24.3.18

Alegría (El Salvador)

We zijn vandaag een flink aantal kilometers en twee landen verder gekomen.

Naar de grens van Honduras was maar 5 minuten rijden vanaf de overnachtingsplek vannacht en de grensformaliteiten waren in een uur geregeld. Alle beambten zijn heel vriendelijk en behulpzaam en het was er niet druk.
Wel moet je in Honduras 45 dollar betalen om er met je eigen auto te mogen rijden. Dat is voor ons wel wat veel omdat we het land al na 150 km hebben verlaten.

In de rij voor de grens van El Salvador
De volgende grens was die tussen Honduras en El Salvador. Hier was het wel erg druk, dus namen de formaliteiten wat meer tijd in beslag. Vooral het registreren van de auto voor tijdelijke import, wat in elk land moet gebeuren, duurde lang.

Deze grensovergang is vooral heel heet, zo’n 40 graden. Ook daarna zagen we dat het regelmatig 40 graden of meer was. Wij klagen niet met onze airco, maar met de wegwerkers hadden we medelijden.

De weg in Honduras is mooi, onlangs opnieuw geasfalteerd, maar in El Salvador is het een stuk minder. In beide landen ligt schrikbarend veel plastic afval langs de weg, veel meer dan in de voorgaande landen.

Het dorp Alegría ligt hoog, dus hier is het niet heet. Alegría betekent zoiets als blijdschap en dat kunnen we ons wel voorstellen bij deze plaats. Het klimaat is aangenaam, de begroeiing is weelderig en de bevolking is oogewekt. Wel is het in dit toeristische dorp op zaterdagavond een drukte van belang. Het is bovendien het weekend voor de paasweek, dus extra druk. We hadden moeite een overnachtingsplek te vinden maar na enig vragen vonden we iets leuks wat nog niet vol zat. Helaas zonder internet, maar tegenover is een restaurant met prachtig uitzicht en wifi.

Gids Fausto met zoontje. Let op het kinderzitje. 
Dan nog iets over gisteren, 23 maart.
Huisje van Fausto, met kippen, varkens, ezel, kat en honden
De laatste dag in Nicaragua was avontuurlijk. We waren om 11 uur bij het huisje van Fausto, die gids is voor de kloof van Somoto en we kunnen overnachten in de camper op zijn terrein. Velen zijn ons voorgegaan, zo liet hij middels foto’s op zijn telefoon zien.

Te water voor het eerste stukje 'zwemmen'
We konden meteen de tour doen, maar Janny schrok wel even toe het woord nadar (zwemmen) aan de orde kwam. We hadden ons niet gerealiseerd, dat we gedeelten door de kloof moesten zwemmen. Maar Fausto had er rekening mee gehouden, iedereen die de kloof bezoekt krijgt zwemvesten om en degene die niet wil of kan of durft te zwemmen wordt voortgeduwd in een autobinnenband.

Over glibberige stenen
Zo waren we met z’n drieën drieënhalf uur onderweg door deze prachtige kloof. Het is een vorm van ‘canyoning’ die bijna elke kneus kan doen.

Soms 8 meter breed en 160 m hoog
De temperatuur was prima en het water was ook aangenaam. Het laatste stuk werden we in een roeibootje vervoerd.

Terug bij Fausto’s huis konden we het Nicaraguaanse plattelandsleven gadeslaan en wat praten met de familie. Het is een grote familie die in vier of vijf huisjes op een terrein woont. Het was een leuke afsluiting van Nicaragua.
Het gemakkelijkste deel

Geen opmerkingen: