31.12.96

Fietsen van Mexico naar New York (1996)

Ons grote avontuur (2)



In 1995 en 1996 maakten we onze langste fietsreis. Verdeeld over 3 etappes en in totaal 14.000 km waren we in totaal zo'n 6 maanden onderweg.
Dit verslag gaat over het tweede deel.

2e etappe (van 21 februari tot 4 maart): La Paz - Cabo San Lucas - La Paz - Santa Rita.

3e etappe (van 14 mei tot 2 augustus): Los Angeles - Sacramento - Carson City - Yellowstone Park - Rapid City (SD) - Sault St. Marie (Ontario) - Niagara Falls - New York.

Baja California


20 februari 1996 / 28 km / Mazatlán, Mexico
Na 6 weken heel Mexico doorkruist te hebben met het openbaar vervoer, zijn we blij weer op de fiets te kunnen stappen. Vanaf nu denken we ook weer voornamelijk te kunnen kamperen. We zijn gisteren met de bus in Mazatlán aangekomen en rijden vandaag naar de veerboot die ons naar La Paz op het schiereiland Baja California zal brengen.

21 februari 1996 / 25 km / La Paz, BC, Mexico
We hebben prima geslapen in onze hut en 's ochtends om 9 uur staan we op de kade. Het is een kort ritje naar de stad, waar we boodschappen doen en vandaar nog een eindje naar een "trailerpark". Het is hier geheel op Amerikaanse toeristen ingesteld, zelfs de tarieven zijn in dollars. Daarna gaan we naar het strand in de baai van La Paz, maar het is er niet zo mooi.

22 februari 1996 / 86 km / Todos Santos, BC, Mexico
We vertrekken al om 8 uur om vandaag het schiereiland over te steken. De weg is eerst vrij druk, maar dat wordt steeds minder. De eerste helft gaat langzaam omhoog en het tweede gedeelte even langzaam naar beneden. Onderweg eten we burrito's bij een stalletje. Aangekomen in Todos Santos verwennen we ons zelf met een glas heerlijk koud bier. We overnachten weer op een trailerpark.

23 februari 1996 / 10 km / Todos Santos, BC, Mexico
We gaan eerst naar het strand om te kijken of we daar vrij kunnen kamperen. Het blijkt echter lastig om er met de fiets te komen, zodat we nog een dag op het trailerpark blijven.

24 februari 1996 / 77 km / Cabo San Lucas, BC, Mexico
Eerst gaat het erg relaxed als we verder naar het zuiden fietsen. Na 40 km moet er echter een paar keer stevig worden gekommen. Als dan ook de wind opsteekt, wordt het nog een lastig stukje voor we de camping bereiken. De zon schijnt ongenadig en we hebben last van verbrandingen.

25 - 27 februari 1996 / 31 km / San José del Cabo, BC, Mexico
Comfort aan de oceaan
Het is maar een kleine afstand naar de andere Cabo. De 4-baans weg is echter behoorlijk heuvelachtig. We vinden een mooie camping, Brisas de Mar, en ons plekje is vlak aan zee. Van de buren krijgen we stoelen en een tafeltje te leen, een grote luxe voor de fietskampeerder. Het bevalt ons hier zo goed dat we twee extra rustdagen nemen.

28 februari 1996 / 82 km / Los Barrilles, BC, Mexico
Vrij kamperen 
De weg gaat eerst langzaam omhoog en er is tegenwind, dus we komen maar langzaam vooruit. We worden ingehaald door een Canadees, die juist een groep fietsers heeft begeleid van San Diego naar Los Cabos. Zonder bagage deed de groep er 16 dagen over, maar ze hadden niet alles gefietst. We staan opnieuw op een camping.

29 februari 1996 / 32 km / BC, Mexico
Lastige wasbord zandweg
We kiezen ervoor om langs de kust te blijven rijden, hetgeen betekent dat we 50 km zandweg voor de boeg hebben. We vertrekken laat en omdat het mulle zand en het wasbord moeilijk te fietsen zijn, komen we erg moeizaam vooruit. De gemiddelde snelheid is 7,5 km per uur. Aan een mooi strandje zetten we onze tent op. Deze kuststrook is vrijwel geheel verlaten.

1 en 2 maart 1996 / 80 km / La Paz, BC, Mexico
De zandweg is nu beter te berijden, maar daar staat tegenover dat we nu zeer steile hellingen krijgen. Na een pas volgt dan eindelijk weer asfalt. Maar gemakkelijker wordt het niet want we krijgen al snel een lange (12,5 km) en steile klim. Na deze zware inspanningen besluiten we om weer een rustdag in te lassen op het zelfde trailerpark in La Paz waar we enkele dagen eerder waren.




















3 maart 1996 / 112 km / Mex1, km 116, BC, Mexico
Kampeerplek tussen de cactussen
We hebben zo'n 1400 km. voor de boeg naar de grens van de Verenigde Staten over een lange, rustige weg die steeds hetzelfde nummer heeft, Mex1. Om 12 uur hebben we al 55 km gefietst. Het gaat ontspannen, het weer is goed en we hebben geen tegenwind. Geregeld treffen we een cafeetje aan onderweg. Verder is er alleen de natuur en de eenzaamheid. We slaan een zijpaadje in om een geschikte kampeerplek te vinden tussen de cactussen.


4 maart 1996 en daarna / 42 km / Santa Rita en Loreto, BC, Mexico
Gezwollen hand
We staan vroeg op. Na 21 kilometer, om een uur of 9 slaat het noodlot toe. Hoewel er verder geen verkeer is, rijdt een achteropkomende vrachtauto zo dicht langs ons dat een kennelijk loshangend bord de hand van Janny raakt. Door de klap raakt het bord helemaal los, waardoor het op de weg valt. Wij zijn opnieuw een illusie armer. We beseffen dat hier onze fietstocht in Mexico definitief eindigt, al zeggen we dat nog niet tegen elkaar. De hand, die beschermd was door een fietshandschoen, zwelt vervaarlijk, zoals op de foto is te zien. Het bord dat van de vrachtauto is gevallen toont een afbeelding van, ironisch genoeg, het gevaar van vrachtauto's.

Loreto, nu met gips

Met diverse aspirines en toch veel pijn fietst ze nog 21 kilometer verder naar Santa Rita, waar een bushalte is en waar we twee Amerikaanse fietsers treffen die ons een sterke pijnstiller geven. In het plaatselijke café halen we ijs om op de hand te leggen. We nemen de bus naar Constitución en kunnen gelukkig de fietsen en bagage meenemen. Na 4 uur wachten stappen we over op de bus naar Loreto. Daar overnachten we op een camping.
De volgende dag bezoeken we het plaatselijke medisch centrum en een röntgenfoto toont aan wat we al vreesden: een botbreuk in de hand. Dat betekent gips en minstens 6 weken niet fietsen.
Santa Rosalía, fietsers onder elkaar

We gaan dus per bus uiteindelijk naar Los Angeles, maar we doen dat in een aantal etappes. De eerste tussenstop is Santa Rosalia, omdat ons is verteld dat daar een ziekenhuis is met een orthopedisch chirurg. Die zou de breuk beter moeten zetten dan nu is gebeurd door de arts van de medische post in Loreto. 
We overnachten drie keer in een krakend, Frans aandoend, houten hotel met veel sfeer en ontmoeten 3 andere fietsers, Christian en Ursula uit Zwitserland en de Nederlandse Micky Smak die in haar eentje onderweg is in Mexico. Zij is waarschijnlijk de Nederlandse vrouw met de meeste fietskilometers. Ze heeft in 20 jaar al 200.000 km bij elkaar getrapt. Jaren later zullen we haar geheel toevallig nog een keer op een fietsreis tegenkomen in België. Met zijn vijven maken we er een gezellige boel van in een restaurant.

Omdat een orthopedisch chirurg niet blijkt te bestaan in Santa Rosalia, gaan we per bus meer dan 800 km verder naar Ensenada. Daar wordt geconstateerd dat de botdelen wat scheef tegen elkaar zitten, maar dat het verder wel goed komt. Er wordt nieuw gips gemaakt. 

We blijven nog 14 dagen in Ensenada, met o.a. het wereldberoemde café Hussongs Cantina. 
Hierna gaan we verder per bus naar Los Angeles. In een voorstad bezoeken we vrienden en blijven daar ook ruim 14 dagen en helpen hen met hun verhuizing, die net staat te gebeuren. 

Daarna maken we een reis per camper van 4 weken door de westelijke staten en tenslotte wagen we ons op 14 mei weer aan het fietsen, terug naar New York. 

Van Los Angeles naar New York


14 mei 1996 / 62 km / Leo Carillo State Beach, Cal.
De fietsen worden voorbereid voor de laatste etappe
Na onze camperreis, die hier niet beschreven wordt, hebben we de fietsen en bagage weer opgehaald bij onze vrienden in Los Angeles. 
We overnachtten de laatste keer in de camper op een RV-park vlak onder de aanvliegroute van het vliegveld, aan het strand. Er mogen geen tenten staan. 
Nadat we de camper hebben afgeleverd gaan we per taxi terug van het vliegveld naar de camping om dan te beginnen met onze (tweede) coast-to-coast fietstocht. We nemen niet de kortste weg naar New York. We gaan eerst via de kust naar het noorden om in Sacramento vrienden te bezoeken. De route langs de kust is gedeeltelijk bewegwijzerd als fietsroute en we zullen hier onderweg dan ook diverse fietsers zien. Er zijn ook diverse zogenaamde bike-and-hike kampeerterreinen. De eerste de beste camping komen we al fietsreizigers tegen, uit Zweden.

15 mei 1996 / 83 km / Carpinteria, Cal.
Eerst weer een stuk verkeersweg en in Ventura opnieuw een fietspad langs het strand, dat later overgaat in een fietsstrook langs de weg. We overnachten op een hike-and-bike-terreintje.

16 mei 1996 / 79 km / Gaviota State Beach, Cal.
Na twee dagen mooi weer, maken we vandaag regenbuien mee. We ontmoeten een Zwitserse met heel weinig fietservaring. Ze is zelfs al een fietstas verloren, zonder dat ze het merkte.

17 mei 1996 / 105 km / Pismo State Beach, Cal.
Highway 1
Na een lange klim bezoeken we Purisma Mission, een van de vele gerestaureerde Spaanse missieposten in Californië. Het is niet die uit Vertigo van Hitchcock, maar de sfeer is hetzelfde. Er is een informatief bezoekerscentrum. Daarna krijgen we nog veel heuvels en tegenwind, kortom het is zwaar vandaag.

18 mei 1996 / 87 km / San Simeon State Beach, Cal.
We komen veel fietsers tegen die een dagtocht maken. Op de camping ontmoeten we enkele fietsers, waaronder een Zwitser die al drie jaar onderweg is en inmiddels een beetje reismoe is geworden.

19 mei 1996 / 66 km / Kirk Creeck National Forest, Cal.
Weer een mooi traject langs de kust, maar door de tegenwind en het klimmen behoorlijk zwaar. Onderweg stoppen we om een kolonie elefant seals, een soort robben, te bekijken en vooral te horen, want ze maken een enorm lawaai met z'n allen.

20 mei 1996 / 46 km / Big Sur, Cal.
Een gemakkelijk dagje ter afwisseling. De camping is mooi, maar ligt tussen hoge bomen, zodat er nauwelijks zon komt.

