Het heeft even geduurd voor we weer een internetmogelijkheid hadden sinds Chilecito. Sommigen begonnen zich al ongerust te maken, maar dat was dus niet nodig. Vrijdag vertrokken we in alle vroegte (tegenwoordig is kwart voor 7 de norm, in verband met de te verwachten wind en warmte) voor de naar verwachting zware rit over de Cuesta de Miranda, een mooie pasweg. Dat hij mooi was bleek helemaal te kloppen en de zwaarte vonden we meevallen. De 1100 meter hoogteverschil ging over 33 km, dus niet steil. Het laatste stuk was onverhard en hier en daar smal, met spectaculaire uitzichten. Volgens de reisgids zouden er 800 bochten moeten zijn, maar we hebben ze niet nageteld. Na de top op 2040 meter volgde een fraaie afdaling, bijna helemaal onverhard maar goed te fietsen.
We kwamen langs vele bizarre rotsformaties.
Zomaar ergens onderweg was een controlepost waar we al ons fruit moesten inleveren...of opeten. Dat was in verband met het tegengaan van verspreiding van plantenziektes. De laatste 20 km tot het dorp Pagancillo was een anticlimax, want we ploegden door nogal rulle ripio, tegen de wind in. In Pagancillo, een klein dorp dat weer aan een asfaltweg ligt, vonden we een heel behoorlijk bed & breakfast. Ook het restaurantje in de buurt was dik in orde. Totaal vandaag hebben we 94 km afgelegd met een gemiddelde van 14,8 km/u.
Zaterdag waren onze ingewanden een beetje van streek en bleven we wat langer dan normaal hangen. Pas om 10 uur stapten we op de fiets om het 30 km korte traject naar het Nationale Park Talampaya af te leggen. Dat moet je gezien hebben. Na eerst een broodje te hebben gegeten boekten we een rondrit met gids door het park. Een andere optie was geweest om een trekking te doen, maar vanwege de tijd en de warmte hebben we dat niet gedaan. Fenomenaal wat je te zien krijgt. Niet voor niets is dit park enkele jaren geleden op de werelderfgoedlijst van de VN gekomen. De foto´s geven een beetje een indruk van wat we gezien hebben.
We konden in de buurt van het bezoekerscentrum kamperen. Later kwamen er nog Duitsers en een Argentijns-Zuidafrikaans stel kamperen. Met de laatsten hebben we uitgebreid gebabbeld over onder andere allerlei aspecten van Argentinië. Ze waren overigens op huwelijksreis en wonen in Duitsland. Toen het helemaal donker was geworden, met totaal geen lichtbronnen in de buurt, genoten we nog van een sublieme sterrenhemel.
Gisteren, zondag, legden we 80 km af met een gemiddelde van 19,2 km/u naar een volgend natuurpark, Valle de la Luna. Officieel heeft het de moeilijk uit te spreken naam Ischigualasto. Dit wordt zo genoemd omdat het een soort maanlandschap heeft. Ook hier deden we weer een excursie per auto. Hier ben je overigens verplicht een begeleide tocht te doen. De gids gaat met je mee in de auto. Omdat we uiteraard geen auto hebben, reden we met anderen mee. Ook deze excursie is een echte aanrader. Het gebied is wel geheel anders, maar de woestijnachtige omgeving met heel bijzondere rotsformaties vonden we erg mooi. Ook zagen we voor de eerste keer een condor vliegen, de grootste roofvogel met een vleugelspanwijdte van 3 meter. Een prachtig gezicht. Ook in dit park konden we weer kamperen en we waren de enigen. De voorzieningen zijn wat minder dan in Talampaya, maar beide hebben toiletten en douches en je betaalt nog geen 2 euro.
Vandaag dan de rit naar Valle Fértil, wat een aangenaam dorp is, waar we een rustdag zullen inlassen. Ondanks de vroege start belandden we aan het eind toch weer in forse tegenwind. Desondanks legden we de 74 km af met een gemiddelde van 21 km/u.
De camping waar we nu staan heeft veel schaduw door de enorme eucalyptusbomen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten