai.

1 juli 1996 / 113 km / De Smet, SD
We gaan naar het noorden. In De Smet bezoeken we het echte 'huisje op de prairie', waar schrijfster Laura Ingalls Wilder gewoond heeft. We kamperen op de stadscamping.

2 juli 1996 / 61 km / Oakwood Lake State Park, Minnesota
De wind staat weer eens verkeerd. Het landschap is kaal en geeft dus weinig beschutting tegen de wind. In Arlington lunchen we in een parkje. Bijna elk dorp heeft dat en je kunt er meestal ook kamperen. Het Oakwood Lake State Park is schitterend. En als de wind dan ook nog gaat liggen, kunnen we nog lang genieten van een mooie zonsondergang.

3 juli 1996 / 100 km / Marshall, Mn.
Overnacht op een farm
Er volgt weer een lange kale weg en we worden uren lang achtervolgd door een dreigende donkere lucht. Uiteindelijk komen we onvermijdelijk in de regen terecht. We worden aangesproken door Mary Bottelberghe, van Belgische origine. Ze nodigt ons uit bij hen thuis. We doen ons tegoed aan een warme douche en een overvloedig en heerlijk maal. Het gesprek gaat over boerenaangelegenheden.

4 juli 1996 / 142 km / New Ulm, Mn.
Na een heerlijk ontbijt en nog wat foto's van elkaar te hebben gemaakt, nemen we afscheid van de familie Bottelberghe. Terwijl bijna heel Amerika de nationale feestdag viert, fietsen wij vandaag stug door. Als we er bijna denken te zijn, blijkt de brug over de Minnesota River te zijn verdwenen. Aan de andere kant is de camping. Nog 35 km. moeten we daarom verder naar New Ulm. We komen pas om 9 uur 's avonds aan. Veel muggen en geen douche. Het is niet bepaald een feestdag voor ons.

5 juli 1996 / 112 km / Jordan, Mn.
Alweer een lange dag en opnieuw worden we achtervolgd door pech. Een van de achterdragers is gebroken. We kunnen het provisorisch repareren. Een groter probleem is dat één van onze Thermarest matjes "gedelamineerd" is. Er komt een grote bobbel op. De consequentie is dat hij alleen maar te gebruiken is als hij half opgeblazen is. Wég comfort. Aan de levenslange garantie hebben we hier niet veel. Onze Ultralites worden hier nauwelijks verkocht. Pas in Nederland zullen we hem kunnen omruilen voor een nieuwe.

6 juli 1996 / 93 km / St Paul, Mn.
We vinden een aardige route door de tweelingstad Minneapolis-St. Paul. In het oude centrum van St. Paul maken we een extra rondje. Aan het eind van de dag komen we weer eens in de regen terecht.

7 juli 1996 / 123 km / Barron, Wisconsin
In Stillwater op de grens van Wisconsin genieten we van de zon op een terras met uitzicht over de rivier. De weg daarna is opvallend druk met vakantiegangers. Op de Apple River wordt veel aan tubing gedaan. Mensen laten zich in een luchtband de rivier afzakken.

8 juli 1996 / 65 km / Ladysmith, Wi.
Onderweg moeten we schuilen voor een plensbui. Dat doen we onder een afdakje, waar we meteen maar ons eten koken.

9 juli 1996 / 68 km / Prentice, Wi.
Vandaag kunnen we op wonderbaarlijke manier de langstrekkende buien ontwijken. In Prentice gaan we naar een motel, omdat we geen camping kunnen vinden.

10 juli 1996 / 114 km / Pelican Lake, Wi.

11 juli 1996 / 129 km / Iron Mountain, Michigan
We fietsen nu vrijwel steeds door bossen, zodat we van wind niet zo'n last hebben. Van de regen des te meer. We verwennen onszelf met een luxe Best Western Hotel en een buffet diner.

12 juli 1996 / 108 km / Rapid River, Mi.
We willen eigenlijk niet weg uit ons hotel, maar na het ontbijt doen we het toch maar. Al na 6 km. volgt de eerste bui. We houden de hele dag koude voeten, maar het blijft gelukkig bij deze ene bui. Opnieuw slapen we in een motel.

13 juli 1996 / 111 km / Blaney Park, Mi.
In Manistique bezoeken we een fair. We wisten dat Amerikanen voor vrijwel alles de auto gebruiken, o.a. om op de camping je chemisch toilet te legen (daar ga je toch niet mee lopen zeulen, maar dat bevestig je aan de trekhaak; er zitten per slot van rekening wielen aan). Het valt ons vandaag op dat veel begraafplaatsen zo zijn ingericht dat je met de auto langs de graven kunt rijden. En dat doet men dus ook.

14 juli 1996 / 81 km / Strongs, Mi.
We beginnen de dag weer eens met een hotcakes ontbijt. Het grootste deel van de dag volgen we de zogenaamde Hiawatha Trail. We komen een groepje van 3 Amerikaanse fietsers tegen. Het kampeerterrein van National Forest betalen we niet, omdat we geen gepast geld hebben.

15 juli 1996 / 61 km / Sault-Ste. Marie, Mi.
Naar de kapper geweest
Na een koude ochtendmist breekt later de zon door. Op de camping ten zuiden van Sault Ste. Marie komen we twee Amerikaanse fietsers tegen, Ric en Jane, met wie we uitgebreid ervaringen uitwisselen. Ze gaan een rondje Lake Huron doen, dus gedeeltelijke hetzelfde als wij. Ze wonen in het noorden van Wisconsin. We gaan naar de kapper voor een kleine metamorfose.

16 juli 1996 / 107 km / Thessalon, Ontario
We staan al om half 6 op. Samen met Ric en Jane vertrekken we naar Canada. De grensbrug passeren we in de mist. Later wordt het weer zonnig. We ontbijten met z'n vieren in een hotel in de Canadese zusterstad met dezelfde naam Sault Ste. Marie en gaan daarna onze eigen weg. Het is moeilijk om een geldautomaat te vinden die onze kaart accepteert. De weg nr. 17 is een ramp. Het is vrijwel de enige oost-west-verbinding in Canada en is onderdeel van de Trans-Canada highway. Het is er erg druk en vrachtauto's toeteren ons op een agressieve manier van de weg. Later wordt het wel wat beter, maar door het grotendeels ontbreken van vluchtstroken is het oppassen geblazen.

17 juli 1996 / 87 km / Spragge, Ontario
We fietsen alweer vroeg, om de drukte wat voor te zijn. Voorbij Blind River maken we ommetje rond het meer, waar we picknicken. We staan op de KOA, 5 km. voor Spragge, waar we Ric en Jane weer ontmoeten. Prachtig fietsweer vandaag.

18 juli 1996 / 93 km / Whitefish Falls, Ontario
Eerst rijden we nog een stuk over weg 17. In Massey zien we Ric en Jane weer. Daarna kunnen we een binnenweg naar Espanola nemen en zijn we van het ergste verkeer verlost. We eten een sub in de Subway. We komen nog een man en vrouw tegen die op een tandem met een aanhanger reizen van Boston naar Portland, Wa. Aangekomen op de camping in Whitefish Falls begint het zachtjes te regenen. Maar er is een afdak om onder te koken.

19 juli 1996 / 98 km / Tabermory, Ontario
Ontbijten met Ric en Jane
Na de zware nachtelijke regen is het droog geworden. Ric en Jane bakken pancakes voor ons. In Little Current drinken we koffie en doen we boodschappen. We willen op tijd de veerboot naar Tabermory halen en dankzij een rugwind leggen we 62 km in twee en een half uur af. Het is een mooie en rustige route. Aan de overkant aangekomen delen we de campingplaats met z'n vieren.