21 mei 1996 / 73 km / Marina, Cal.
Opnieuw een mooie route en we hebben leuke picknickplekken, de tweede in Monterey. Het laatste stuk naar Marina gaat weer over een fietspad, waar we verscheidene keren worden opgeschrikt door groundsquirrels die vlak voor ons het pad oversteken. Er is een klein beetje motregen vandaag en het is bewolkt.

22 mei 1996 / 119 km / Santa Nella, Cal.
De regen is voorbij en we hebben de meeste tijd rugwind, maar we moeten wel twee bergen over en de afstand is fors. We passeren Salinas, bekend geworden door East of Eden van John Steinbeck. Inmiddels zitten we een eind het binnenland in.

23 mei 1996 / 81 km / Vernalis, Cal.
Een verschrikkelijke dag is het. Het is één saaie rechte weg en we hebben een gigantische tegenwind. We doen er 7 uur over.

24 mei 1996 / 58 km / Lodi, Cal.
Helaas weer dezelfde harde tegenwind. We komen nauwelijks vooruit. We verwennen onszelf maar eens met een uitgebreid Chinees buffet.

25 en 26 mei 1996 / 64 km / Sacramento, Cal.
's Nachts waait het niet, maar overdag stormt het opnieuw. Gelukkig is de route iets afwisselender. We worden ontvangen door onze vrienden en zullen een dag blijven om uit te rusten. We krijgen een rijtoer door de hoofdstad, onder andere langs het Capitool. We blijven een hele tijd in het aantrekkelijke oude centrum. Sacramento blijkt een overzichtelijke en prettige stad te zijn.

27 mei 1996 / 97 km / Volcano, Cal.
Picknick onderweg
We fietsen weer en het gaat prima, zonder wind. Langzamerhand, hoe verder we naar het oosten gaan, wordt het steeds heuvelachtiger. We komen door aardige oude dorpjes, zoals Drytown, Amador City en Sutter Creeck. De laatste kilometer naar de camping van het Indian Grinding Rock Historical Park is dodelijk steil.

28 mei 1996 / 62 km / Silver Lake, Cal.
Kamperen op het asfalt
In Pioneer vinden we gelukkig een goede winkel. We zitten inmiddels in een dunbevolkte streek. We klimmen de hele dag door tot we in de sneeuw van de Sierra Nevada komen. De weg is goed berijdbaar. 

Met de fiets kom je overal
Een camping zullen we niet kunnen bereiken. We zetten de tent neer op het asfalt van een parkeerplaats, die voor auto's onbereikbaar is vanwege een berg sneeuw. We duwen de fietsen er overheen. Het is de hele dag goed fietsweer maar op de kampeerplek is het wel fris. 's Nachts vriest het 2 graden.

29 mei 1996 / 105 km / Carson City, Nevada
Highway 88
We moeten nog 27 kilometer verder klimmen om op de pashoogte te komen in weg 88. In de afdaling komen we bij in een gezellige herberg. We horen daar dat een Amerikaans stel fietsers 20 minuten geleden is gepasseerd. Later halen we ze in en komen ze nog 3 keer tegen. Ze willen in 6 weken naar Baltimore fietsen. Als we afdalen wordt het snel warmer. We nemen de rustige route 206 naar Carson City, de hoofdstad van Nevada.

30 mei 1996 / 92 km / Fallon, Nev.
We laten de Sierra Nevada achter ons
We komen in een streek met grootse vergezichten. Als we omkijken, hebben we heel lang een magnifiek uitzicht op de besneeuwde toppen van de Sierra Nevada. We picknicken aan het Lahontan stuwmeer. We gaan in hoog tempo oostwaarts met een beetje rugwind.

31 mei 1996 / 99 km / Lovelock, Nev.
We rijden in het niets. Het is een lange rechte weg door een woestijn met veel witte zoutvlakten. Na 60 km verandert er in zoverre iets, dat we nu langs de snelweg I-80 rijden. In Lovelock, het eerste dorp, is een camping.

1 juni 1996 / 124 km / Winnemucca, Nev.
Het is een eentonige weg door een weids landschap. Er is slechts een onderbreking door een picknickplaats en twee benzinestations. Het is nog steeds mooi weer. Op enige afstand van de weg zien de spoorlijn, waarover goederentreinen van een kilometer lang rijden en nog verder weg de rivier.

2 juni 1996 / 88 km / Battle Mountain, Nev.
De hele dag tegenwind. In het dorp is geen camping maar wel een stadpark met voorzieningen. 
's Nachts krijgen we de schrik van ons leven als de automatische gazonbesproeiing ineens gaat werken. We zien ons gedwongen de tent te verplaatsen, buiten het bereik van de sproeiers. Ook de geregeld langsdenderende goederentreinen houden ons wakker.

3 juni 1996 / 125 km / Elko, Nev.
We rijden nog steeds langs dezelfde snelweg I-80, die overigens betrekkelijk rustig is. We hebben niet veel last van het verkeer. We krijgen een niet al te hoge pas, maar de wind is gunstig vandaag.

4 juni 1996 / 83 km / Wells, Nev.
Alweer rugwind. Op advies van wegwerkers maken we een omweg over een secundaire route. Die leidt door een interessant moerasgebied met veel bijzondere vogels. De camping in Wells bevalt ons.

5 juni 1996 / 106 km / Jackpot, Nev.
Bij het verlaten van Nevada nog een casinodorp
We hebben de snelweg achter ons gelaten. De weg naar Jackpot is ongelofelijk rustig. De namen op de kaart blijken in elk geval niet bij dorpen te horen, want die komen we de hele dag niet tegen. Even voor Jackpot stoppen we bij een mooie picknickplaats aan een rivier met uitzicht op een rotsformatie waar een adelaarsnest te zien is. We praten een tijdje met een zwerverstype die zijn bed heeft in zijn pick-up truck.

6 juni 1996 / 55 km / Hollister, Idaho
We krijgen heet water voor thee van onze zwervende buurman. In Jackpot, net voor de grens van Idaho, en (dus) een gokcentrum, zoals de naam ook al doet vermoeden, doen wij boodschappen. In Hollister komen we op een aardige camping met een zwembad. We hebben tijd genoeg om daar van te kunnen genieten.

7 juni 1996 / 91 km / Decla, Id.
We treffen een camping, die in tegenstelling tot wat in de AAA-gids staat, geen tentkampeerders toelaat. Die hebben hier kennelijk een slechte reputatie. We zien ons genoodzaakt tegenover de camping een plekje in het vrije veld te zoeken. Er is onweersdreiging en op de radio horen we nogal alarmerende berichten, maar het gaat gelukkig aan ons voorbij.

8 juni 1996 / 82 km / American Falls, Id.
Afwisselende route, gedeeltelijk langs rivier en stuwmeer. Ook de camping ligt aan het water. Het is warm. Er komt even een harde wind, zodat we de tent met alle haringen die we hebben, moeten vastzetten.

9 juni 1996 / 117 km / Idaho Falls, Id.
Vlak, rugwind, dus comfortabel fietsen vandaag.

10 juni 1996 / 101 km / Alpine, Wyoming
We nuttigen op de camping een pancakes ontbijt. De route wordt steeds mooier en heuvelachtiger. Ongeveer 15 km voor Alpine zetten we de tent op op een primitief kampeerterrein aan het water. Er is alleen een pomp en er zijn muggen. De ondergrond is nogal stenig, zodat we niet zo goed kunnen slapen, maar dat is weer een goede aanleiding om de sterrenhemel te bewonderen.

11 juni 1996 / 98 km / Grand Teton NP, Wy.
Grand Teton
In Jackson is een Pizzahut die een buffetlunch aanbiedt die we niet kunnen weerstaan. Na een bezoek aan het toeristenbureau rijden we het fantastische park Grand Teton in. Op het kampeerterrein Gros Ventre ontmoeten we twee Nederlandse fietsers, Bert en Marijke. Met een touw dat we gekocht hebben hangen we één van de fietstassen met alle etenswaren en toiletartikelen in een boom. Dat is hier een streng voorschrift. Een (dicht) conservenblikje waren we vergeten en dat zetten we op de picknicktafel. 's Ochtend ligt er een bestraffend briefje bij van de ranger. Beren komen zelfs af op dichte blikjes. We kunnen het nauwelijks geloven.


12 juni 1996 / 57 km / Grand Teton NP, Wy.
Jenny Lake, Grand Teton
We rijden eerst een stuk over een zandweg. Bij Jenny Lake maken we een lange wandeling om het meer, gedeeltelijk door de sneeuw. Bij Colter Bay staan we op een hike-and-bike terrein, waar ook nog heel wat sneeuw ligt.

13 juni 1996 / 101 km / Yellowstone NP, Wy.
Geiser Hill, Yellowstone NP
We rijden door een mooie natuur met veel sneeuw naar Yellowstone Park. We moeten naar de eerstvolgende camping die open is, Bridge Bay. Sommige campings zijn geheel of gedeeltelijk gesloten omdat beren langskomen om te vissen! We rijden samen op met Bert en Marijke. Op de camping ontmoeten we twee Nederlanders die een camper hebben gekocht en die daar een half jaar mee rondtoeren. Met zijn zessen wisselen we uitgebreid onze ervaringen uit.

14 juni 1996 / 89 km / Yellowstone NP, Wy.
We gaan eerst 30 km terug en volgen dan de weg naar Old Faithful. We hebben geluk. Vijf minuten nadat we er zijn aangekomen begint de geiser te spuiten. Daarna bekijken we andere geisers op Geiser Hill. Na zo'n twee uur gaan we verder. 
Vanwege regendreiging stoppen we niet meer bij andere interessante plekken. We overnachten op de camping van Madison.


15 juni 1996 / 77 km / Yellowstone NP, Wy.
Yellowstone NP
We nemen afscheid van Bert en Marijke die verder doorfietsen naar het noorden, naar Canada. Onderweg komen we langs diverse warmwaterbronnen en geisers. Af en toe zie je vanaf de weg het wild grazen en dat levert in dit vrij drukke park meteen filevorming op. Aan het einde van de dag komen we weer terug bij de Bridge Bay camping. We zien vandaag diverse fietsreizigers onderweg.

16 juni 1996 / 102 km / Wapiti, Wy.
We rijden Yellowstone Nationaal Park uit in oostelijke richting via een prachtige route. Eerst gaat het langs Yellowstone Lake en dan via een gravelweg de pas over. Er volgt een lange afdaling naar Wapiti langs een snelstromende rivier. De laatste 40 km. hebben we tegenwind.

17 juni 1996 / 120 km / Greybull, Wy.
Naar Cody gaat het nog naar beneden en met een rugwind fietsen we bijzonder snel. De rivier is inmiddels getemd door de spectaculaire Buffalo Bill Dam. Cody is Buffalo Bill Town, maar we willen doorfietsen en laten de bezienswaardigheden voor wat ze zijn. Het laatste stuk van het dagtraject is saai en er is meer wind. Ons daggemiddelde is 23,2 km/u en dat is voor ons erg snel.

18 juni 1996 / 88 km / Tensleep, Wy.
Na 25 km. komen we op een bijzonder rustige weg. Tensleep geeft een afstand aan, zoals de Indianen die kenden, tien overnachtingen verwijderd van een andere plaats dus. De naam van de camping is ook curieus: Ten Broek. Er lopen paarden los over de camping.


19 juni 1996 / 107 km / Buffalo, Wy.
Eindelijk de top bereikt
Het wordt vandaag een tour de force. We gaan naar de hoogste pas in onze fietsreis, de Powder River Pass, die 2900 meter hoog is. Na een heel fraaie route komen we daar om half 3 aan, na 47 km onafgebroken klimmen. We hebben dan 1700 meter geklommen. Boven is het behoorlijk fris. We vergissen ons als we denken dat we hierna alleen maar naar beneden gaan. Het gaat nog aardig op en neer. Om 6 uur komen we uiteindelijk aan op de KOA-camping in Buffalo.

20 juni 1996 / 111 km / Gillette, Wy.
Picknick aan de I-90

Pancakes
De camping biedt een all-you-can-eat pancakes ontbijt aan voor 2,5 dollar. Dat moet je niet tegen ons zeggen. Wij eten er resp. 7 en 9 stuks. We rijden over de snelweg, de I-90 en dat is vrij saai. Als we stoppen op een picknickplaats, wordt ons spontaan een sandwich aangeboden door mensen in een camper. We hebben inmiddels (na 50 km) best wel weer trek. We voelen ons met onze fietsen tamelijk nietig vergeleken met de 12 meter lange campers, met daarachter vaak ook nog een gewone auto op sleeptouw.
We overnachten op een camping met weer een vreemde naam, de Crazy Woman Campground.

21 juni 1996 / 83 km / Upton, Wy.
Tot Moorcroft volgen we nog de I-90. Daarna buigen we af naar het zuid-oosten en komen langzamerhand in de Black Hills. Er wordt in deze omgeving steenkool en aardolie gewonnen. We zien lange kolentreinen en ja-knikkers.

22 juni 1996 / 44 km / Newcastle, Wy.
Als we wakker worden, weten we al dat het fout zit, een striemende wind uit de verkeerde richting. We komen niet ver. Gelukkig heeft Newcastle een aardige camping met een overdekt zwembad.

23 juni 1996 / 91 km / Hill City, South-Dakota
Onderweg bezoeken we de Jewel Cave, een druipsteengrot, waar je inkomt door met een lift 65 meter naar beneden de zoeven. Door een mooi landschap komen we uiteindelijk aan in Hill City op de KOA-camping, die vlak bij Mount Rushmore ligt. Vanaf daar gaan we 's avonds met zo'n typisch Amerikaanse schoolbus naar het monument. Dat wordt langzaamaan verlicht, de vlag wordt gehesen en de nationale hymne klinkt. De bezoekers worden getrakteerd op enige patriottische peptalk.

24 en 25 juni 1996 / 71 km / Rapid City, SD.
George Washington
We verbreken ons vorige pancakes record. Deze keer eten we er 10. Eerst komen we bij daglicht nog langs Mount Rushmore. Je kunt vanaf een bepaald punt George Washington vanaf de zijkant zien. We stoppen onderweg ook nog bij de filmlocatie van "Dances with wolves", dat wil zeggen de nederzetting die intact is gelaten. Bij het postkantoor van Rapid City konden we weer een aantal poste restante brieven ophalen. De dag erna blijven we op de camping en doen wat inkopen, waaronder een nieuwe fietsbroek. Het is heet.

26 juni 1996 / 85 km / Wall, SD.
Wall is bekend van Wall Drug, begonnen als een klein winkeltje waar de dorstige reiziger alles wat hij nodig had kon krijgen, maar inmiddels uitgegroeid tot een groot complex van aan elkaar gebouwde winkeltjes, restaurants, bars en musea. Koffie kost nog steeds 5 cent, dezelfde prijs als bij de start en ijswater is gratis. Het is inmiddels 35 gr.C.

27 juni 1996 / 66 km / Cactus Flat, SD.
Badlands NP
Na 8 mijl begint de mooie route door het Badlands NP. We stoppen bij elk uitzichtpunt. Aan het eind van de middag, op de camping worden we getrakteerd op een onweersbui.

28 juni 1996 / 103 km / Murdo, SD.
Het grootste deel van de dag rijden we over de parallelweg van de I-90. Het is genadeloos heet. We bezoeken het Pioneer Automuseum, een bijzondere verzameling van oude auto's, landbouwmachines, motorfietsen en zelfs overgeplaatste oude gebouwen. Sommige dingen staan erbij, zoals ze decennia geleden neergezet zijn. Heerlijk pretentieloos, dit museum. We eten buffet in de KFC. Nog steeds is het zeer warm.

29 juni 1996 / 113 km / Oacoma, SD.

30 juni 1996 / 122 km / Mitchell, SD.
Het landschap wordt vlakker en de prairie maakt plaats voor akkers met graan en mais. Mitchell heeft zelfs een maismuseum. De stadscamping van Mitchell is bijzonder fraai.

1 juli 1996 / 113 km / De Smet, SD
We gaan naar het noorden. In De Smet bezoeken we het echte 'huisje op de prairie', waar schrijfster Laura Ingalls Wilder gewoond heeft. We kamperen op de stadscamping.

2 juli 1996 / 61 km / Oakwood Lake State Park, Minnesota
De wind staat weer eens verkeerd. Het landschap is kaal en geeft dus weinig beschutting tegen de wind. In Arlington lunchen we in een parkje. Bijna elk dorp heeft dat en je kunt er meestal ook kamperen. Het Oakwood Lake State Park is schitterend. En als de wind dan ook nog gaat liggen, kunnen we nog lang genieten van een mooie zonsondergang.

3 juli 1996 / 100 km / Marshall, Mn.
Overnacht op een farm
Er volgt weer een lange kale weg en we worden uren lang achtervolgd door een dreigende donkere lucht. Uiteindelijk komen we onvermijdelijk in de regen terecht. We worden aangesproken door Mary Bottelberghe, van Belgische origine. Ze nodigt ons uit bij hen thuis. We doen ons tegoed aan een warme douche en een overvloedig en heerlijk maal. Het gesprek gaat over boerenaangelegenheden.

