De laatste hele dag in Mendoza is het erg warm na het inpakken van de fietsen en de overige bagage, een mooi moment om nog eens de afgelopen weken aan je voorbij te laten gaan.
We hebben erg genoten van deze reis, al was het soms zwaar.
Bijzonder te spreken zijn we over de Argentijnen. Ze zijn bijzonder vriendelijk, attent en behulpzaam. Altijd is er belangstelling voor wat we aan het doen zijn. Nooit zijn ze opdringerig. Opvallend vinden we ook dat veel mensen hier beroepshalve meer dan het gewone doen. Zoals bijvoorbeeld de buschauffeur die na ons dagje in de thermen van Cacheuta vroeg hoe we het gehad hadden.
Het landschap van dit gedeelte van Argentinië is prachtig, met supermooie bergpassen, kloven en valleien, rotsen, maar zoals eerder gezegd zijn er wel gedeelten waar het landschap weinig verandert gedurende een dag fietsen. Ook dat heeft op zichzelf weer zijn charme. De dorpen en steden en zelfs alleenstaande barretjes of winkeltjes zijn welkome onderbrekingen van het fietsen. Het ene dorp is natuurlijk aantrekkelijker dan het andere. Cachí en Cafayate vonden we het leukst. Van de steden scoren bij ons vooral Mendoza en Salta.
We hadden niet gedacht dat de wegen zó rustig zouden zijn. Vaak hadden we maar enkele medeweggebruikers per uur. Op de bijna 100 km lange weg tussen Valle Fértil en Marayes kunnen we ons zelfs geen 5 auto´s herinneren. Op enkele wegen waar ´veel´ vrachtverkeer is, gingen we uit voorzorg wel de berm in als naast ons 2 vrachtauto´s elkaar zouden passeren. Maar ze wijken verder altijd keurig voor ons uit. De vraag of Argentinië geschikt is als fietsland willen we dan ook zeker met een ja beantwoorden. Bedenk echter wel dat de wegen, in tegenstelling tot wat automobilisten je vertellen, vrijwel nooit vlak zijn. We klommen gemiddeld meer dan 400 meter per fietsdag. Daarnaast zijn de ripiogedeelten ook niet voor iedereen leuk. De kaarten geven bovendien niet altijd correct weer waar ripio is, zodat je wel eens voor vervelende verrassingen komt te staan. De grootste plaaggeest is toch wel de wind. Het andersom rijden van de route had niet zoveel uitgemaakt, want in de provincies Tucuman en Salta hadden we meestal noordenwind en de provincies San Juan en Mendoza meestal zuidelijk. Daarbij draait de wind gedurende de dag ook vaak. Tenslotte is het fietsen ook moeilijk door het ontbreken van voorzieningen over grote afstanden. We hebben daarom wel tot 12 liter water mee genomen en eten voor twee dagen. Het is vaak ook niet zo duidelijk óf ergens iets te krijgen is. Soms vertelt men je dat er niets is, maar dan blijkt er toch ineens een heel eenzaam winkeltje te bestaan met een een gevulde koelkast. Omgekeerd is gelukkig niet voorgekomen.
Voor het overnachten kozen we meestal budgetaccommodaties en soms was er geen andere keus.
Je mag niet zoveel verwachten uiteraard voor 10-15 euro, maar er waren toch wel erg grote verschillen in kwaliteit. Hotel Nevada in Cachí en Ruta 40 in Cafayate en San Francisco in San Juan waren goed en aangenaam. Maar elders was vaak de badkamer slecht onderhouden of sliepen de bedden slecht, of er was geen uitzicht vanuit de kamer. De campings die we hadden waren helemaal goedkoop en de kwaliteit van het sanitair was meestal navenant.
Een ander land is mede zo leuk om door te reizen vanwege de eigenaardigheden die je tegenkomt. We hebben er al diverse genoemd, maar hier volgen er nog een paar.
De zeer gedisciplineerde rijen vielen ons op, bv. bij bushaltes en geldautomaten. Daar staat tegenover het aan de laars lappen van zo´n beetje alle verkeersregels. We zagen bv. heel wat auto´s zonder kentekenplaten rondrijden. De voetgangersoversteekplaatsen hier lijken te betekenen, dat je daar met gevaar voor eigen leven zou kunnen oversteken. Je moet echter niet verwachten dat er een auto voor je stopt, dit in tegenstelling tot Spanje, waar iedereen altijd stopt. Verkeerslichten voor voetgangers zie je ook maar zelden.
Op het platteland heb je bij bijna elk huis honden, maar in de stad zie je nauwelijks honden. Katten hebben we niet veel gezien.
De vele plekken langs de weg ter ere van Difunta Correa en Gauchito Gil (de Argentijnse Robin Hood, foto) hebben ons ook erg geïntrigeerd. We hebben gemerkt dat het toch een enigszins regionaal verschijnsel is, want Argentijnen van de kust, die we ontmoet hebben, hadden er zelfs nooit van gehoord.
De gewoonte om water bij de koffie te serveren zijn we erg gaan waarderen. Dat je moet kiezen tussen friet of sla bij je vlees vinden we nog steeds vreemd.
Hoewel er stofzuigers in de winkels te vinden zijn, hebben we nog nooit iemand een stofzuiger zien of horen hanteren. Er wordt altijd en overal geveegd.
Zouden we terug willen komen in Argentinië? Ja, als de vliegreis minder lang was, zeker. We zouden dan het merengebied willen zien en ook een oversteek naar Chili maken. Maar het volgend jaar nog niet. Later wellicht.
Alle lezers, bedankt voor je meeleven. De reageerders bedankt voor de e-mails. Iedereen een gezond 2008 gewenst.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten