Zicht op La Paz vanaf El Alto |
Museo Nacional del Arte |
De collectie is ondergebracht in een gerestaureerd paleis. Er in ronddwalen beviel ons zeer.
Aan het eind van de donderdagmiddag hebben we nog een tochtje gedaan met de kabelbaan, deze keer naar El Alto, dus een flink stuk omhoog. Bovenaan bevindt zich een enorme openluchtmarkt, waar we met de kabelbaan gedeeltelijk overheen vliegen. Het einddoel was een uitzichtpunt van waar we de stad nog eens wilden bekijken. Het bleek dat deze lijn heel wat drukker was de vorige. Er waren zelfs korte wachtrijen voor de instap en je zit met zijn achten in een cabine. Bij de controlepoortjes en op het "perron" staat steevast personeel om alles in goede banen te leiden.
In de schemering omlaag |
Geldwisselaars op straat |
Bolivianen zitten overdag nooit thuis. Je hebt een baan, hebt een bedrijf of je verkoopt wat in een stalletje of gewoon op straat. Als dat allemaal niet lukt zit je op straat te bedelen, hetgeen helaas ook veel voorkomt in Bolivia.
La Valle de la Luna |
Vrijdag wilden we naar de Valle de la Luna, de zoveelste maanvallei tijdens onze reis. Deze is klein en bestaat feitelijk uit zogenaamde badlands. Je betaalt entree en je bent niet alleen. Maar desondanks was het een leuk uitstapje, 10 km met de taxi heen en ook weer terug. De rotsen zijn door eeuwenlange erosie bijzonder grillig en daar tussen vind je meerdere cactussoorten.
De laatste dag, zaterdag, stond in het teken van een stadswandeling met gids. Er was een groep van circa 12 personen en we kwamen langs een grote openluchtmarkt, de heksenmarkt, de San Franciscokerk en het hoofdplein van La Paz. We hadden al het een en ander gezien de voorgaande dagen en zo'n stadswandeling doe je ook liever aan het begin.
Een wat lugubere aanblik: foetussen en pasgeboren dieren (lama's vooral) |
Toch kregen we nog de nodige nieuwe informatie mee. Op de zogenaamde heksenmarkt, een voornamelijk toeristische attractie, zagen we bij diverse winkeltjes pas geboren lama's of zelfs foetussen hangen, die je dus kunt kopen. Er werd uitgelegd dat dit offergaven zijn die vanuit de pre-Colombiaanse tijd gebruikelijk waren en die de christelijke overheersing hebben overleefd. Het gaat om pasgeboren of ongeboren dieren, soms ook honden, die een natuurlijke dood zijn gestorven, in tegenstelling tot vroegere tijden toen levende dieren werden gebruikt. Bij de Inca's kwamen zelfs mensenoffers voor. Het schijnt dat een groot deel van de 80% katholieken in Bolivia hun geloof vermengt met deze oude rituelen.
De vrouwen die op de markt hun waren verkopen worden casera's genoemd of ook wel cholita's. De naam cholita's geldt ook voor de dames die in worstelshows optreden, een populaire tijdsbesteding om naar te kijken. Dat hebben we maar niet gedaan omdat ook hier sprake is van een toeristenval.
Op de markt vind je tientallen soorten aardappelen, waaronder hagelwitte |
Deze casera's vormen volgens onze gids een belangrijke sociale rol. Voor velen is het een soort vertrouwenspersoon en psychotherapeut, kortom iemand waarmee je lief en leed kunt delen.
Interessant is ook de geschiedenis van de bolhoedjes. Ze werden aanvankelijk vanuit Europa gedumpt met als doel ze te verkopen aan de Boliviaanse mannen. Die hadden daar geen trek in maar op een of andere manier gingen de cholita's ze dragen, onder andere omdat ze daardoor wat langer leken. Nu zijn ze een symbool van trots. De mooiste exemplaren worden bij speciale gelegenheden gedragen en ze kunnen wel een paar honderd euro kosten.
Vijf dagen La Paz was ongetwijfeld veel te kort om deze grote stad goed te leren kennen, maar we vonden het hoe dan ook interessant.
Van Oruro naar La Paz met een grote omweg; 1420 km in 19 dagen |