4 juli 1996 / 142 km / New Ulm, Mn.
Na een heerlijk ontbijt en nog wat foto's van elkaar te hebben gemaakt, nemen we afscheid van de familie Bottelberghe. Terwijl bijna heel Amerika de nationale feestdag viert, fietsen wij vandaag stug door. Als we er bijna denken te zijn, blijkt de brug over de Minnesota River te zijn verdwenen. Aan de andere kant is de camping. Nog 35 km. moeten we daarom verder naar New Ulm. We komen pas om 9 uur 's avonds aan. Veel muggen en geen douche. Het is niet bepaald een feestdag voor ons.

5 juli 1996 / 112 km / Jordan, Mn.
Alweer een lange dag en opnieuw worden we achtervolgd door pech. Een van de achterdragers is gebroken. We kunnen het provisorisch repareren. Een groter probleem is dat één van onze Thermarest matjes "gedelamineerd" is. Er komt een grote bobbel op. De consequentie is dat hij alleen maar te gebruiken is als hij half opgeblazen is. Wég comfort. Aan de levenslange garantie hebben we hier niet veel. Onze Ultralites worden hier nauwelijks verkocht. Pas in Nederland zullen we hem kunnen omruilen voor een nieuwe.

6 juli 1996 / 93 km / St Paul, Mn.
We vinden een aardige route door de tweelingstad Minneapolis-St. Paul. In het oude centrum van St. Paul maken we een extra rondje. Aan het eind van de dag komen we weer eens in de regen terecht.

7 juli 1996 / 123 km / Barron, Wisconsin
In Stillwater op de grens van Wisconsin genieten we van de zon op een terras met uitzicht over de rivier. De weg daarna is opvallend druk met vakantiegangers. Op de Apple River wordt veel aan tubing gedaan. Mensen laten zich in een luchtband de rivier afzakken.

8 juli 1996 / 65 km / Ladysmith, Wi.
Onderweg moeten we schuilen voor een plensbui. Dat doen we onder een afdakje, waar we meteen maar ons eten koken.

9 juli 1996 / 68 km / Prentice, Wi.
Vandaag kunnen we op wonderbaarlijke manier de langstrekkende buien ontwijken. In Prentice gaan we naar een motel, omdat we geen camping kunnen vinden.

10 juli 1996 / 114 km / Pelican Lake, Wi.

11 juli 1996 / 129 km / Iron Mountain, Michigan
We fietsen nu vrijwel steeds door bossen, zodat we van wind niet zo'n last hebben. Van de regen des te meer. We verwennen onszelf met een luxe Best Western Hotel en een buffet diner.

12 juli 1996 / 108 km / Rapid River, Mi.
We willen eigenlijk niet weg uit ons hotel, maar na het ontbijt doen we het toch maar. Al na 6 km. volgt de eerste bui. We houden de hele dag koude voeten, maar het blijft gelukkig bij deze ene bui. Opnieuw slapen we in een motel.

13 juli 1996 / 111 km / Blaney Park, Mi.
In Manistique bezoeken we een fair. We wisten dat Amerikanen voor vrijwel alles de auto gebruiken, o.a. om op de camping je chemisch toilet te legen (daar ga je toch niet mee lopen zeulen, maar dat bevestig je aan de trekhaak; er zitten per slot van rekening wielen aan). Het valt ons vandaag op dat veel begraafplaatsen zo zijn ingericht dat je met de auto langs de graven kunt rijden. En dat doet men dus ook.

14 juli 1996 / 81 km / Strongs, Mi.
We beginnen de dag weer eens met een hotcakes ontbijt. Het grootste deel van de dag volgen we de zogenaamde Hiawatha Trail. We komen een groepje van 3 Amerikaanse fietsers tegen. Het kampeerterrein van National Forest betalen we niet, omdat we geen gepast geld hebben.

15 juli 1996 / 61 km / Sault-Ste. Marie, Mi.
Naar de kapper geweest
Na een koude ochtendmist breekt later de zon door. Op de camping ten zuiden van Sault Ste. Marie komen we twee Amerikaanse fietsers tegen, Ric en Jane, met wie we uitgebreid ervaringen uitwisselen. Ze gaan een rondje Lake Huron doen, dus gedeeltelijke hetzelfde als wij. Ze wonen in het noorden van Wisconsin. We gaan naar de kapper voor een kleine metamorfose.

16 juli 1996 / 107 km / Thessalon, Ontario
We staan al om half 6 op. Samen met Ric en Jane vertrekken we naar Canada. De grensbrug passeren we in de mist. Later wordt het weer zonnig. We ontbijten met z'n vieren in een hotel in de Canadese zusterstad met dezelfde naam Sault Ste. Marie en gaan daarna onze eigen weg. Het is moeilijk om een geldautomaat te vinden die onze kaart accepteert. De weg nr. 17 is een ramp. Het is vrijwel de enige oost-west-verbinding in Canada en is onderdeel van de Trans-Canada highway. Het is er erg druk en vrachtauto's toeteren ons op een agressieve manier van de weg. Later wordt het wel wat beter, maar door het grotendeels ontbreken van vluchtstroken is het oppassen geblazen.

17 juli 1996 / 87 km / Spragge, Ontario
We fietsen alweer vroeg, om de drukte wat voor te zijn. Voorbij Blind River maken we ommetje rond het meer, waar we picknicken. We staan op de KOA, 5 km. voor Spragge, waar we Ric en Jane weer ontmoeten. Prachtig fietsweer vandaag.

18 juli 1996 / 93 km / Whitefish Falls, Ontario
Eerst rijden we nog een stuk over weg 17. In Massey zien we Ric en Jane weer. Daarna kunnen we een binnenweg naar Espanola nemen en zijn we van het ergste verkeer verlost. We eten een sub in de Subway. We komen nog een man en vrouw tegen die op een tandem met een aanhanger reizen van Boston naar Portland, Wa. Aangekomen op de camping in Whitefish Falls begint het zachtjes te regenen. Maar er is een afdak om onder te koken.