20 juli 1996 / 93 km / Hepworth, Ontario
Bij het opstaan is het koud maar zonnig. We fietsen weer onafhankelijk van elkaar, maar zien elkaar toch meerdere keren deze dag. We zien ook een groepje Canadeze jongens van een paar dagen geleden. Die waren van plan elke dag minstens 150 km te fietsen. Daar is dus nog niet veel van terechtgekomen. Op de camping is het nogal rumoerig vanwege dronken weekendgangers.

21 juli 1996 / 84 km / Clifford, Ontario
Na een gezamenlijk ontbijt nemen we definitief afscheid van Ric en Jane. Ze nemen een andere route, naar het zuidwesten. We wisselen adressen en faxnummers uit. (Later zouden ze bij ons op bezoek komen in Nederland en wij ben hen). We rijden door aardige dorpjes en zien bloementuinen, wat in de VS haast nooit te zien is. We worden aangehouden door dezelfde persoon waar we gisteren ook al mee gepraat hebben. Hij had in Europa gefietst. We krijgen een pak sinaasappelsap van hem. We kunnen geen camping vinden, maar in Clifford mogen we op het gazon achter een restaurant staan.

22 juli 1996 / 121 km / Cambridge, Ontario
De route door de stad Guelph is niet prettig voor fietsers, maar daarna kunnen we weer rustige wegen vinden. We willen naar de camping bij het African Lion Safaripark bij Cambridge. Na enig omrijden vinden we dat. Het is mooi weer en vrij warm.

23 juli 1996 / 108 km / Niagara Falls, Ontario
Niagara Falls
We rijden met een bocht om Hamilton heen en via een vrij rustige weg bereiken we tenslotte de Canadese kant van Niagara Falls. In tegenstelling tot de Amerikaanse kant is het hier een waar toeristencircus. Het is moeilijk kiezen uit de vele campings. Na een bezoek aan een tegenvallend Koreaans restaurant fietsen we naar de waterval en zien deze in het avondlicht. Het is er een drukte van belang.

24 juli 1996 / 91 km / Batavia, NY

25 juli 1996 / 120 km / Waterloo, NY

26 juli 1996 / 97 km / Cortland, NY
We overnachten in Cortland op de Country Music Camping, die zijn naam waarmaakt. Er is een grote zaal met optredens van countrybands.

27 juli 1996 / 112 km / Unadilla, NY
We rijden flink door deze dagen. Het einde komt in zicht en zoveel bijzonders zien we niet meer. Toch is de staat New York mooi, met zijn afwisselende landschap van meren, heuvels, bossen en rivieren. We vrezen voor onze banden. We krijgen steeds meer lekke banden. Gisteren zelfs drie en het loopvlak van alle banden is nu vrijwel versleten.

28 juli 1996 / 113 km / Windham, NY

29 juli 1996 / 101 km / Great Barrington, Mass.
Na het oversteken van de Hudson rivier begint de ellende. Veel heuvels en veel regen. We zijn blij met een motel met warm bad en comfortabel bed.

30 juli 1996 / 84 km / Windsor, Conn.
We hebben een omweg genomen door Massachusetts en Connecticut omdat we in Windsor familie willen bezoeken.

31 juli 1996 / 90 km / Woodbury, Conn.
We vertrekken laat, vanwege het uitgebreide ontbijt en de regen. De hele dag achtervolgen buien ons. Ook moet er weer pittig geklommen worden. Voor de camping vinden we het te nat. Het wordt weer een motel, duur maar matig.

1 augustus 1996 / 108 km / White Plains, NY
Eindpunt bereikt: Central Park
Ook nu overnachten we in een hotel. Omdat we al in de buurt van de stad zitten, vinden we niet iets goedkoops.

2 augustus 1996 / 42 km / Manhatten, NY
We hebben het gehaald. We fietsen via de Broadway Manhatten binnen. We verblijven nog een paar dagen in het appartement waar we 10 maanden geleden onze grote reis begonnen. We doen nog wat inkopen en doen nog wat toeristische bezoekjes. Op 6 augustus vertrekt ten slotte ons vliegtuig.






Praktische informatie


Het materiaal

We maakten gebruik van vrijwel nieuwe Giant Expeditions met aluminium frames en Shimano Deore LX onderdelen, bouwjaar 1994. De fietsen bevallen ons uitstekend maar de dragers vormen een zwak punt. De achterdragers houden het iets langer uit dan voor, maar het was uiteindelijk nodig om alle dragers te vervangen.

We gebruikten Ortlieb tassen in de lichtgewicht uitvoering. Vóór werden de tassen bevestigd aan lowriders. Halverwege hebben we 2 voortassen met overbodige spullen teruggestuurd naar huis. Op beide fietsen zat ook een stuurtas en op één van de twee werd de tent vervoerd in een losse kanotas. Fiets en tassen hebben het prima gedaan. De Vredesteinbanden houden het zo'n 6000 kilometer vol. Voorbanden iets langer. We hadden een Michelin opvouwbare buitenband bij ons als reserve. We scoorden in totaal 43 lekke banden. Dat is per fiets ongeveer één lekke band per 650 kilometer.

De tent was een ca. 8 jaar oude VauDe Space 3, een 3 kilo zware tent met aluminium boogstokken. Behalve een niet meer geheel waterdicht grondzeil hield de tent zich prima.
We gebruikten een benzinebrander van het merk MSR Whisperlite. Bij gebruik van gewone loodvrije benzine verstopte de sproeier een enkele keer en werd de brander vrij snel vuil van het roet. Beter is de speciale schone brandstof te gebruiken, maar die is vaak alleen maar in flessen van een gallon te koop.
We sliepen op Thermarest Ultralite, die heel klein opgevouwen kunnen worden en toch redelijk comfortabel zijn. Van Bever hadden we de speciale lakenzak waar je de matjes inschuift en waar je een slaapzak aanritst. Zo hoef je maar één slaapzak mee te nemen.

De wegen en het verkeer

In de VS is het verkeer over het algemeen rustig. Het is aangenaam fietsen. Dat geldt zeker voor wegen met brede vluchtstroken (shoulders). In sommige steden merk je wel iets meer agressiviteit naar fietsers, maar het blijft binnen de perken. Slechts één keer kwam een auto te dicht langs ons.
In Mexico geldt dat in principe ook wel, maar wij hadden wel de pech dat twee keer een onverantwoord rijdende chauffeur zo dicht langs ons reed, dat één van ons werd geraakt, met vervelende gevolgen. Volgens zeggen wordt dit waarschijnlijk in de hand gewerkt door het vele alcoholmisbruik in het Mexicaanse verkeer.
In Canada moet je de Trans Canada Highway zien te vermijden. Het vrachtverkeer is daar erg agressief. Fietsers horen in hun ogen niet op de weg. In het algemeen zijn de wegen smaller en drukker dan in de VS.
Een vervelend aspect voor fietsers is de enorme vervuiling van wegen en bermen. Vooral in de VS is dat het geval. Er wordt van alles in de bermen gesmeten, tot zelfs koelkasten en bedden toe. Aangereden dieren worden vaak niet weggehaald. We kwamen zelfs langs half vergane herten tegen en één keer zelfs een paard. De vluchtstroken mogen prettig zijn voor fietsers, voor de banden is dat vaak niet zo. Er liggen vaak doorns of stukjes staaldraad van kapotte autobanden, wat deels het hoge aantal lekke banden verklaart.

