31.3.18

Antigua (Guatemala)

Muurschildering in Ataco. Daar moet een selfie van gemaakt worden...
Gisteren bezochten we het leuke dorp Ataco. Daarna gingen we voor onze overnachting naar het meertje Laguna Verde.
Koken bij Laguna Verde
Nadat alle bezoekers voor donker verdwenen, hadden we er een ongelooflijk stille nachtrust.

Vandaag reden we bijna 200 km. De grensovergang naar Guatemala verliep soepel. In een uur was alles geregeld. De ambtenaren zijn ook hier super vriendelijk en meedenkend.

Onderweg zagen we diverse keren processies, het is immers Goede Vrijdag.

Het gedeelte van Guatemala wat we nu gezien hebben zag er welvarend uit, zeker richting de hoofdstad, onder andere met nieuwe snelwegen en nieuwe shopping malls.

Via Valle Nuevo en Guatemala City nu in Antigua
Plannen: Panajachel, Flores en Tikal
Een probleem bleek het pinnen van geld in Guatemala. Zes geldautomaten werkten niet met onze Nederlandse bankpas, ondanks dat het Maestrologo op de automaat staat.
Uiteindelijk maar gepind met de Visa creditcard.

Antigua is overweldigend en dat komt vooral door de toestroom van mensen die vrij hebben en met Semana Santa plekken als Antigua opzoeken. Het is ook een schilderachtige koloniale stad, met zijn typerende keienstraatjes. De hele stad moet blijkbaar het oude aanzicht houden en dat betekent dat ook Mac Donalds nauwelijks herkenbaar in een oud pand zit. Compleet met sfeervolle binnentuin.

We zitten hier omdat we bij de camper geen internet hebben. We staan op het terrein van de toeristenpolitie, gratis en samen met een stuk of zeven andere campers.
Je mag hier alleen staan als je een wc en water aan boord hebt.

Om er te komen viel niet mee want we stonden in een file ten gevolge van een processie dwars door de stad.

Of het een goed idee juist in de paasweek hier te komen, zal moeten blijken.
Paasprocessie in Antigua Guatemala

30.3.18

Resumé El Salvador

Muurschildering Ataco, El Salvador
Onze route door El Salvador duurde zes dagen en was 418 km lang. Het is het kleinste land van Midden-Amerika. De hoofdstad San Salvador hebben we overgeslagen.

Voorzover je in zo korte tijd een beeld van een land kunt krijgen, was het in elk geval positief. In de andere landen waren de mensen al vriendelijk, in El Salvador doen ze daar nog een schepje boven op.
Het is nauwelijks mogelijk om mensen op straat voorbij te lopen zonder elkaar ‘buenos dias’ te zeggen.
Klantvriendelijkheid is volgens ons een begrip wat hier uitgevonden is.

De dorpen Alegría, Juayúa en vooral Ataco waren leuke plekken om een paar uur door te brengen.
De kust vonden wij minder aantrekkelijk dan in Costa Rica, maar we willen graag naar campings en dan moet je toch aan de kust zijn. In Sunzal vonden we de sfeer toch wel leuk.

Gefietst hebben we niet en ook het wandelen was minimaal.

Klein detail, we zagen hier voor het eerst een elektrische auto, een Hyundai Elantra, maar misschien was het toch een hybride.

29.3.18

Ataco (2)

Overnachtingsplek Entre Nubes
Na een heerlijke nachtrust werden we door de eigenaren van Entre Nubes uitgenodigd voor een rondleiding op hun koffieplantage. Het is een kleine plantage van 2 hectare en ze gebruiken de koffie voornamelijk voor eigen gebruik in het restaurant. Ze zijn hier 15 jaar geleden begonnen en toen was het een kaal stuk grond. Deze koffiesoort heeft schaduw nodig en daarom zijn er allerlei bomen tussen de koffiestruiken.