19 juli 1996 / 98 km / Tabermory, Ontario
Ontbijten met Ric en Jane
Na de zware nachtelijke regen is het droog geworden. Ric en Jane bakken pancakes voor ons. In Little Current drinken we koffie en doen we boodschappen. We willen op tijd de veerboot naar Tabermory halen en dankzij een rugwind leggen we 62 km in twee en een half uur af. Het is een mooie en rustige route. Aan de overkant aangekomen delen we de campingplaats met z'n vieren.

20 juli 1996 / 93 km / Hepworth, Ontario
Bij het opstaan is het koud maar zonnig. We fietsen weer onafhankelijk van elkaar, maar zien elkaar toch meerdere keren deze dag. We zien ook een groepje Canadeze jongens van een paar dagen geleden. Die waren van plan elke dag minstens 150 km te fietsen. Daar is dus nog niet veel van terechtgekomen. Op de camping is het nogal rumoerig vanwege dronken weekendgangers.

21 juli 1996 / 84 km / Clifford, Ontario
Na een gezamenlijk ontbijt nemen we definitief afscheid van Ric en Jane. Ze nemen een andere route, naar het zuidwesten. We wisselen adressen en faxnummers uit. (Later zouden ze bij ons op bezoek komen in Nederland en wij ben hen). We rijden door aardige dorpjes en zien bloementuinen, wat in de VS haast nooit te zien is. We worden aangehouden door dezelfde persoon waar we gisteren ook al mee gepraat hebben. Hij had in Europa gefietst. We krijgen een pak sinaasappelsap van hem. We kunnen geen camping vinden, maar in Clifford mogen we op het gazon achter een restaurant staan.

22 juli 1996 / 121 km / Cambridge, Ontario
De route door de stad Guelph is niet prettig voor fietsers, maar daarna kunnen we weer rustige wegen vinden. We willen naar de camping bij het African Lion Safaripark bij Cambridge. Na enig omrijden vinden we dat. Het is mooi weer en vrij warm.

23 juli 1996 / 108 km / Niagara Falls, Ontario
Niagara Falls
We rijden met een bocht om Hamilton heen en via een vrij rustige weg bereiken we tenslotte de Canadese kant van Niagara Falls. In tegenstelling tot de Amerikaanse kant is het hier een waar toeristencircus. Het is moeilijk kiezen uit de vele campings. Na een bezoek aan een tegenvallend Koreaans restaurant fietsen we naar de waterval en zien deze in het avondlicht. Het is er een drukte van belang.

24 juli 1996 / 91 km / Batavia, NY

25 juli 1996 / 120 km / Waterloo, NY

26 juli 1996 / 97 km / Cortland, NY
We overnachten in Cortland op de Country Music Camping, die zijn naam waarmaakt. Er is een grote zaal met optredens van countrybands.

27 juli 1996 / 112 km / Unadilla, NY
We rijden flink door deze dagen. Het einde komt in zicht en zoveel bijzonders zien we niet meer. Toch is de staat New York mooi, met zijn afwisselende landschap van meren, heuvels, bossen en rivieren. We vrezen voor onze banden. We krijgen steeds meer lekke banden. Gisteren zelfs drie en het loopvlak van alle banden is nu vrijwel versleten.

28 juli 1996 / 113 km / Windham, NY

29 juli 1996 / 101 km / Great Barrington, Mass.
Na het oversteken van de Hudson rivier begint de ellende. Veel heuvels en veel regen. We zijn blij met een motel met warm bad en comfortabel bed.

30 juli 1996 / 84 km / Windsor, Conn.
We hebben een omweg genomen door Massachusetts en Connecticut omdat we in Windsor familie willen bezoeken.

31 juli 1996 / 90 km / Woodbury, Conn.
We vertrekken laat, vanwege het uitgebreide ontbijt en de regen. De hele dag achtervolgen buien ons. Ook moet er weer pittig geklommen worden. Voor de camping vinden we het te nat. Het wordt weer een motel, duur maar matig.

1 augustus 1996 / 108 km / White Plains, NY
Eindpunt bereikt: Central Park
Ook nu overnachten we in een hotel. Omdat we al in de buurt van de stad zitten, vinden we niet iets goedkoops.

2 augustus 1996 / 42 km / Manhatten, NY
We hebben het gehaald. We fietsen via de Broadway Manhatten binnen. We verblijven nog een paar dagen in het appartement waar we 10 maanden geleden onze grote reis begonnen. We doen nog wat inkopen en doen nog wat toeristische bezoekjes. Op 6 augustus vertrekt ten slotte ons vliegtuig.






Praktische informatie


Het materiaal

We maakten gebruik van vrijwel nieuwe Giant Expeditions met aluminium frames en Shimano Deore LX onderdelen, bouwjaar 1994. De fietsen bevallen ons uitstekend maar de dragers vormen een zwak punt. De achterdragers houden het iets langer uit dan voor, maar het was uiteindelijk nodig om alle dragers te vervangen.

We gebruikten Ortlieb tassen in de lichtgewicht uitvoering. Vóór werden de tassen bevestigd aan lowriders. Halverwege hebben we 2 voortassen met overbodige spullen teruggestuurd naar huis. Op beide fietsen zat ook een stuurtas en op één van de twee werd de tent vervoerd in een losse kanotas. Fiets en tassen hebben het prima gedaan. De Vredesteinbanden houden het zo'n 6000 kilometer vol. Voorbanden iets langer. We hadden een Michelin opvouwbare buitenband bij ons als reserve. We scoorden in totaal 43 lekke banden. Dat is per fiets ongeveer één lekke band per 650 kilometer.