De route

We vonden onze route met behulp van kaarten van de Triple A (AAA). Die krijg je gratis, als je lid bent van de ANWB. Ze bestaan per staat. Vrijwel alle asfaltwegen staan daar op en ook sommige gravelwegen. Ze zijn er ook in een kleinere schaal, met meerdere staten op één kaart. Er bestaan ook wegenatlassen van de VS en ook van de staten afzonderlijk. Op die laatstgenoemde is de hele staat in detailkaarten afgebeeld. Heel mooi, maar iets te veel van het goede. Die atlassen zijn ook onhandig groot om als fietser mee te nemen. Mexico en Canada kun je ook bij de AAA krijgen, maar die van Mexico is te kleinschalig, behalve Baja California, die is wel goed. Van Mexico kochten we in het land zelf een wegenatlas, maar die bleek niet altijd even betrouwbaar.
Daarnaast kun je bij de AAA gratis handige campbooks krijgen, waarin de meeste campings staan aangegeven en bovendien zijn er boekjes met hotels en toeristische informatie.
Voor wie coast-to-coast wil fietsen kan het de moeite lonen om de kaarten / gidsen van Adventure Cycling te gebruiken. Er zijn enkele oost-west routes beschikbaar, maar omdat meer mensen die rijden zul je waarschijnlijk vaker fietsers tegenkomen. 

Het klimaat

We konden onze route redelijk aanpassen aan de tijd van het jaar en het te verwachten klimaat. In de zuidelijke staten en Mexico kun je het hele jaar wel fietsen, al zal het 's zomers wel eens te heet zijn. Er zijn wel eens koelere dagen en regen moet je ook niet uitsluiten, maar het gaat in de winter. De noordelijke staten en Canada zijn eigenlijk alleen 's zomers aantrekkelijk. In de winter zal er veel sneeuw kunnen liggen en zal het vriezen. De winter kan vroeg invallen en lang duren. Vooral in de hoger gelegen delen is dat het geval. Bergpassen zijn vaak tot in april of zelfs mei nog gesloten.

De mensen

In de VS word je over het algemeen met bewondering aangesproken als je met bagage rondfietst. Soms gebeurt dat zelfs meerdere keren op een dag. Men heeft je dan zien rijden en spreekt je bijvoorbeeld in een restaurant of supermarkt aan. De mensen zijn belangstellend, maar als ze de belangrijkste dingen weten, dan breken ze het gesprek ook weer heel snel af over het algemeen.
De Canadezen waren in onze ogen iets afstandelijker, maar verder geldt hetzelfde.
De Mexicanen tonen ook een warme belangstelling voor mensen die sportieve prestaties leveren. Hier zijn nog meer mensen die naar je informeren, dan in de VS en Canada. Door onze gebrekkige kennis van het Spaans, duurden de gesprekken meestal maar kort.
Het is ons nooit overkomen dat we zijn afgezet, bedreigd of op een andere manier slecht zijn behandeld.

De kosten

Onze reis die in totaal 10 maanden besloeg, was als volgt verdeeld:
6 maanden per fiets
2 maanden per openbaar vervoer in Mexico
1 week per huurauto in Californië
1 maand per huurcamper in Californië, Arizona, Utah en Nevada.
de rest van de tijd waren we op een vaste plek bij familie of vrienden

De kosten van alleen het fietsgedeelte bedroegen ongeveer het volgende:
campings: $ 1500
hotels: $ 700
restaurants: $ 900
overige: $ 3900
Samen dus $ 7000 voor 6 maanden fietsen voor 2 personen. De uitrusting en de vliegreis komen daar nog bij.
De dollar was in die tijd ongeveer ƒ 1,60.

Fietsen van New York naar Mexico (1995)


Ons grote avontuur  


In 1995 en 1996 maakten we onze langste fietsreis. Verdeeld over 3 etappes en in totaal 14.000 km fietsten we in totaal zo'n 6 maanden. Het werd een ervaring, waar we heel erg vaak aan terug denken. De globale route die we hebben afgelegd was als volgt.
Eerste etappe (van 29 september tot 24 december): New York - Natchez - New Orleans - Lafayette - Houston - San Antonio (TX) - Laredo (TX) - San Luís Potosí (Mex) - Guanajuato - Guadalajara - Ajijic.

Tweede etappe (van 21 februari tot 4 maart): La Paz - Cabo San Lucas - La Paz - Santa Rita.

Derde etappe (van 14 mei tot 2 augustus): Los Angeles - Sacramento - Carson City - Yellowstone Park - Rapid City (SD) - Sault St. Marie (Ontario) - Niagara Falls - New York.

Lees het onderstaande  verslag van onze reis en doe hetzelfde: fietsen in Noord-Amerika!

Van New York naar Ajijic (MX) 

23 tot 28 september 1995 / 25 km / Manhattan, New York.
Uitzicht vanaf Empire State Building

Van het vliegveld JFK fietsen we door de drukke stad, met soms ongure buurten naar Manhattan waar we enkele dagen zullen verblijven in het appartement van een Nederlandse kennis. Vooral het 'nemen' van de Queensboro Bridge is op de fiets niet aan te raden. De Brooklyn Bridge was een beter alternatief geweest maar dat wisten we nog niet. Eenmaal aangekomen in het appartement laten we de fietsen verder staan en zijn we een paar dagen gewoon toerist.


29 september 1995 / 116 km / Raven Rock, NJ
We verlaten Manhattan met de gratis veerboot naar Staten Island. Onderweg heb je een mooi uitzicht op het Vrijheidsbeeld. Na Staten Island overgestoken te zijn komen we via een brug in New Jersey. Deze staat steken we helemaal door de eerste dag, naar een camping aan de grensrivier de Delaware. Eigenlijk iets te veel van het goede zo'n eerste dag, ook al omdat er aan het eind nog wat venijnige klimmetjes komen. Het weer is prima en het waait nauwelijks.

30 september 1995 / 75 km / Rahns, Pennsylvania 
Veel keuze

De geplande camping is vandaag te ver. We overnachten in een weitje aan een creeck. De route is vrij lastig. Veel klimmen in een landschap dat wel wat op Zd-Limburg lijkt. We rijden ook nog eens kilometers om. Dit is ook een landschap met tientallen kerken van allerlei snit. Het is al vrij warm om te fietsen., zo'n 25 graden C.

1 oktober 1995 / 98 km / Lancaster, Pennsylvania 
De ochtend begint met koude mist, dus we drinken eerst maar eens hete thee bij een benzinestation. We komen vandaag door Amish-land. Onderweg zien we er verscheidene in hun koetsjes. Ze groeten ons allemaal vriendelijk, langzaamverkeer tegen langzaamverkeer. Waarschijnlijk vinden zij ons even gek als wij hen. De camping in de buurt van Lancaster berekent voor tentjes en motorhomes dezelfde prijs: $ 20. Dat vinden wij duur.

2 oktober 1995 / 80 km / Hanover, Pennsylvania
Vandaag is het echt heet met tegen de 30 graden C. De route is ook de zwaarste tot nu toe.

3 oktober 1995 / 104 km / Maryland
We doorkruisen een stukje van de staat Maryland op enige afstand van Washington DC. Het landschap wordt hier saaier, maar in de verte zien we al de Blue Ridge Mountains. We vinden een primitief kampeerterreintje met pomp, toilet en picknickbank. We zijn hier de enigen.

4 oktober 1995 / 64 km / Boyce, Virginia
Voor het eerst regen! We moeten de tent nat inpakken. We volgen de wegen nr. 7 en 601 en die blijken ook nog eens behoorlijk steil. In een restaurant belonen we ons zelf op een lekkere maaltijd. Even later doemt een camping op waar we onder een overkapping droog kunnen zitten. We worden 's avonds uitgenodigd door de Weldons, die hier in hun pickup campertje zijn. Veel Amerikanen zijn erg nieuwsgierig naar die rare fietsers met hun zware bepakking.


5 oktober 1995 / 77 km / Luray, Virginia
Camping in Luray

Ook deze dag begint met veel regen. Hoewel het niet koud is, waren we toch niet voor dit weer naar de VS gekomen. Aan het begin van de Blue Ridge moet je kiezen: ten westen er langs, ten oosten of de mooie Skyline Drive. Volgens een parkwachter is het erg mistig boven, zodat we kiezen voor de westelijke route, de 340. Dat betekent van de drup in de regen. Een ware hoosbui overvalt ons en net voor Luray rijden we, nog steeds in de regen, de camping op. Die heeft weer zo'n leuke pavillion, waaronder we zelfs de tent en de fietsen kwijt kunnen. Ideaal.

6 oktober 1995 / 90 km / Waynesboro, Virginia
We worden weer eens wakker onder een blauwe hemel. En het blijft de hele dag zo. Maar een gemakkelijke dag wordt het niet. De 340 die we de hele dag volgen is behoorlijk heuvelachtig en we krijgen ook behoorlijke tegenwind.

7 oktober 1995 / 20 km / Waynesboro, Virginia
We slapen uit (tot half 9), want we hebben besloten onze eerste rustdag te nemen. We gaan naar de kunstmarkt in de stad Waynesboro. Onze campingburen vertelden daarover. Die hebben daar ook een stand met pottenbakkersproducten. Op de camping ontmoeten we ook een man die de hele dag met zijn zaagmachine in de weer is. Hij maakt houten emmertjes, die zijn vrouw beschildert. Ze wonen al een paar jaar op deze camping. We krijgen afvalhout van hem voor een kampvuur.

8 oktober 1995 / 103 km / Natural Bridge, Virginia
Het eindpunt is de mooie camping bij het plaatsje Natural Bridge. De feitelijke natuurlijke brug hebben we niet gezien. We hadden niet meer de moed om die laatste extra kilometers erbij te doen. Het was vooral op het eind erg zwaar, vanwege de forse heuvels.

9 oktober 1995 / 97 km / Salem, Virginia
Het gaat niet lekker vandaag. In de ochtend is het koud en mistig en de route is opnieuw zwaar. mist in de ochtend In Roanoke eten we van een pizza-buffet: veel, lekker en goedkoop. We halen ook nog een stapeltje kaarten bij de plaatselijke AAA. De camping in Salem ligt vlakbij de snelweg.

10 oktober 1995 / 76 km / Claytor Lake State Park, Virginia

We rijden 12 km om, maar bereiken uiteindelijk om 16.00 uur deze prachtige camping. We kunnen daardoor nog even genieten van de zon.


11 oktober 1995 / 50 km / Whyteville, Virginia 

Opnieuw ochtendmist, maar later weer zon. Na een zware klim voorbij Pulashi dubben we of we doorgaan tot Marion, of de camping van Whyteville zullen nemen. We stoppen, om half 2 al, maar nu hebben we mooi de tijd voor 'huishoudelijk' werk.

12 oktober 1995 / 62 km / Seven Mile Ford, Virginia 
Vandaag gaat het wel heel gemakkelijk. Voornamelijk naar beneden en ook nog eens rugwind. Onderweg zien we weer eens een mobile home park, eigenlijk een woonwijk van stacaravans voor de minder bedeelden. Vlak bij een fabriek, dat wel. De camping waar we aankomen heet Interstate en ligt inderdaad pal naast de snelweg. We bereiden hier een lekker kampeermaaltje: forel, worteltjes, aardappels en zure room.

13 oktober 1995 / 104 km / Tennessee 
Heuvelachtig

Bewolkt en af en toe regen, maar we rijden stug door en belanden na Virginia in Tennessee. Op de camping worden we uitgenodigd in een kingsize trailer met uitschuifbare zijwanden. We krijgen kaas uit Wisconsin en die smaakt verrukkelijk.

14 oktober 1995 / 80 km / Tennessee 
Regen, regen, regen. In een KFC hebben we buffet-lunch. We worden wat meewarig aangekeken in onze natte pakken en schoenen. De camping heeft uitzicht op een stuwmeer, maar de regen ontneemt ons het uitzicht.

15 oktober 1995 / 111 km / Tennessee 
We willen vandaag voorbij de stad Knoxville komen. We belanden daar in druk verkeer met opvallend veel agressieve automobilisten. Dat hadden we tot nu toe niet meegemaakt. Later raken we in gesprek met een fietser, die ons voorbereidt op wat we verder naar het zuiden zullen tegenkomen: veel "rednecks" en "cowboys". En dat is volgens hem voor een fietser geen pretje.

16 oktober 1995 / 99 km / Crossville, Tennessee
We volgen HW 70 in westelijke richting met stevige klimmen en we overschrijden de eerste tijdgrens. We ontmoeten weer veel vriendelijke mensen die ons een "safe trip" toewensen.

17 oktober 1995 / 83 km / Rock Island State Park, Tennessee 
Picknick bij Sparta

Vlak voor Sparta is er een mooi uitzichtpunt. Ons einddoel vandaag is Rock Island, vlakbij een stuwdam en en waterval. Er is een fraaie camping, die we echter niet ongeschonden halen. We krijgen na 1600 km onze eerste lekke band. Het is deze keer 's avonds niet zo koud, zodat we nog lang bij een kampvuurtje kunnen zitten.

18 oktober 1995 / 71 km / Manchester, Tennessee 
Sinds dagen fietsen we weer eens in korte broek. Daar nodigt een temperatuur van 24 graden wel toe uit. Dankzij een vrij gemakkelijke route kunnen we de hele middag op de camping allerlei karweitjes doen, zoals kleding wassen.

19 oktober 1995 / 70 km / Lynchburg, Tennessee 
Bijna lege snelweg

Deze dag staat volledig in het teken van Jack Daniels. De whiskeystoker maakt veel werk van de rondleidingen. Het bijzondere van de whiskey uit Tennessee is dat deze door houtskool van de mapleboom druppelt, waardoor het bijzondere aroma ontstaat. Merkwaardig genoeg mag de whiskey in Lynchburg zelf niet worden verkocht, alleen voedingswaren waarin het is verwerkt, bijvoorbeeld whiskey-ijs. Heel lekker. De plaats Lynchburg is leuk authentiek, maar wordt wel helemaal genomineerd door Jack Daniels. In de buurt is een mooie statepark camping.

20 oktober 1995 / 90 km / Tennessee 
Net voor we opstaan zorgt een onweersbui voor een sterke afkoeling. Het is nog maar 14 gr.C. Het wordt wel droog maar we krijgen een sterke tegenwind als we verder naar het westen fietsen. Ook vanwege de zware klimmen is het een zware dag. We overnachten op een KOA-camping.


21 oktober 1995 / 84 km / Natchez Trace Parkway

De eerste nachtvorst. Het gras is helemaal wit. Gelukkig verschijnt de zon al snel maar de tegenwind is even sterk als gisteren. Na 75 km komen we op de Natchez Trace Parkway, een mooie beschutte weg, die eigenlijk één langgerekt nationaal park is van Nashville tot Natchez aan de Mississippi. Het fietst een stuk lekkerder. Na nog 9 km zien we een schitterende picknickplaats met wc en water. Daar kunnen we prima kamperen.

22 oktober 1995 / 108 km / Natchez Trace Parkway, Mississippi
Idyllische kampeerplek

Opnieuw heeft het gevroren en we hadden het nog kouder. Overdag wordt het echter zonnig en zelfs 25 gr. De Parkway die de historische handelsroute Natchez Trace volgt is heel mooi aangelegd, steeds door bossen omzoomd. Vaak staat er een informatiebord en geregeld zijn er picknickplaatsen. Af en toe zelfs wc-gebouwen. Bij een kantoortje van de parkwacht krijgen we een kaart van de route. Er is wel een probleem. We komen nauwelijks langs dorpjes, zodat we met het eten wat moeten improviseren. Via een klein stukje Alabama komen we in de staat Mississippi. We overnachten op een primitieve camping.

23 oktober 1995 / 92 km / Natchez Trace Parkway, Mississippi 
Alweer mooi vandaag, alleen tegenwind. In Tupelo doen we voor 3 dagen boodschappen, zodat alle tassen barstensvol met etenswaren zitten. We komen terecht op een goedkope camping die als bijzonderheid heeftdat je gebruik kunt maken van een ligbad. Dat hadden we nog niet eerder meegemaakt.

24 oktober 1995 / 96 km / Natchez Trace Parkway, Mississippi
De campingbaas biedt ons 's ochtends koffie aan. Nog steeds zijn we op de Natchez Trace en vandaag komen we voor het eerst andere fietsers tegen. Met een van hen praten we een tijdje. Hij is onderweg van Texas naar Nashville en wil nog verder naar Oregon, maar dat lijkt ons onmogelijk vanwege de winter. Hij raadt ons aan een omweg te maken naar Vicksburg, een van de landmarks van Amerikaanse Burgeroorlog. Als wij niet al te enthousiast kijken, stelt hij begrijpend vast: "Oh of course, it was not your war".

25 oktober 1995 / 60 km / Natchez Trace Parkway, Mississippi
Na 20 km komen we bij French Camp, een openlucht museumpje, waar we heerlijke Mississippi Mudcake eten. In Kosciusko, de geboorteplaats van Oprah Winfrey, kunnen we weer eens boodschappen doen. Bij het parkwachtershuisje is een klein trekkersterrein met kraan, wc én een grote stapel hout voor het kampvuur. Gratis.

26 oktober 1995 / 60 km / Natchez Trace Parkway, Mississippi
Het kampvuurtje wordt 's ochtends nog even opgestookt en na het ontbijt rijden we in vliegende vaart nar de volgende camping bij Ratcliff Ferry. 's Avonds gaat het regenen.

27 oktober 1995 / 59 km / Natchez Trace Parkway, Mississippi
Langs stuwmeer bij Jackson, Mississippi

Overdag is het bewolkt en broeierig warm. Een onweersbui kan niet uitblijven. In Jackson, de enige grote stad aan de Natchez Trace staan we op een camping waarvan het toiletgebouw op hoge palen is gebouwd. Overstromingsgevaar? Jackson is ook de enige onderbreking in de Parkway. Je moet over gewone wegen door de stad je weg zien te vinden. Dat is wel weer even wennen.

28 oktober 1995 / 82 km / Natchez Trace Parkway, Mississippi 
We kunnen geen weg vinden die ons op de Natchez Trace Parkway terugbrengt zonder op de snelweg te komen. Daarom duwen we de fietsen maar tegen een talud omhoog. Voor de verandering komen we op een kampeerterreintje dat bijna helemaal al vol staat met tenten. Het is weekend, vandaar.

29 oktober 1995 / 89 km / Natchez, Mississippi 
Vandaag is het laaste stuk van de Natchez Trace Parkway en niet het slechtste. We komen door het historische plaatsje Port Gibson en later komen we bij de enige overgebleven herberg van de oude handelsroute.

30 oktober 1995 / 15 km / Natchez, Mississippi 
Na lange tijd hebben we vandaag een rustdag. We bezoeken de historische binnenstad van Natchez, een oude handelsstad aan de Mississippi rivier. Helaas werkt het weer niet mee vandaag, koud en grijs.

31 oktober 1995 / 109 km / St. Francisville, Louisiana
De wegen van Louisiana zijn opvallend veel beter dan die van Mississippi, de brede vluchtstroken bevallen ons wel als fietsers. In de buurt van St. Francisville zien we veel gerestaureerde "ante-bellum" huizen met grote bomen erbij waar slierten spanish moss in hangen.


1 november 1995 / 74 km / Baton Rouge, Louisiana 
Spanish moss in de bomen rond Oakley Mansion

Voor we verder gaan willen we een mansion bezoeken. Het wordt het 200 jaar oude Oakley, waar we een privé rondleiding krijgen. Het is het huis waar de beroemde dierentekenaar Audubon heeft gewoond en gewerkt. Als we weer buiten staan zien we in de tuin een slang van 1,50 meter die net bezig is een eekhoorn naar binnen te werken. Door ons opgeschrikt laat hij de prooi, die al dood is, los en vlucht. Het is vandaag weer eens broeierig warm, maar het onweer blijft uit. We rijden naar Baton Rouge waar we de tent opzetten in de pavillion van de KOA-camping. We vertrouwen het weer niet.

2 november 1995 / 85 km / La Place, Louisiana 
Regen, en hoe! We worden wakker door een enorme onweersbui. Het dondert, bliksemt en stortregent aan één stuk door. Gelukkig heeft het pavillion een houten vloer die een paar cm hoger ligt, want al spoedig staan we op een eiland. De hele camping staat blank. Uiteindelijk moeten we de tent en de andere spullen zelfs op de picknicktafels zetten omdat de vlonder ook onderloopt. Om 11 uur wagen we het erop, maar vele buien zijn vandaag ons deel.

3 november 1995 / 54 km / New Orleans, Louisiana 
Veel nachtelijke regen, maar overdag wordt het droog, fris en winderig. We willen de Mississippi oversteken via de Huey P. Long Bridge, genoemd naar de roemruchte goeverneur. Hoewel we een bordje zien dat het verboden is voor fietsers, wagen we het erop. We weten geen andere mogelijkheid. Midden op de brug gaat echter een politieauto achter ons rijden, zodat wij vanaf dat moment het tempo van het verkeer bepalen. Onder aan de lange brug moeten we aan de kant stoppen en worden we bestraffend toegesproken: "You could have been killed!" We zeggen maar niet dat dat volgens ons erg meevalt en bedanken de agenten voor hun escorte. 's Middags gaan we vanaf de camping met de bus naar de binnenstad van New Orleans.

4 november 1995 / 5 km / New Orleans, Louisiana 
Vandaag gaan we weer met de bus naar de stad om het Vieux Carré te bezoeken.

5 november 1995 / 5 km / New Orleans, Louisiana 
De derde en laatste dag in deze toch wel mooie stad. We bezoeken de French Market, eten gebakken catfish en in het beromde Café du Monde eten we de bekende beignets. Jammergenoeg missen we de Preservation Hall met de jazzmuziek, want deze gaat pas open als wij al met de laatste bus terug moeten. Gelukkig is er op straat ook genoeg aan muziek te beleven.

6 november 1995 / 96 km / Houma, Louisiana 
We verlaten New Orleans via weg nr. 90 en een stukje Old Spanish Trail. Houma (het Venice van de VS) valt ons wat tegen. Op de camping hebben we veel aanspraak en we worden zelfs te eten gevraagd. Dat komt goed uit want voor het eerst hebben we een camping zonder picknicktafel op onze plaats. Lekker weer.

7 november 1995 / 67 km / Louisiana 
Onze buren bieden ons 's ochtends weer koffie aan. Ondanks de slechte weersvoorspelling gaan we vol goede moed op weg. Maar de buien komen toch en we raken uiteindelijk volkomen doorweekt. We rijden door een vlak landschap met veel kanalen. De bruggen over de kanalen hebben geen gewoon wegdek maar een metalen rooster dat bij regen spekglad wordt. Op één van die bruggen gaat het mis... Gelukkig heeft Janny niets geschaafd of gebroken, maar ze ligt wel languit. Alleen een hand en een knie zijn pijnlijk. We krijgen ook een paar hoge viaducten, waarvoor je geen hoogtevrees moet hebben. Na 1 uur wordt het droog en de camping is mooi.


8 november 1995 / 87 km / Lake Fausse Pointe State Park, Louisiana
De bayou

Bij Baldwin verlaten we weg nr. 90 en gaan de bayou country in. Bij Charenton komen we op een gravelweg en we picknicken bij eeuwenoude eiken aan het water. Na 24 km gravel, niet makkelijk te fietsen met onze betrekkelijk smalle banden, komen we bij Lake Fausse Pointe State Park. Een autochtone kampeerder probeert ons te helpen met ons kampvuur, maar het hout blijkt te nat. Helaas veel muggen.

9 november 1995 / 99 km / New Iberia, Louisiana
Een aaneenschakeling van pech vandaag. We worden onderweg aangesproken door een Vlaamse vrouw, die ons bij haar thuis uitnodigt, volgens haar zo'n 5 mijl verderop. Hoe wij ook zoeken, we kunnen met geen mogelijkheid haar huis vinden. Door het zoeken rijden we 20 km gravelweg voor niets. Vanaf de volgende camping rijden we naar Avery Island, bekend van de Tabasco-fabriek en van de peperplantages er omheen. Om duistere reden is het eiland, dat overigens nauwelijks als eiland herkenbaar is, verboden voor fietsen en niet voor auto's. We laten de fietsen voor de brug staan. Desondanks moeten wij 50 cent tol betalen voor de brug, namelijk 50 cent per voertuig, ook al komen we lopend! Op de terugweg naar de camping raakt een dynamo los en slaat in het wiel. Schade: één kapotte spaak.


10 november 1995 / 96 km / Lafayette, Louisiana
Met Peggy en Jim

We bezoeken eerst Acadian Village, een klein openluchtmuseum. Wij vinden het de hoge entreeprijs niet waard. Daarna fietsen we naar de KOA-camping in Scott, ten westen van Lafayette. Vandaaruit gaan we zonder bagage terug naar de stad om wat cajun- en zydeco-sfeer op te snuiven. Dat blijkt in het centrum moeilijk te vinden. We ontmoeten echter Peggy en Jim, die ons meenemen naar enkele grote cajun- en zydeco-restaurants annex danszalen, die wat meer buiten het centrum blijken te liggen. Het wordt een heerlijke avond dankzij hun gezelschap, de uitbundige muziek en de uitgelaten sfeer. Zij brengen ons en de fietsen zelfs met hun auto terug naar de camping. 's Nachts breekt er weer eens een ouderwets noodweer los waardoor de hele camping onder water komt te staan.

11 november 1995 / 106 km / Pecan Island, Louisiana 
Het onweer heeft compleet ander weer gebracht, zonnig, fris en een straffe noordenwind. Dat laaste komt goed uit, want we gaan naar het zuiden langs onafzienbare suikerrietvelden. Bij Pecan Island (speek uit als Pekáan) keert de natuur weer terug. Het is een landschap van meren en riet, vissers en eendenjagers. Het is moeilijk om een overnachtingsplek te vinden. We komen uiteindelijk terecht op de varanda van een niet gebruikt vakantiehuisje. Daar mogen we van de beheerder staan met onze tent en we hebben uitzicht over het water.

12 november 1995 / 80 km / Grand Chenier, Louisiana 
Ook vandaag is het moeilijk een kampeerplek te vinden. Een camping weigert ons: geen tenten toegestaan! Uiteindelijk nemen we een motel. Voor het eerst in weken slapen we niet in onze tent. Een achterband is geklapt. We vragen ons af hoever we nog zullen komen met onze achterbanden. We hebben één reserve buitenband bij ons.

13 november 1995 / 113 km / Sea Rim State Park, Texas 
Kamperen op het strand

Voor het eerst komen we langs de kust van de Golf van Mexico. Twee keer stoppen we daar. Het weer is prettig en de weg is lang en eenzaam. 
We moeten weer een stuk het binnenland in naar Port Arthur, om de brug over de grensrivier tussen Louisiana en Texas over te steken. Onderweg zien we een alligator zwemmen. 
Het eindpunt is een State Park aan zee. Het is er prachtig en we mogen de tent direct aan het strand zetten. Het plezier wordt echter vergald door een zwerm muggen. We genieten van het uitzicht op zee, maar wel vanachter het horrehaas van de tent.


14 november 1995 / 65 km / Chrystal Beach, Texas
Fietsen op het strand

Bij het opbreken hebben we nog steeds last van muggen, dus we proberen zo snel mogelijk weg te komen. We rijden over een weg die is afgesloten. Verderop zien we goed waarom dat is. De weg, die er ooit was, is vrijwel volledig in zee verdwenen, vanwege kustafslag tijdens een vroegere storm. Het grootste gedeelte, zo'n 25 km, rijden we daarom over het strand.

15 november 1995 / 113 km / Bacliff, Texas 
We nemen de veerboot naar Galveston, de beroemde badplaats van Texas. De "Strand" (boulevard) aldaar is mooi opgeknapt en het is er prettig toeven. Van enige activiteit op het strand is overigens geen sprake, terwijl het nog steeds lekker nazomerweer is. 
Bij Bacliff treffen we weer eens een camping waar geen tenten toegelaten worden. Dat is in onze ogen net zoiets als een spoorbaan die verboden is voor treinen. Gelukkig wordt er deze keer voor ons een uitzondering gemaakt. We hebben een mooi uitzicht over de baai van Galveston en we krijgen gratis koffie.

16 - 19 november 1995 / 48 km / Bay Town, Texas 
Steeds meer lekke banden

We rijden naar Baytown, onder de rook van Houston, omdat we hier Amerikaanse kennissen willen bezoeken. We hebben hun adres ook als postadres aan onze familie en vrienden doorgegeven, zodat we een aardig stapeltje post gaan beantwoorden. We hadden ook geprobeerd nieuwe dragers te laten opsturen, maar om een of andere reden zijn ze niet aangekomen. De Giant lowriders blijken een zwak punt van de Expeditions te zijn. We vinden echter een adres om ze te laten lassen. Aluminium lassen is niet eenvoudig, dus het ziet er niet geweldig uit, maar voorlopig kunnen we even vooruit. Verder rusten we lekker uit deze dagen en krijgen veel te eten. We lezen in de bibliotheek het boek "The Peoples Guide to Mexico" van Carl Franz en raken steeds meer opgewonden van het vooruitzicht daar binnen een aantal dagen ook te fietsen.

20 november 1995 / 107 km / Katy, Texas
Omdat we naar San Antonio willen, is er niet zoveel andere keus dan dwars door Houston, de vierde stad van de VS. Dat gaat dankzij een goede plattegrond goed, maar vanwege de vele verkeerslichten schiet het niet erg op. Bovendien stoppen we onderweg nog bij de AAA-winkel en een outdoorzaak, waar we een waterfilter kopen. en een boek over fietsen in Mexico. De geplande KOA-camping halen we niet voor het donker wordt. Dan maar een luxe Super-8-motel.

21 november 1995 / 86 km / Columbus, Texas 
Een ontspannen dagje met heerlijk weer. We rijden over de parallelweg van de I-10. Op de camping hebben we een grote stapel hout voor een kampvuur. Als je eenvoudige genoegens weet te waarderen dan is een fietskampeerreis het mooiste wat er is.

22 november 1995 / 99 km / Bastrop, Texas 
De route blijkt 20 km langer te zijn dan op de kaart staat. Bovendien komen we in Hill Country. Het wordt zwaarder.

23 november 1995 / 76 km / San Marcos, Texas 
Het is Thanksgiving, hetgeen betekent dat veel winkels en restaurants dicht zijn. Uiteindelijk vinden we in deze aardige maar nu tamelijk uitgestorven stad toch nog een restaurant. Authentiek Texaans, dat gaat er wel in.

24 en 25 november 1995 / 79 km / San Antonio, Texas 
Gondelvaart in San Antonio

Met alweer mooi weer fietsen we langs de I-35 naar San Antonio. Zonder problemen vinden we de KOA-camping waar we voor 2 nachten reserveren. Het is een mooie camping, ver van de snelweg. 's Avonds gaan we met de bus naar het centrum, want het is toevallig de jaarlijkse gondelvaart. Het centrum met de beroemde River Walk is echt heel apart. Het heeft iets sprookjesachtigs, hoewel het hier en daar behoorlijk commercieel is. Verder is de Alamo een bezienswaardigheid, de vroegere Spaanse missiepost, waarmee alles hier begon. De sfeer wordt verder opgefleurd door tal van texmex-bandjes die her en der in het centrum spelen. San Antonio is een echte magneet voor Mexicaanse immigranten en dus ook hét centrum van de texmex-muziek. Je hoort meer Spaans dan Amerikaans op straat.

26 november 1995 / 73 km / Devine, Texas 
Na San Antonio volgt de lange rechte snelweg naar Laredo. Het is onduidelijk of er op tijd campings zijn, maar de eerste dag vinden we er in elk geval een, met helemaal voor ons alleen een clubhouse.

27 november 1995 / 84 km / Cotulla, Texas 
De volgende camping is een RV-park, waar we wel mogen staan, maar waar geen douche is. Per slot van rekening heeft elke RV zelf een douche... De weg is tamelijk saai, met wel steeds meer cactussen in de berm.


28 november 1995 / 150 km / Laredo, Texas
State Park camping Laredo

Het aantal dorpen wordt elke dag minder. Vandaag zullen we er maar één tegen komen en daarna nog één benzinestation, voor de broodnodige koffie of cola onderweg. Na 118 kilometer bereiken we een prachtige plek aan een stuwmeer in een State Park camping bij Laredo. Als beloning voor deze grote afstand gaan we eten bij het Golden Corral restaurant, maar dat is nog eens 16 km en hetzelfde weer terug... Toch doen we het. Vandaag is het zonnig maar wel fris met een noordenwind.

29 november 1995 / 99 km / Zapata, Texas 
In het centrum van Laredo gaan we eerst langs een fietsenwinkel. We verwachten dat het verkeer in Mexico gevaarlijker is en willen daarom helmen kopen. We rijden tot Zapata waar een concentratie van campings is aan een bijna leeg stuwmeer in de Rio Grande. Er verblijven hier 's winters veel Amerikanen uit de noordelijke staten. We laten ons verleiden mee te doen aan een bingo.

30 november 1995 / 50 km / Falcon State Park, Texas 
Een kort traject vandaag, zodat we lang kunnen genieten van een bijzonder State Park met een woestijnachtige vegetatie en bijzondere vogels. Na de zoveelste lekke band besluiten we de achterbanden te vervangen. De nieuwe slepen we al sinds Baytown met ons mee. De oude zijn tot op de draad versleten en hebben het zo'n 6000 km volgehouden.

1 december 1995 / 96 km / Cerralvo, Mexico 
Ook in Mexico lange rechte wegen

Na 9 km passeren we zonder problemen de grensovergang. De beambte wil volgende keer graag tulpebollen en Nederlandse postzegels van ons, hetgeen we hem graag toezeggen. Ondanks de nieuwe buitenband hebben we 2 kilometer later al een lekke band. In het dorp Mier is al goed de Mexicaanse sfeer te voelen. Het is totaal anders dan Texas. In het stadje Cerralvo vinden we onderdak. De tent zullen we niet veel meer gebruiken, vanaf nu is het hotels of, zoals vandaag, een motel. Maar het is wel voor ongeveer dezelfde prijs als een camping in de VS. We bellen alvast naar de familie in Ajijic bij Guadalajara, het voorlopige eindpunt van onze reis.

2 december 1995 / 71 km / China, Mexico 
Voordat we vertrekken proberen we nog een nieuwsbrief te faxen naar Nederland. Na veel proberen lukt het uiteindelijk in een kopieerwinkel. De berekende prijs is fenomenaal: 55 gulden voor 4 velletjes. De weg naar China is niet aantrekkelijk en de laatste 13 km is ronduit vervelend. Het is de weg van Matamoros naar Monterey, vol met vrachtverkeer dat de parallelle tolweg mijdt en ons de berm inblaast. In China nemen we onze intrek in het hotel aan de zocalo, het centrale plein. Het is zaterdag, uitgaansavond en dus druk. Dus er valt veel te zien vanuit ons hotel. Onder andere de bijzondere manier waarop jongens en meisjes hier elkaars aandacht trekken. De meisjes lopen rondjes op de binnenring van het plein. De jongens rijden in auto's er steeds om heen...

3 december 1995 / 101 km / Montemorelos, Mexico 
We rijden nu wel over een rustige weg, een hele verademing. De kale steppe gaat langzamerhand over in sinaasappelplantages. Het kost ons moeite een hotel te vinden. Na veel zoeken en vragen lukt het. Ons Spaans is ook maar heel beperkt en als je denkt dat parque park betekent, terwijl ze een parkeerplaats bedoelen, dan wordt het lastig...

4 december 1995 / 51 km / Linares, Mexico 
Over een gedeeltelijk 4-baans weg fietsen we naar Linares. Hoewel het maar een kort stukje is, durven we niet verder te gaan omdat we hierna een groot hoogteverschil moeten overwinnen. We hebben een heel wat luxer hotel dan de afgelopen dagen en het kost 90 pesos, ongeveer 20 gulden.


5 december 1995 / 45 km / Iturbide, Mexico
Een korte pauze onderweg

Eerst gaat het nog licht glooiend omhoog en komen we redelijk snel vooruit. Na 25 km zien we een stalletje waar we cola kopen. De oude man woont daar in zijn eevoudige huisje zonder voorzieningen. 

We komen in de bergen

Hierna moeten we constant klimmen. Onderweg is een mooie picknickplaats bij Los Altares. 

We passeren de Kreeftskeerkring
Hotel in Iturbide

Iturbide bereiken we tenslotte al na 45 km vanaf Linares, wij dachten dat het verder was. Soms valt het mee. Het enige hotel van Iturbide is oud, heeft dikke muren, een mooie binnenplaats en grote kamers. Maar de aankleding en het meubilair is uitermate basaal.


6 december 1995 / 85 km / La Ascensíon, Mexico 
Eerst stijgen we nog 7 km door. Dan wordt het vlakker. Maar later moeten we weer verder omhoog. Op de hoogvlakte hebben we ook nog wind tegen. Na 54 km begint de afdaling en na 85 km eindelijk een dorp onderweg in de Mexicaanse bergen waar we denken te kunnen overnachten. Er blijkt echter geen hotelletje te zijn. Een paar kinderen wijzen ons de weg naar een pension, wat er aan de buitenkant helemaal niet zo uitziet. Het is heel sober en het bed is een ramp. Maar het is schoon en de pensionhoudster is vriendelijk. We betalen slechts 25 pesos, 5 gulden.


7 december 1995 / 85 km / Dr. Arroyo, Mexico 
Eenzame wegen

Ook vandaag gaat de weg over vele kilometers omhoog en daarna over vele kilometers omlaag. De wegen zijn soms wel 30 of 40 km lang kaarsrecht. Verkeer is er vrijwel niet. Dit is duidelijk geen hoofdroute. In Dr.Arroyo vinden we een oud maar wel charmant hotel, ook deze keer voor weinig geld.

8 december 1995 / 52 km / Matehuala, Mexico
Weinig schaduw

Kilometers door het dorre land
Eerst 11 km omhoog, dan 6 km omlaag enz. Niet steil, maar toch wel inspannend. We komen al voor 12 uur in Matehuala aan en doen uitgebreid boodschappen in een grote supermarkt. Zoals we al eens eerder hadden meegemaakt, kunnen we ook nu geen enkele geldautomaat vinden die ons geld geeft.

9 december 1995 / 85 km / Entronque de Huizache, Mexico 
We zijn nu op de onvermijdelijke hoofdweg 57 gekomen, die van San Antonio in Texas naar Mexico Stad loopt, dus druk is met veel vrachtverkeer. Gelukkig zijn er brede vluchtstroken. Daar ligt wel eens iets onaangenaams voor onze banden. Vandaag hebben we 3 lekke banden. Het aantal hotels langs deze weg is minimaal en veel kampeergelegenheid zien we ook niet. De laatste kilometers zien we veel mensen langs de weg met vuurtjes, die ons Feliz Navidad toeroepen. We zijn er niet zeker van of ze ook geld vragen, we vermoeden van wel. Bij Entronque de Huizache, een neerslachtig makende verzameling benzinepompen, eetstalletjes en onduidelijke bouwsels, vinden we geen motel. Na enig vragen wordt ons een kamer achter een koffiehuisje aangeboden. Zonder sanitaire voorzieningen en zonder glas in het raam, maar wel met een comfortabel bed. Bij gebrek aan beter accepteren we het.

10 december 1995 / 61 km / Villa Hidalgo, Mexico 
Ellendig weer vandaag, 8 gr. bewolkt en af en toe motregen. Na 58 km eten we in een restaurant en nog 3 km later zien we een motel. Hoewel we van plan waren door te fietsen naar San Luís Potosí, hebben we er vandaag schoon genoeg van. Het motel is matig, maar heel wat beter dan wat de afgelopen nacht hadden.

11 en 12 december 1995 / 50 km / San Luís Potosí, Mexico 
Ontbijt op bed in San Luís Potosí

Na 40 km breekt eindelijk weer de zon door. In de aantrekkelijke stad San Luís Potosí nemen we een kamer in Hotel Rhin voor 2 nachten. Het is eenvoudig maar het heeft een prettig balkon, vanwaar je het stadsleven kunt gadeslaan. De prijs is met 42 pesos (10 gulden) verrassend laag. Op 12 december maken wij de belangrijkste katholieke feestdag in Mexico mee. Ondanks het feest van de Maagd van Guadalupe is bijna alles gewoon open. We lopen met de massa mee naar de kerk van Guadalupe en zien dat veel mensen de laatste 2 kilometer op hun knieën afleggen. Bij de kerk is het een kermisachtige sfeer met allerlei eetstalletjes en wat bejaarde kermisattracties. Wij gaan eten in het restaurant met de vreemde naam Tokio. Niet Japans maar wel lekker.

13 december 1995 / 61 km / Gogorron, Mexico 
Resort in Gogorron

Eerst rijden we over de vluchtstrook van een 6-baans snelweg richting Mexico-Stad. We nemen de afslag naar Villa de Reyes en komen 9 km later aan in Gogorron, een bronnenbadplaats. Die zijn hier wel meer in de omgeving. Het hete water komt zo uit de grond. We nemen een huisje met volpension, dus 3 maaltijden en betalen 275 pesos, 60 gulden. De huisjes hebben allemaal een Romeins bad, dat in mum van tijd gevuld is met het hete bronwater. We zitten daarna heerlijk in de zon op ligstoelen bij het zwembad. Wie zegt dat een fietsvakantie altijd afzien betekent?

14 december 1995 / 44 km / San Felipe, Mexico
Omdat het een korte route is vandaag, doen we het voor het vertrek rustig aan. Het ontbijt is uitgebreider dan verwacht. Terwijl wij de enigen zijn tellen we toch 6 mensen aan personeel. Ondertussen wordt buiten het gazon besproeid met warm bronwater. De weg is vandaag slecht, hobbelig en met gaten. Bovendien klimmen we ook een heel stuk. San Felipe is een leuke plaats en onze hotelkamer kijkt uit op de zócalo. Het is levendig op het plein en we zien veel scholieren in uniform. Het weer is al en paar dagen lekker.

15 - 17 december 1995 / 94 km / San Miguel de Allende, Mexico 
Brieven beantwoorden

De reis gaat naar één van de mooiste oude koloniale steden van Mexico. Tot Dolores Hidalgo is de weg redelijk vlak en rustig. Daarna wordt het drukker en heuvelachtiger. Maar het landschap wordt ook afwisselender. We zien onder andere wijngaarden. De goedkope accommodaties zijn of vol of onvindbaar of gesloten. We gaan naar het luxueuzere San Antonio, waar onze fraaie kamer (met twee verdiepingen) 150 pesos kost. We blijven 3 nachten, o.a. om alle brieven te beantwoorden die poste restante zijn gearriveerd. Bij het hotel zien we voor het eerst kolibries.

18 en 19 december 1995 / 90 km / Guanajuato, Mexico 
Het is vandaag een lange dag zwoegen tegen de wind en de heuvels. Maar het landschap is wel aantrekkelijk. In de stad aangekomen gaan we door een tunnel naar het andere eind van de binnenstad, waar we een hotel binnengaan. Ook in Ganajuato blijven we langer, omdat er zoveel moois te zien is. Er bestaat onder andere een mummiemuseum.

20 december 1995 / 84km / Cueranamo, Mexico 
We verlaten Guanajuato bovengronds en nemen de oude weg naar Siloa. Het laatste stukje is snelweg, maar niemand maakt zich druk over fietsers op een snelweg. Later komen we op een rustige weg door vlak boerenland. De wind gaat ons steeds meer parten spelen. In Cueranamo vinden we een redelijk hotel met een heel grote tv.

21 december 1995 / 84 km / Arandas, Mexico 
Een echte ongeluksdag is het vandaag en wel in de meest letterlijke zin. Het weer is ronduit stormachtig en we hebben erg last van de harde zijwind. Auto's wijken goed voor ons uit maar hebben zelf moeite om op de weg te blijven. Als we even stilstaan aan de rand van de weg komt een vrachtauto zo dicht langs ons dat één van de achtertassen van de fiets wordt gerukt en onder een wiel geplet wordt. Door de klap komt het pedaal van de fiets tegen Janny's been wat behoorlijk geschaafd wordt en bovendien houdt ze er een pijnlijke elleboog aan over. Gelukkig kan ze verder fietsen, maar ze heeft veel pijn en het is nog 17 km. tot Arandas en het stormt nog steeds. De tas blijkt nog aan de fiets gehangen te kunnen worden. Later blijkt in het hotel dat de Ortliebtas de vrachtwagenwielen redelijk overleefd heeft. De inhoud bestond voornamelijk uit kleding, zodat het met de materiële schade erg meevalt. We kopen pijnstillers en behandelen de schaafwond. Ons vertrouwen in het Mexicaanse verkeer, voorzover we dat hadden, heeft echter een behoorlijke deuk opgelopen.

22 december 1995 / 72 km / La Barca, Mexico 
De elleboog doet nog pijn, maar de zwelling is grotendeels weg. We zullen verder moeten. Eigenlijk werkt nu alles weer mee. Het weer is goed, de wind is weg en bovendien is het voor een groot deel afdalen of vlak.

23 december 1995 / 48 km / Poncitlan, Mexico 
De route vandaag is vrijwel vlak. De weg is druk, maar er zijn vluchtstroken.

24 december 1995 / 55 km / Ajijic, Mexico 
We onderbreken de fietsreis in Ajijic

Al vrij snel krijgen we gezelschap van een jongen op een mountainbike. Hij spreekt goed Engels en hij blijft ons maar liefst 35 km vergezellen. Hij studeert rechten in Guadalajara en vertelt ons allerlei interessante dingen over Mexico. Uiteindelijk scheiden onze wegen zich. Wij gaan verder naar het zuiden naar het meer van Chapala. Aan dit meer ligt het dorp waar wij een week bij familie zullen verblijven, Ajijic. Daarna vervolgen we onze reis door Mexico 6 weken lang per openbaar vervoer. Het ongeluk heeft ons enigszins afgeschrikt om verder te gaan met de fiets, zoals we eerst van plan waren.

Op 20 februari zetten we onze fietsreis toch voort, vanaf La Paz in Baja California.
Zie hiervoor het volgende verslag.