Eigenaar Daniel maakt koffie voor ons
Natuurlijk namen we enkele espresso’s en capuccino’s en die waren bijzonder lekker. Hun barista doet trouwens mee aan het nationale baristaconcours.
De laatste koffie van deze winter wordt gedroogd

Waar we vandaag overnachten weten we nog niet. Nog wel in El Salvador hoewel we al dicht bij Guatemala zijn.

Ataco

Plaza Central in Juayúa
Vanaf de toch wel hete kust zijn we over de Ruta de las Flores de bergen in gereden, in totaal ruim 100 km. Eind van de middag zitten we met lange broek aan, dat is een heel verschil.

Onderweg hebben we Juayúa bezocht, een oud en sfeervol dorp, maar nu vanwege de paasweek behoorlijk druk. Het hele centrum stond vol stalletjes en eettentjes.
We dronken koffie en aten een lekker broodje in een hip koffiezaakje.

Ons einddoel vandaag is Entre Nubes, even voor het bezienswaardige dorp Ataco.
We mogen hier overnachten op de bewaakte parkeerplaats.
We werden warm welkom geheten door de eigenaren van dit complex. Het is een restaurant met een fraaie tuin en een koffieplantage. Koffie wordt hier in de bergen veel geteeld.
De naam Entre Nubes (tussen wolken) begrijpen we ‘s avonds, als er mist komt.

Het verschijnsel privébewaking zien we vooral in Nicaragua en El Salvador. Niet alleen banken en geldautomaten worden bewaakt maar ook veel bedrijven als hotels, restaurants, overheidsinstellingen, benzinestations, parkeerplaatsen en nationale parken. Eigenlijk alle plekken waar veel mensen komen. Vaak is de bewaking 24-uurs. Vannacht slapen we dus met een bewapende nachtwaker in de buurt. Je went er snel aan.
Ruta de las Flores, geen loze naam

27.3.18

Sunzal (3)

Ontbijt onder de mangoboom
De camping ligt eigenlijk tussen twee stranden in, El Tunco en El Sunzal.
El Tunco hebben we gisteren gezien, met vooral westerse toeristen. Vanochtend zijn we ook wezen kijken bij El Sunzal, vooral gericht op de Salvadoranen, met goedkopere eettentjes en palapas.

We zijn vandaag naar het tussenstrand geweest, leuk om naar de verrichtingen van de surfers te kijken.

‘s Avonds gingen we nog eens naar El Tunco, voor een restaurantje.

Sunzal (2)

Pupusos, gemaakt in de pupusería vlak bij de camping
Het is een wat vreemde plek waar we zijn. De camping ligt in een bocht in de kustweg. Dat is een druk bereden route met veel vrachtverkeer. Veel vrachtwagens remmen af op de motor en dat gaat met enorm veel kabaal. In Europa een onbekend fenomeen.

Surfers op de weg, matig uw snelheid
Schuin tegenover de camping is een restaurantje waar ze pupusos maken, een Salvadoraanse specialiteit. Het is een gevuld maisbroodje. Ze worden heel veel gegeten, mede omdat ze weinig kosten. Twee voor een dollar en daar heb je wel genoeg aan. Er zit kaas in en bonen en/of kip. Niets verkeerd aan. Je krijgt er zure groente bij, een soort atjar.

We hebben een rustige campingdag gehad, met wat kleding wassen, een strandwandeling, boodschappen doen en eten koken.

25.3.18

Sunzal

Leuke camping Surf Inn met mangobomen
In de buurt van de kustplaats La Libertad ligt het strand van Sunzal. We hebben 150 km gereden om er te komen. Het is een van de bekendste surfstranden van El Salvador.

Nee, met surfen houden we ons niet bezig, maar de kampeermogelijkheden hier en de leuke sfeer hebben ons hier gebracht. We staan mooi onder de mangobomen, heerlijk in de schaduw. Dat is beslist nodig met temperaturen rond 32 graden.

De familie die hier het hostel met camping beheert is alleraardigst. Ze voorzien ons van allerlei raadgevingen.

24.3.18

Alegría (El Salvador)

We zijn vandaag een flink aantal kilometers en twee landen verder gekomen.

Naar de grens van Honduras was maar 5 minuten rijden vanaf de overnachtingsplek vannacht en de grensformaliteiten waren in een uur geregeld. Alle beambten zijn heel vriendelijk en behulpzaam en het was er niet druk.
Wel moet je in Honduras 45 dollar betalen om er met je eigen auto te mogen rijden. Dat is voor ons wel wat veel omdat we het land al na 150 km hebben verlaten.

In de rij voor de grens van El Salvador
De volgende grens was die tussen Honduras en El Salvador. Hier was het wel erg druk, dus namen de formaliteiten wat meer tijd in beslag. Vooral het registreren van de auto voor tijdelijke import, wat in elk land moet gebeuren, duurde lang.

Deze grensovergang is vooral heel heet, zo’n 40 graden. Ook daarna zagen we dat het regelmatig 40 graden of meer was. Wij klagen niet met onze airco, maar met de wegwerkers hadden we medelijden.

De weg in Honduras is mooi, onlangs opnieuw geasfalteerd, maar in El Salvador is het een stuk minder. In beide landen ligt schrikbarend veel plastic afval langs de weg, veel meer dan in de voorgaande landen.

Het dorp Alegría ligt hoog, dus hier is het niet heet. Alegría betekent zoiets als blijdschap en dat kunnen we ons wel voorstellen bij deze plaats. Het klimaat is aangenaam, de begroeiing is weelderig en de bevolking is oogewekt. Wel is het in dit toeristische dorp op zaterdagavond een drukte van belang. Het is bovendien het weekend voor de paasweek, dus extra druk. We hadden moeite een overnachtingsplek te vinden maar na enig vragen vonden we iets leuks wat nog niet vol zat. Helaas zonder internet, maar tegenover is een restaurant met prachtig uitzicht en wifi.

Gids Fausto met zoontje. Let op het kinderzitje. 
Dan nog iets over gisteren, 23 maart.
Huisje van Fausto, met kippen, varkens, ezel, kat en honden
De laatste dag in Nicaragua was avontuurlijk. We waren om 11 uur bij het huisje van Fausto, die gids is voor de kloof van Somoto en we kunnen overnachten in de camper op zijn terrein. Velen zijn ons voorgegaan, zo liet hij middels foto’s op zijn telefoon zien.

Te water voor het eerste stukje 'zwemmen'
We konden meteen de tour doen, maar Janny schrok wel even toe het woord nadar (zwemmen) aan de orde kwam. We hadden ons niet gerealiseerd, dat we gedeelten door de kloof moesten zwemmen. Maar Fausto had er rekening mee gehouden, iedereen die de kloof bezoekt krijgt zwemvesten om en degene die niet wil of kan of durft te zwemmen wordt voortgeduwd in een autobinnenband.

Over glibberige stenen
Zo waren we met z’n drieën drieënhalf uur onderweg door deze prachtige kloof. Het is een vorm van ‘canyoning’ die bijna elke kneus kan doen.

Soms 8 meter breed en 160 m hoog
De temperatuur was prima en het water was ook aangenaam. Het laatste stuk werden we in een roeibootje vervoerd.

Terug bij Fausto’s huis konden we het Nicaraguaanse plattelandsleven gadeslaan en wat praten met de familie. Het is een grote familie die in vier of vijf huisjes op een terrein woont. Het was een leuke afsluiting van Nicaragua.
Het gemakkelijkste deel

Resumé Nicaragua

Het derde land op onze reis door Midden-Amerika heeft ons aangenaam verrast. We hebben maar een klein stuk van het land bereisd. Het grootste deel van Nicaragua is moeilijk toegankelijk, vanwege het oerwoud en het gebrek aan goede wegen. Het is bijvoorbeeld nauwelijks mogelijk om over land aan de Caribische kust te komen.

We hebben dus het westelijke en meest bevolkte deel gezien, maar nauwelijks iets van de kust en ook niet de interessante, maar hete stad Leon.

Met 11 dagen hebben we het land geen recht gedaan maar we hebben enkele leuke highlights meegemaakt, zoals de vulkaan Masaya, de koloniale stad Granada en het grote vulkaaneiland Ometepe in het Nicaraguameer.

De bevolking is bijzonder aardig. We kunnen geen enkele negatieve ervaring melden.
Het verkeer is redelijk rustig, maar niet alle Nica's zijn even goede chauffeurs. De meeste mensen hebben trouwens helemaal geen auto en laten zich vervoeren, heel vaak met oude Amerikaanse schoolbussen die hier de busdiensten doen.

We hebben 515 km afgelegd en ook nog eens 105 op de fiets.
We hebben 5 nachten in hostels of hotels geslapen en 6 nachten in de camper.

Via Somoto zijn we het land uitgereisd en na een stukje van 150 km door Honduras is het volgende land El Salvador.


23.3.18

Estelí

Deze dame zien we meermaals in deze omgeving
De stad Estelí ligt in het noorden van Nicaragua in de relatief koele bergen. We hebben 175 km gereden om er te komen. Ons adres is een mooi hostel waar we naast mogen staan en waarvan we de voorzieningen mogen gebruiken. Er is onder andere ongebruikelijk snel internet.
De keuken hier is heel schoon zodat we met plezier weer eens zelf koken.

Zitruimte in hostel "Friends and Family" in Estelí
Estelí is vooral bekend als bolwerk van de Sandinistas (de FSLN). Van hieruit werd de opstand geleid die leidde tot een bloedige burgeroorlog. Na het bestand werd Daniel Ortega van de FSLN president, in de 80-er jaren. Sinds 2007 is hij opnieuw president van Nicaragua.

Het is nog zo’n 100 km naar de grens van Honduras, maar we willen nog een stop maken bij de kloof van Somoto. Daar willen we morgen een tour doen en overnachten. Waarschijnlijk is daar geen internet.

Het volgende bericht komt mogelijk uit El Salvador omdat we twee grensovergangen in eén dag willen doen.
We kunnen letterlijk niet om Honduras heen maar we maken er geen bestemming van.

22.3.18

Granada (2)

Kloostertuin
Ondanks de warmte hebben we de stad een paar uur lang te voet verkend.

Uitzicht vanaf de klokkentoren
De oudste kerk van Granada, La Merced, heeft een klokkentoren waar je naar boven kunt klimmen voor een mooi uitzicht. Het is een mooie stad met tal van historische gebouwen die vaak prachtige binnentuinen hebben.

Een daarvan is een oud klooster dat tegenwoordig dienst doet als museum.

Dat museum hebben we bezocht en het bood onder andere een leuk inzicht in de vele feesten en tradities die in de stad levend gehouden worden.

Een andere leuke plek is het marktgebouw met daaromheen ook vele winkeltjes en kramen. Het lijkt sterk op een Arabische soek.

Marktgebouw
Zoals zovele steden trekt ook Granada armoede aan. We zagen heel wat bedelaars en lijmsnuivers. Een trieste aanblik is dat. Een bedelaar kun je nog wat geven maar lijmsnuivers lopen als zombies rond, vervuild en in zichzelf gekeerd.

Na de rondwandeling was het tijd voor de lunch en daarna het zwembad. We hebben er een ontspannen stadsbezoek van gemaakt.

21.3.18

Granada

De hotelkamer is een foto waard
Granada in Nicaragua is de oudste stad van het land, gesticht door de Spanjaarden in 1524.

De stad heeft zijn oude koloniale karakter goed bewaard ondanks diverse verwoestingen in de loop der eeuwen.
We hebben een verjaardag te vieren en mede daarom hebben we de luxe van een hotel met zwembad en airco. Het ziet er allemaal keurig, schoon en sfeervol uit. We blijven hier twee nachten.

Vanmiddag aten we bij El Garaje, een hoog gewaardeerd restaurant. Ze hebben inderdaad bijzondere dingen op de kaart staan en het smaakte prima.

De nummer 1 op Tripadvisor hoeft niet duur te zijn. In Granada maar 7 euro inclusief biertje.

Het nachtleven van Granada
Na zonsondergang wordt het pas echt druk in de stad. Er zijn veel terrasjes waar de toeristen en de Nica’s eten of drinken. Wij sloten de verjaardag af met cocktails.

20.3.18

Masaya

De Masaya vulkaan
Masaya is een stad, een meer en een vulkaan.
We overnachten in een hotel hier, voor Nicaraguaanse begrippen een heel net hotel.

Hoewel we vanmiddag ook even door het centrum zijn gelopen en ergens geluncht hebben, zijn we hier in de eerste plaats voor de vulkaan.
De Masaya is een zeer actieve vulkaan waarin gloeiende lava borrelt en altijd een wolk vulkanisch gas opstijgt. Het is tegelijk een zeer toegankelijke vulkaan want de parkeerplaats ligt aan de kraterrand.

We hebben de avondtoer gedaan, waar je 10 dollar voor betaalt en waarvoor je 15 minuten van het schouwspel mag genieten. Het gaat er heel gestructureerd toe, niet meer dan zo'n 10 auto's naar boven en na 15 minuten op commando weer terug. Op die manier kan iedereen ook daadwerkelijk wat zien. Dit bij donker (of halfduister, zoals wij) doen is wel belangrijk, want overdag is het effect minder zichtbaar.

Al met al vonden we dit een bijzondere belevenis. Je hoort en ziet de lava borrelen. Dat je kunt kijken naar het binnenste van de aarde is onvergetelijk.

19.3.18

Laguna de Apoyo

Laguna de Apoyo
Laguna de Apoyo is een kratermeer, met een bijna ronde vorm. Het is niet ver van de stad Granada.
Omdat we op zondag aankomen zitten we midden tussen de Nicaraguanen die hier massaal naar toe gaan. Nog massaler was het in San Jorge, waar we vertrokken. Daar kwam ons een rij van zeker dertig bussen tegemoet, vol met mensen die een dagje naar het meer gaan. Die komen niet voor de rust...

Oud naast oud
Hier aan het meer Apoyo staan we bij een hostel van het type ‘rustiek, basaal en deplorabel’.
We hebben de Amerikaanse eigenaar een lunch voor ons laten bereiden en we zijn er niet ziek van geworden dus misschien lijkt het erger dan het is.

17.3.18

San Jorge (2)

De was wordt gedaan in het meer
De veerboot heeft ons vandaag teruggebracht. We troffen de camper aan zoals we hem hadden achtergelaten.

Vandaag moesten we nog 33 km fietsen om terug te komen in Moyogalpe. Deze derde dag was duidelijk de minst zware want we hadden geen onverharde wegen meer en ook het klimmen was minder (450m).

Kaartje kopen: een les in nederigheid
Het was een leuk driedaags uitstapje. Ometepe vonden wij een kleurrijk eiland, waar de tijd lijkt te hebben stilgestaan. Alleen de toeristische plaatsen, dat zijn er niet veel, hebben zich enigszins ontwikkeld, maar verder zijn het de beelden van vroeger, compleet met ossenkarren en cowboys te paard.
Terugblik op Ometepe

16.3.18

Balgüe (2)

De weg gaat soms dicht langs het meer
De route over het kleinere deel van het eiland, met de kleinere vulkaan Maderas als middelpunt, zou erg hobbelig zijn met veel grote stenen, zo lazen en hoorden we. Dat bleek voor enkele korte stukjes te kloppen maar het meeste was goed te fietsen. We legden de 37 km af met een gemiddelde van 11 km/u. Er waren ook nog 500 hoogtemeters die het samen met de onverharde weg en de temperatuur nog een flinke opgave maakten.

Even pauze op de ongebruikte aanlegsteiger in San Ramón
Onderweg konden we volop het landelijke leven gadeslaan. De mensen leven hier in kleine huisjes, simpel qua bouw en inrichting. Vensters met glas zijn bijna onbekend.

De weg die we fietsten wordt nauwelijks gebruikt voor autoverkeer. De meeste mensen verplaatsen zich lopend, per fiets of met een brommer of motor.
Veel mensen hebben als bijverdienste een miniwinkeltje. We hadden onderweg elke kilometer wel een flesje drinken kunnen kopen.
Bij veel huizen lopen kippen en varkens rond. Je moet de weg soms delen met deze beesten of met koeien en paarden.

Bungalow op Ometepe
We zagen mensen met een pickup langs de huizen gaan om bananen in te kopen. Bijna iedereen heeft bananenplanten in de tuin en er zijn ook bananenplantages, want de vulkanische grond is heel geschikt daarvoor.

Gisteravond aten we in restaurant El Bamboo en dat beviel zo goed dat we vanavond weer gaan. Het trekt een backpackerspubliek, want op Ometepe en zeker in Balgüe, komen voornamelijk jonge backpackers.
Biologisch vlees in de maak

15.3.18

Balgüe

Strand Santo Domingo, Ometepe
We waren al vroeg op zodat we de veerboot van 7.45 konden nemen. Het waaide flink zodat je het idee van een zee kreeg. De overtocht duurde iets meer dan een uur.

Ometepe
Na een stevige espresso in de haven Moyogalpa kon de fietstocht beginnen. Het middengedeelte was onverhard, maar wel goed te fietsen. Doordat we ergens een afslag misten reden we een stuk om via een koeienpad en dat was helaas niet te fietsen, zodat we 1,5 km moesten lopen.
Het was verder een leuke route met weinig verkeer. We legden 33 kilometer af en moesten 550 hoogtemeters verwerken.

Klimmen over de onverharde weg
Het hostel ligt landelijk, het ziet er goed uit, maar airco hebben we niet.

Revolutionaire helden worden geëerd in Nicaragua (Altagracia)
De beide vulkanen hielden hun toppen vandaag in de wolken.
Het was behoorlijk warm om te fietsen, maar gelukkig hebben ze koude douches...

14.3.18

San Jorge

Ometepe in het Nicaraguameer
Het is maar 35 km naar San Jorge, aan het Meer van Nicaragua. We hebben een plekje bij Hotel Southern Nights, van Amerikaanse eigenaren.

Het is vlak bij het meer. We hebben er even gezeten om het prachtige uitzicht op Ometepe met zijn twee vulkanen. Ometepe is het grootste eiland in het enorm grote Nicaraguameer. Sterker nog, Ometepe is zelfs het grootste eiland in een meer ter wereld.

Straatbeeld in Rivas
We zijn met name in San Jorge omdat hier de veerboot vertrekt naar Ometepe. We gaan er morgen heen en we hebben een hotel geboekt voor twee nachten. We maken daar een rondje op de fiets.

Onderweg keken we even rond in Rivas, de regionale hoofdstad. Opvallend zijn de honderden fietstaxi’s die er rondrijden. Zelfs schoolkinderen zagen we er mee vervoerd worden.

We gingen ook even langs bij een opticien om een bril bij te laten stellen. Hij deed dat onder onze ogen en we vreesden voor de bril, die hij vijf minuten lang aan alle kanten zo bijboog dat het op mishandelen leek. ‘Nu is hij klaar’ en hij gaf de bril terug, zonder te controleren of hij goed zat. Toch was het precies goed!