De tent was een ca. 8 jaar oude VauDe Space 3, een 3 kilo zware tent met aluminium boogstokken. Behalve een niet meer geheel waterdicht grondzeil hield de tent zich prima.
We gebruikten een benzinebrander van het merk MSR Whisperlite. Bij gebruik van gewone loodvrije benzine verstopte de sproeier een enkele keer en werd de brander vrij snel vuil van het roet. Beter is de speciale schone brandstof te gebruiken, maar die is vaak alleen maar in flessen van een gallon te koop.
We sliepen op Thermarest Ultralite, die heel klein opgevouwen kunnen worden en toch redelijk comfortabel zijn. Van Bever hadden we de speciale lakenzak waar je de matjes inschuift en waar je een slaapzak aanritst. Zo hoef je maar één slaapzak mee te nemen.

De wegen en het verkeer

In de VS is het verkeer over het algemeen rustig. Het is aangenaam fietsen. Dat geldt zeker voor wegen met brede vluchtstroken (shoulders). In sommige steden merk je wel iets meer agressiviteit naar fietsers, maar het blijft binnen de perken. Slechts één keer kwam een auto te dicht langs ons.
In Mexico geldt dat in principe ook wel, maar wij hadden wel de pech dat twee keer een onverantwoord rijdende chauffeur zo dicht langs ons reed, dat één van ons werd geraakt, met vervelende gevolgen. Volgens zeggen wordt dit waarschijnlijk in de hand gewerkt door het vele alcoholmisbruik in het Mexicaanse verkeer.
In Canada moet je de Trans Canada Highway zien te vermijden. Het vrachtverkeer is daar erg agressief. Fietsers horen in hun ogen niet op de weg. In het algemeen zijn de wegen smaller en drukker dan in de VS.
Een vervelend aspect voor fietsers is de enorme vervuiling van wegen en bermen. Vooral in de VS is dat het geval. Er wordt van alles in de bermen gesmeten, tot zelfs koelkasten en bedden toe. Aangereden dieren worden vaak niet weggehaald. We kwamen zelfs langs half vergane herten tegen en één keer zelfs een paard. De vluchtstroken mogen prettig zijn voor fietsers, voor de banden is dat vaak niet zo. Er liggen vaak doorns of stukjes staaldraad van kapotte autobanden, wat deels het hoge aantal lekke banden verklaart.

De route

We vonden onze route met behulp van kaarten van de Triple A (AAA). Die krijg je gratis, als je lid bent van de ANWB. Ze bestaan per staat. Vrijwel alle asfaltwegen staan daar op en ook sommige gravelwegen. Ze zijn er ook in een kleinere schaal, met meerdere staten op één kaart. Er bestaan ook wegenatlassen van de VS en ook van de staten afzonderlijk. Op die laatstgenoemde is de hele staat in detailkaarten afgebeeld. Heel mooi, maar iets te veel van het goede. Die atlassen zijn ook onhandig groot om als fietser mee te nemen. Mexico en Canada kun je ook bij de AAA krijgen, maar die van Mexico is te kleinschalig, behalve Baja California, die is wel goed. Van Mexico kochten we in het land zelf een wegenatlas, maar die bleek niet altijd even betrouwbaar.
Daarnaast kun je bij de AAA gratis handige campbooks krijgen, waarin de meeste campings staan aangegeven en bovendien zijn er boekjes met hotels en toeristische informatie.
Voor wie coast-to-coast wil fietsen kan het de moeite lonen om de kaarten / gidsen van Adventure Cycling te gebruiken. Er zijn enkele oost-west routes beschikbaar, maar omdat meer mensen die rijden zul je waarschijnlijk vaker fietsers tegenkomen. 

Het klimaat

We konden onze route redelijk aanpassen aan de tijd van het jaar en het te verwachten klimaat. In de zuidelijke staten en Mexico kun je het hele jaar wel fietsen, al zal het 's zomers wel eens te heet zijn. Er zijn wel eens koelere dagen en regen moet je ook niet uitsluiten, maar het gaat in de winter. De noordelijke staten en Canada zijn eigenlijk alleen 's zomers aantrekkelijk. In de winter zal er veel sneeuw kunnen liggen en zal het vriezen. De winter kan vroeg invallen en lang duren. Vooral in de hoger gelegen delen is dat het geval. Bergpassen zijn vaak tot in april of zelfs mei nog gesloten.

De mensen

In de VS word je over het algemeen met bewondering aangesproken als je met bagage rondfietst. Soms gebeurt dat zelfs meerdere keren op een dag. Men heeft je dan zien rijden en spreekt je bijvoorbeeld in een restaurant of supermarkt aan. De mensen zijn belangstellend, maar als ze de belangrijkste dingen weten, dan breken ze het gesprek ook weer heel snel af over het algemeen.
De Canadezen waren in onze ogen iets afstandelijker, maar verder geldt hetzelfde.
De Mexicanen tonen ook een warme belangstelling voor mensen die sportieve prestaties leveren. Hier zijn nog meer mensen die naar je informeren, dan in de VS en Canada. Door onze gebrekkige kennis van het Spaans, duurden de gesprekken meestal maar kort.
Het is ons nooit overkomen dat we zijn afgezet, bedreigd of op een andere manier slecht zijn behandeld.

De kosten

Onze reis die in totaal 10 maanden besloeg, was als volgt verdeeld:
6 maanden per fiets
2 maanden per openbaar vervoer in Mexico
1 week per huurauto in Californië
1 maand per huurcamper in Californië, Arizona, Utah en Nevada.
de rest van de tijd waren we op een vaste plek bij familie of vrienden

De kosten van alleen het fietsgedeelte bedroegen ongeveer het volgende:
campings: $ 1500
hotels: $ 700
restaurants: $ 900
overige: $ 3900
Samen dus $ 7000 voor 6 maanden fietsen voor 2 personen. De uitrusting en de vliegreis komen daar nog bij.
De dollar was in die tijd ongeveer ƒ 1,60.

Geen opmerkingen: